Natalia Greene over de juridische rechten van de natuur
‘We moeten ingaan tegen een systeem dat helemaal gericht is op de uitbuiting en uitputting van de natuur’
© © Natalia Greene
© © Natalia Greene
‘Mijn zoontje van drie kan zijn verdediging niet op zich nemen in een gerechtshof. Maar dat belet niet dat hij rechten hééft.’ De Ecuadoraanse milieuactiviste Natalia Greene houdt een vurig pleidooi voor het toekennen van juridische rechten aan de natuur.
Kostbare mineralen die opgeborgen liggen onder historische gletsjers hoog in de Andes. Grote oliereserves onder een megadiverse natuur in het Amazonewoud. Een rijk ecosysteem rondom een rivier, dat bedreigd wordt door de aanleg van een stuwdam. De aarde kreunt onder vervuiling en vernieling, het klimaat is op hol geslagen en onze leefomgeving wordt steeds schraler.
Wereldwijd groeit een beweging die de natuur als rechtspersoon wil doen erkennen en de natuur dus rechten wil geven, naar analogie van de Rechten van de Mens (zie kader hieronder). En een van de drijvende krachten achter die beweging is Natalia Greene, een Ecuadoraanse activiste voor het klimaat en de natuur. Ze nam deel aan het proces ter voorbereiding van de nieuwe Ecuadoraanse grondwet in 2008. Het was de eerste grondwet ter wereld waarin een reeks rechten van de natuur verankerd werden.
Greene is vandaag vicevoorzitster van de Ecuadoraanse koepel van Organisaties voor Natuur- en Milieubescherming Cedenma en bestuurslid van de Global Alliance for the Rights of Nature. Op dinsdag 29 maart is ze één van de sprekers in het Zuidcafé over rechten van de natuur in De Roma (dat 11.11.11 organiseert in samenwerking met onder andere MO*, Broederlijk Delen en Oxfam Wereldwinkels).
Ecuador was in 2008 het eerste land dat 'rechten voor de natuur' opnam in zijn grondwet. Wat was de betekenis daarvan? Is het meer dan een idealistisch pleidooi?
Natalia Greene: Met die erkenning werd duidelijk gesteld dat de natuur geen voorwerp is dat zomaar kan uitgebuit worden, maar een subject dat bescherming verdient. De natuur krijgt hiermee een wettelijk statuut, ze wordt rechtspersoon. De erkenning was een grote stap vooruit voor de hele beweging. In 2010 volgde Bolivia. Op de Volkerentop van Cochabamba, die ook een klimaattop was, ondertekenden 33.000 mensen daar de Verklaring van Moeder Aarde.
Nadien zijn er heel wat concrete gevallen gevolgd van rechtspersoonlijkheid voor rivieren of ecosystemen. In 2017 kreeg de rivier de Whanganui in Nieuw-Zeeland rechtspersoonlijkheid, onder impuls van een jarenlange strijd van de Maori. Het was de eerste rivier die dit statuut te beurt viel.
'Mijn zoontje van drie kan zijn verdediging niet op zich nemen in een gerechtshof. Dat belet niet dat hij rechten heeft.'
Intussen hebben ook stromen en bijrivieren in Bangladesh rechten toegekend gekregen. In Brazilië werden ook de Rio San Francisco en de Rio Doce erkend als rechtspersoon, naar het voorbeeld van de Atrató-rivier in Colombia. Die eerste werd bedreigd door een grootschalig project om de loop van de rivier te wijzigen, de tweede was zwaar geteisterd door vergiftiging door de mijnbouw. En ook Mexico-Stad en de deelstaat Oaxaca hanteren het concept van 'rechten van de natuur'.
Er bestaan verschillende statuten. In sommige landen heb je een verankering in de grondwet, in andere landen gaat het om specifieke wetten of wetgeving op lokaal vlak. Vaak gebeurt de toekenning niet in algemene termen, maar voor een bepaald ecosysteem.
Op dit ogenblik wil men ook in Chili de rechten van de natuur inschrijven in de nieuwe grondwet. De beweging is echt in een stroomversnelling gekomen. Ik denk dat we vandaag op een historisch moment gekomen zijn voor die erkenning van de rechten van de natuur.
De natuur spreekt niet. Hoe verdedigt ze zich dan juridisch?
Natalia Greene: De natuur drukt zich uit op vele manieren, maar het zijn wij, mensen, die deze verdediging in de gerechtshoven opnemen. Mijn zoontje van drie kan zijn verdediging niet op zich nemen in een gerechtshof. Dat belet niet dat hij rechten heeft. Ik ga mijn zoontje zo goed mogelijk verdedigen, met het oog op zijn rechten en belangen.
Rechten voor de mens, rechten voor de natuur?
Met het begrip mensenrechten zijn we vertrouwd. De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens is in 1948 in het leven geroepen met de herinnering aan gruwelijke schendingen van die rechten in het achterhoofd.
In een gelijkaardige gedachtegang groeit het idee dat ook de natuur rechten zou moeten krijgen, vanuit een bezorgdheid om de groeiende vernieling van bomen, rivieren, landschappen en ecosystemen. Door de natuur de hoedanigheid van rechtspersoon te geven, wil de beweging die zich hiervoor inzet haar een stem geven en de mogelijkheid om in het verweer te gaan.
Het concept wint wereldwijd terrein naarmate de race om grondstoffen toeneemt, het klimaat opwarmt en het leven op onze planeet onder druk komt te staan. De doorbraak van de beweging kwam er in 2006 toen Tamaqua, een gemeente van 7000 inwoners in de steenkoolregio van de staat Pennsylvania, haar slag thuis haalde.
Daar werd ongezuiverd rioolwater in een verlaten open mijn gedumpt. Het vormde een bedreiging voor de drinkwatervoorziening. De wetgeving van de deelstaat verbood het storten van onbehandeld afvalwater in de grond, maar de controle op dat verbod ontbrak. Met de steun van een milieuactiegroep overhaalden de bewoners het gemeentebestuur om het verbod van de staat ook op te nemen in de lokale wetgeving. Daarmee legde het de basis voor lokale handhaving.
Voor de beweging Global Alliance for Nature gelden twee werken als inspiratiebron: het boek Should trees have standing? Towards legal rights for natural objects van Christopher Stone (1972) en El Derecho Salvaje van Cormac Cullinan (2003), die zijn werk baseerde op de Amerikaanse theoloog en cultuurhistoricus Thomas Berry.
U was nauw betrokken bij het proces van de nieuwe grondwet in Ecuador. Wat inspireerde jullie in het debat over de rechten van de natuur, die erin opgenomen werden? En welke rol speelde de inheemse beweging daarbij?
Natalia Greene: We hadden gehoord over een aanklacht in de VS die in 2006 rechten toekende aan de natuur. Dat concrete geval inspireerde ons. Maar er bestonden ook heel wat studies die ons ons hielpen oriënteren, zoals het boek van Christopher Stone en van Cormac Cullinan.
De idee van rechten voor de natuur kwam niet van de inheemse beweging, om de heel eenvoudige reden dat in heel wat inheemse talen het woord 'rechten' zelfs niet als dusdanig bestaat. In hun visie is het vaak evident dat de natuur het fundament is. Ze is onze moeder, die leven geeft.
De inheemse bevolking werd wel betrokken bij het proces van de opmaak van de nieuwe grondwet, die zich voor dit thema heeft laten inspireren door het inheemse wereldbeeld. Eenmaal de rechten van de natuur erkend werden, heeft de inheemse beweging in Ecuador dat concept ook ingezet in haar strijd.
Op die manier heeft zich een interessante samenwerking ontwikkeld tussen inheemsen, die beschermers van de natuur zijn, en milieubewegingen of mensenrechtenbewegingen. Heel vaak gaat het pleidooi voor de collectieve rechten van de inheemse gemeenschappen samen met het pleidooi voor de rechten van de natuur.
In Ecuador is de erkenning er gekomen tijdens het bewind van Rafael Correa. Toch heeft zijn beleid deze rechten op grote schaal geschonden, onder meer door grootschalige mijnbouwprojecten.
Natalia Greene: De staat zou de eerste moeten zijn om die rechten te erkennen en af te dwingen. In Ecuador hebben we jammer genoeg een decennium lang een beleid gehad dat deze rechten niet erkende. Het middenveld moest voortdurend aan die erkenning herinneren en deze rechten opeisen en afdwingen.
Sommigen wijzen daarom naar Ecuador om te stellen dat het niet de moeite loont om die rechten op te eisen. Dat klopt niet. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is zeventig jaar oud en wordt heel vaak met de voeten getreden. Toch blijft ze van fundamenteel belang.
'Het gangbare ontwikkelingsmodel is heel vaak een aanslag op de natuur en gaat regelrecht in tegen de rechten van de natuur.'
Zowel sociale organisaties als de ombudsdienst van de gemeente kan een aanklacht indienen of rechten opeisen. Aangezien die rechten van de natuur in Ecuador in de grondwet zijn ingeschreven, kunnen ze in om het even welk gerechtshof verdedigd worden: bij een lokale rechtbank, een provinciale of het grondwettelijk hof.
We hebben in Ecuador 57 juridische gevallen waar men de 'rechten van de natuur' heeft opgeëist voor concrete entiteiten. De opvolging van al die gevallen doen we via een website. We hebben daarbij wel degelijk vooruitgang geboekt.
De rechten van de natuur verdedigen botst vaak op het gangbare ontwikkelingsmodel. Het gekende argument van ex-president Correa was: 'We kunnen toch geen bedelaar zijn op een bank van goud', verwijzend naar de mijnbouw en de mogelijke opbrengsten daarvan. En dus kwam er geen einde aan de open mijnbouw.
Natalia Greene**:** Het gangbare ontwikkelingsmodel is heel vaak een aanslag op de natuur en gaat regelrecht in tegen de rechten van de natuur. Er moeten grenzen gesteld worden aan dit patroon, om het in lijn te brengen met de rechten van de natuur.
Wij pleiten er niet voor om de natuur ongerept te laten, mensen wonen in de natuur. Maar we moeten wel de grenzen van de natuur en de draagkracht van de aarde respecteren opdat ze zich zou kunnen regenereren.
Die uitspraak van Correa klopt bovendien ook niet. De mensen die in de natuur wonen, zijn geen bedelaars. De rijkdom zit niet eenzijdig in de ondergrond. Ecuador heeft een overvloedige rijkdom boven de grond: de biodiversiteit, de rivieren, de bossen, het oerwoud. De zogenaamde “bedelaar” van Correa woont in realiteit op een plek gehuld in rijkdom.
Het is precies wanneer men die rijkdom wegneemt, en het ecosysteem waarin mensen wonen verwoest, dat men van hen bedelaars maakt. Kleinschalige projecten die toelaten dat de natuur kan regeneren, veroorzaken geen problemen.
Of neem het debat dat vandaag gevoerd wordt in Chili over mijnbouw. Er is een groot verschil tussen grootschalige mijnbouw in een woestijn en een mijn in de omgeving van een gletsjer. Dat zijn de keuzes die gemaakt moeten worden.
Zijn er gevallen waarbij het statuut van rechtspersoonlijkheid voor de natuur verhinderd heeft dat het ecosysteem vernietigd werd?
Natalia Greene: De Piatua, een rivier in Ecuador, is bijvoorbeeld beschermd door beroep te doen op haar rechtspersoonlijkheid. Er was een milieuvergunning gegeven voor de bouw van een dam op die rivier, voor elektriciteit uit waterkracht. Maar de gemeenschap tekende verzet aan omdat die dam vissoorten in de rivier in gevaar zou brengen. De rechter oordeelde in het belang van de rivier en de dam is er niet gekomen.
In 2011 won de rivier Vilcabamba een rechtszaak tegen het bestuur van de provincie Loja, in het zuiden van Ecuador. De provincie kreeg hiermee de opdracht ervoor te zorgen dat een uitbreiding van een snelweg geen schade zou toebrengen aan de rivier.
Een andere opmerkelijke zaak is die van het Bos van de Ceders, Los Cedros, in de provincie Cotacachi. We vroegen daar om de rechten van de natuur te verdedigen. Dat verloren we, maar we wonnen wél wat betreft de aanklacht dat er bij de gemeenschap geen voorafgaande raadpleging was gehouden, zoals Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie voorschrijft.
'Artikel 73 stelt dat elke activiteit die leidt tot het uitsterven van een soort verboden is en dat de staat verplicht is om dit te verhinderen. '
De aanklacht over de rechten van het bos, die was afgewezen, werd vervolgens doorverwezen naar het Grondwettelijk Hof. Daar heeft de rechter een krachtig pleidooi gehouden ter verdediging van het bos, dat hij zo waardevol achtte dat het niet kan opgeofferd worden aan de mijnbouw. Tegen een uitspraak van het Grondwettelijk Hof kan niet in beroep gegaan worden, dus het mijnbedrijf moest zich neerleggen bij deze uitspraak.
We merken echt wel vooruitgang. Het middenveld speelt een cruciale rol om alert te zijn, aanklachten neer te leggen en rechten op te eisen. Je kan dit niet overlaten aan de staat.
Deze erkenning in de rechtspraak is nog jong. Is er een duidelijk kader, met heldere criteria, voor de rechten van de natuur?
Natalia Greene: Dat is nog een zwak punt. We hebben boek met indicatoren gepubliceerd, maar de conclusie is dat elk geval in zijn context bekeken moet worden. Er is bijvoorbeeld een geval van erkenning van de rechten van twee bomen in een gemeenschap, en wel omdat dit de enige twee bomen zijn in deze gemeenschap. Die hadden op die plaats méér waarde dan honderd bomen op een monocultuurplantage.
Er zijn de criteria in de grondwet. Die stelt dat de natuur het recht heeft op onderhoud, op regulering van de vitale cycli, op evolutieprocessen. Artikel 73 stelt dat elke activiteit die leidt tot het uitsterven van een soort verboden is en dat de staat verplicht is om dit te verhinderen. Dit artikel is vaak de basis om een aanklacht mee te funderen, zoals met het mijnproject bij de Intag-vallei, waarbij het uitsterven van twee soorten kikkers op het spel stond. De criteria in de grondwet bieden op die manier soms wel een houvast.
Wat is precies het verschil tussen een milieuovertreding en een schending van de rechten van de natuur?
Natalia Greene: De milieurechten horen thuis in een kader van mensenrechten. Het recht op een gezond milieu bijvoorbeeld past in een denkwijze die volledig antropocentrisch is (die de mens centraal stelt, red.). In de milieuwetgeving redeneert men als volgt: hoeveel kwik kunnen we in een rivier lozen? Hoe ver kunnen we gaan met het vervuilen of het uitputten? Het is als vragen aan een slavenhouder hoeveel slagen je mag geven aan de slaaf.
Het concept 'rechten van de natuur' situeert zich in een andere logica. Dan gaat het om het bevrijden van de slaaf, die een persoon is en die je helemaal niet kan slan. Het is een ander paradigma, dat de natuur bevrijdt van die objectivering.
We zijn nog volop die overgang aan het maken en begrijpen nog onvoldoende wat die rechten allemaal inhouden. Maar we evolueren wel in de richting van een grotere bescherming van de natuur. Daarbij gaan we nu op zoek naar hoe die rechten samen kunnen bestaan met de rechten van de mens. We kunnen het ene kader niet los zien van het andere.
Mens en natuur
De vraag naar de verhouding van de mens met de natuur lijkt zo oud als de mensheid. Talloze filosofen en onderzoekers hebben vanuit verschillende perspectieven die verhouding proberen te doorgronden.
Al in het Genesisverhaal in de Bijbel (Oude Testament) wordt de mens opgeroepen om de aarde te onderwerpen. De 15de-eeuwse wetenschapper Copernicus veroorzaakte een revolutie met zijn kijk op de aarde vanuit de ruimte. En wetenschapper James Lovelock, die vandaag 102 is, lanceerde de Gaia-theorie die stelt dat de aarde een levend organisme is, een complex zelfregulerend systeem.
Ook de geschiedenis van het recht is een onafgebroken evolutie van een steeds grotere kring die we in het rechtssysteem integreren. Ooit was er een tijd dat inheemse bevolkingsgroepen, zwarte mensen, vrouwen, kinderen geen rechten hadden. Vandaag is dat steeds meer een evidentie en breidt de cirkel zich uit naar de natuur, waarvan we weten dat ze essentieel is voor het voortbestaan van de mens en de planeet.
Zijn de rechters voorbereid op deze nieuwe denkwijze?
Natalia Greene: Dat is een van de grootste problemen waar we nog mee worstelen. De meeste rechters kennen de thematiek onvoldoende en zijn niet mee in dit denken. Ze zijn vergroeid met het bestaande systeem en missen de nodige informatie over de ernst van de aanklacht, de nodige kennis van wetenschappers en antropologen. Er moeten andere experten geraadpleegd worden, bijvoorbeeld biologen of ornitologen. Hier ligt er nog veel werk op de plank.
Onlangs werd ecocide, de grootschalige vernietiging van natuur of ecosystemen, erkend als een misdaad die aangeklaagd kan worden bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Hoe belangrijk is dit voor jullie beweging?
Natalia Greene: Wij hebben die campagne mee gesteund. Ik zie het als een tussenstap om te komen tot de erkenning van de rechten van de natuur. Voor men de rechten van de natuur kan erkennen, moet men erkennen dat er zoiets bestaat als ecocide.
Op dinsdag 29 maart is Natalia Greene één van de sprekers in het Zuidcafé over rechten van de natuur in De Roma (dat 11.11.11 organiseert in samenwerking met onder andere MO*, Broederlijk Delen en Oxfam Wereldwinkels).
Er moet ook geld voorzien worden om de schade aan de natuur te herstellen, niet alleen aan de bewoners.
Het is een grote stap vooruit, maar toch zie ik een probleem. Neem het geval van Texaco-Chevron. Dat oliebedrijf heeft in het verleden in de Ecuadoraanse Amazone een ecocide veroorzaakt (zie ook kader hieronder). Men kan Texaco veroordelen voor ecocide en in het beste geval de CEO van Texaco opsluiten, maar de natuur blijft intussen wel vernield.
Onze vraag voor rechten van de natuur is dat ook het perspectief wordt meegenomen dat de natuur nog kan regenereren. Een schadevergoeding voor de betrokkenen is goed, maar de natuur is niet geïnteresseerd in geld. Voor de natuur telt dat haar vitale cycli hersteld worden. Er zou dus ook geld voorzien moeten worden om de schade aan de natuur te herstellen, niet alleen aan de bewoners.
U was recent in Chili, waar het proces van het opmaken van een nieuwe grondwet volop loopt. Is er vooruitgang geboekt tussen dat pionierswerk in Ecuador en vandaag in Chili?
Natalia Greene: Uiteraard, voor ons was alles nog nieuw en ongekend. Ook de context is veranderd. Intussen zijn er nieuwe rapporten van het IPCC (het VN-Klimaatpanel, red.) over de klimaatverstoring en weten we dat de aarde afstevent op een gevaarlijke opwarming. We bevinden ons vandaag op een moment van transitie.
Intussen hebben ook al 37 landen op een of andere manier de rechten van de natuur erkend. Niet ingeschreven in de grondwet, maar wel als juridisch figuur, ten aanzien van een rivier, een ecosysteem, een gebied, een wetsontwerp.
'De grootste uitdaging vandaag is in te gaan tegen een systeem dat helemaal gericht is op de uitbuiting en uitputting van de natuur.'
Ook in Europa groeit deze mentaliteit. Noorwegen zet stappen in die erkenning van de rechten van de natuur. Ook in Frankrijk zijn er bewegingen die de Loire of de Seine rechten willen geven. En ook de regio van de Sami in Scandinavië erkent de rechten van de natuur.
Wat ziet u vandaag als de grootste hinderpalen waartegen jullie beweging het moet opnemen?
Natalia Greene: Dat is de status quo. Onze president Guillermo Lasso is ervan overtuigd dat de grootschalige mijnbouw verder ontwikkeld moet worden. Hij heeft het dan over 'legale en verantwoorde' mijnbouw, nu het olietijdperk op zijn einde loopt.
De andere grote uitdaging is om rechters te vinden die mee zijn met dit denken, en die gegronde uitspraken kunnen doen vanuit deze logica.
De grootste uitdaging vandaag is in te gaan tegen een systeem dat helemaal gericht is op de uitbuiting en uitputting van de natuur. Het extractivisme (ontginnen van natuurlijke rijkdommen op grote schaal voor de globale markt, red.) domineert in Latijns-Amerika.
Europa is heel erg afhankelijk van dit extractivisme. De vraag is hoe het gebruik van grondstoffen te limiteren. Want Europa focust nu op een energietransitie, en daarvoor zijn grondstoffen uit Latijns-Amerika erg belangrijk. We zitten in dezelfde boot, op dezelfde planeet, een planeet waarop alle leven ernstig bedreigd is.
Ecuador en milieubescherming: een verhaal apart
Ecuador schreef geschiedenis door ruim 25 jaar geleden een rechtszaak aan te spannen tegen oliegigant Texaco/Chevron, dat een historische vervuiling veroorzaakte in het Amazonewoud toen het daar olie ontgon tussen 1964 en 1990. Er volgde een jarenlang juridisch steekspel, waarna een Tribunaal in Den Haag in 2018 het oliebedrijf in het gelijk stelde. Het tribunaal legde ook een boete op van 8400 miljoen euro die Ecuador zou moeten betalen aan Chevron.
Het land kwam 15 jaar geleden opnieuw in de internationale belangstelling met een andere actie om het milieu te beschermen. Enkele milieuorganisaties hadden een voorstel uitgewerkt om de oliereserves onder het bijzonder waardevolle natuurgebied Yasuní, in het Amazonewoud, in de grond te laten. In ruil daarvoor wilden ze internationale compensatie krijgen voor de inkomsten die het land daardoor zou missen. Het werd een modelproject dat scoorde op de internationale klimaattoppen, tot toenmalig president Rafael Correa bezweek en het opzet uiteenspatte onder economische druk.
In 2008 werd Ecuador dan het eerste land ter wereld met een grondwet waarin een reeks rechten van de natuur verankerd werden.