Rigoberta Menchú: ‘Thuis voor toekomst vechten in plaats van elders de droom van de globalisering na te jagen’

Interview

Guatemalteekse activiste en Nobelprijs voor de Vrede in Brussel om jongeren hoop te geven

Rigoberta Menchú: ‘Thuis voor toekomst vechten in plaats van elders de droom van de globalisering na te jagen’

Rigoberta Menchú: ‘Thuis voor toekomst vechten in plaats van elders de droom van de globalisering na te jagen’
Rigoberta Menchú: ‘Thuis voor toekomst vechten in plaats van elders de droom van de globalisering na te jagen’

Inheemse vrouw zijn in Guatemala is niet makkelijk: de kans is groot dat je dan in extreme armoede leeft en chronisch ondervoed bent. Maar de Guatemalteekse activiste Rigoberta Menchú Tum, die ooit de Nobelprijs voor de Vrede won, gelooft in een jonge generatie voor verandering. ‘Deze jongeren zijn zo beloftevol. Hier zullen 50.000 Rigoberta’s rechtstaan.’

© Javier Perugachi

Rigoberta Menchú

© Javier Perugachi

Is er hoop in een land waar een volledige bevolkingsgroep nog altijd gediscrimineerd wordt? En waar geweld en straffeloosheid regeren? MO* sprak met de Guatemalteekse mensenrechtenactiviste Rigoberta Menchú Tum, en zij vindt van wel: ‘De jeugd is, volgens de wet van het leven, de volgende generatie die beslissingen zal nemen.’

Ze won ooit, in 1992, de Nobelprijs voor de Vrede en staat daarmee op hetzelfde lijstje als Nelson Mandela, Barack Obama en Malala Yousafzai. Rigoberta Menchú Tum. Die Nobelprijs kreeg ze omdat ze zich inzette voor de rechten en verzoening voor die inheemse volkeren in Guatemala.

Menchú is K’iché, een Maya-volk dat in de hooglanden van Guatemala woont. Hun rechten werden zwaar geschonden tijdens de burgerloorlog in het land (1960-1996) en de genocide op de Maya-bevolking die daarmee gepaard ging. Menchú overleefde. Vandaag werkt ze aan de prestigieuze Mexicaanse Universiteit UNAM en blijft ze zich inzetten voor de mensenrechten.

Een bijzondere levensloop voor een vrouw die geboren werd in Laj Chimel, een klein dorpje op het platteland. ‘Dat is zo’, vindt ze zelf ook. ‘Maar eigenlijk maakt dit alles deel uit van een gezamenlijke geschiedenis. Ik heb altijd gedacht dat mijn opdracht en de rollen die ik opneem verbonden zijn met de collectieve herinnering van inheemse vrouwen.’

‘Ik maak deel uit van een inheemse groep met een sterke identiteitsbeleving en veel respect voor haar voorouders. Ik vind mezelf niet belangrijker dan andere vrouwen. Ik zie mezelf als een stem, een woordvoerster van zij die een proces moeten doorstaan dat zo moeilijk is als dat van de Maya-vrouwen.‘

Genocide overleefd

Menchú’s verleden loopt samen met de gewelddadige geschiedenis van haar land. Die is nog niet verwerkt, al werden de vredesakkoorden in Guatemala ondertekend in 1996, na 36 jaar burgeroorlog, staatsgrepen, militaire dictaturen en genocide van de inheemse Maya-bevolking.

200.000 mensen verloren in deze oorlog het leven, en de grote meerderheid van de slachtoffers waren inheemse Guatemalteken. Menchú verloor twee broers en haar ouders in de oorlog. Inheemse vrouwen werden verkracht en ondergingen verschrikkelijke seksuele folteringen.

We halen de iconische rechtszaak aan van de vijftien vrouwen van Sepur Zarco, in 2016, waarin twee legerofficieren veroordeeld werden voor misdaden tegen de mensheid. Menchú’s gezicht licht op. Zij speelde een grote rol in de zoektocht naar gerechtigheid.

Maar straffeloosheid overheerst in Guatemala helaas nog steeds. In 2018 overleed dictator Efraín Rios Montt op 91-jarige leeftijd, onder finale veroordeling voor het aansturen van een van de donkerste periodes in de Guatemalteekse oorlog. Menchú klaagde hem in 1991 aan voor het Spaanse gerecht.

‘Het geweld dat ons is aangedaan, is de grootste misdaad tegen de mensheid.’

‘Het geweld dat ons, de inheemse vrouwen en volken, is aangedaan, zie ik als de grootste misdaad die de mensheid heeft begaan’, zegt Menchú. ‘Onze mensen praatten geen Spaans. Ze begrepen het systeem van de politieke en economische macht niet. Ze begrepen nooit de ideologieën waar westerlingen elkaar om bevechten. Toch werden ze uitgeroeid en gebruikt voor een vuile oorlog.’

‘Deze misdaad is een schuld die de mensheid heeft tegenover de Maya-volken. En als we naar Peru, Argentinië en andere landen op het Latijns-Amerikaanse continent kijken, dan herhaalt dit zich.’

Menchú wisselt ernst af met een lach. Ze gaat in eenzelfde zin over van het donkere verleden en de huidige problemen in Guatemala naar hoop op een betere toekomst. ‘Ik heb nooit alleen de negatieve kant gezien, maar we mogen de problemen ook niet negeren.’

© Javier Perugachi

Rigoberta Menchú op de Belgische editie van de Peace Jam Conferentie op de VUB.

© Javier Perugachi

Inheemse vrouw zijn

Menchú vertelt over waar ze vandaan komt. Ze praat over de pijn van een volk dat de genocide met zich blijft meedragen. Toch heeft ze het vooral over de kracht van de Maya-bevolking en de hoop die ze ontwaart in de kinderen en kleinkinderen van de oorlogsgeneratie.

‘Inheemse vrouw zijn op het platteland staat in Guatemala synoniem aan chronische ondervoeding. Een zwangere vrouw kan haar zwangerschap misschien niet tot een goed einde brengen, omdat ze honger heeft. Maar dit zijn ook vrouwen die vooruit gaan om te overleven, vrouwen die de veiligheid van hun kinderen en familie garanderen.’

De Maya-spiritualiteit is belangrijk in het verhaal van de genezing van een volk: ‘Wij staan sterk met de kennis en de wijsheid van onze voorouders. Wij bewaren deze wijsheid. We hebben geen institutionele godsdienst, maar een natuurlijke invulling van spiritualiteit.’

De trauma’s van een generatie

Menchú legt uit dat iedereen trauma’s verwerkt op zijn eigen manier. ‘Voor sommige van onze mensen was het leven zo pijnlijk dat ze dit niet willen doorgeven aan de nieuwe generaties. “Ik wil mijn zoon of dochter niet de diepe pijn doorgeven die ik heb ondergaan”, vinden ze. “Ik moet tonen dat ik iemand ben die vooruit kan.”’

‘En zo moeten de kinderen er zelf maar achter zien te komen. Het gevolg is dat het onverwerkte trauma aan meerdere generaties doorgegeven wordt.’

De Belgische inzending voor de Oscars dit jaar, Nuestras Madres, vertelt het verhaal van die zoektocht. Regisseur César Díaz verwerkt in zijn film het verhaal van zijn vader die in 1982, tijdens het regime van Ríos Montt, verdween. De moeder van het personage in de film wil het verleden laten rusten. De zoon gaat op zoek.

Migratie en lokaal perspectief

In 2018 was er een sterke stijging van het aantal migranten dat vanuit Guatemala naar de VS ging, meer nog dan het aantal migranten uit Honduras en El Salvador. Honger wordt naar voren geschoven als de belangrijkste reden waarom zoveel inwoners vertrekken uit de arme hooglanden in Guatemala. ‘De nood om te migreren is wat de Maya-bevolking vandaag het meest raakt. De migratieverhalen van onze mensen weerspiegelen een groot leed.‘

‘Het gaat in tegen de roep van de globalisering, maar ik zeg jongeren dat ze eerst thuis moeten proberen om een leven op te bouwen.’

‘Ik geloof dat iedereen een perspectief kan vinden in zijn thuisplaats. Ik zeg de jongeren dat ze het eerst hier moeten proberen. Zet een zaak op met het weinige geld dat je hebt, open een klein winkeltje, bewerk het land.’

Proberen migreren stelt grote uitdagingen in tijden van de Noord-Amerikaanse president Donald Trump en zijn deportatiebeleid. ‘Als je met een coyote (mensensmokkelaar, red.) naar het noorden vertrekt, raak je in de schulden. Als ze je terugsturen, kom je terug thuis zonder iets. Dat is de dramatische realiteit van de migratie’, zegt Menchú.

‘Ik ben optimistischer op de plek waar ik geboren ben, méér dan op een plek waar veel spullen en materialisme zijn, en geld dat niet van mij is. Het gaat in tegen de roep van de globalisering, maar ik denk dat het goed is om de jeugd op het hart te drukken door te zetten in hun dorp en land.’

Guatemala moet veranderen

De VN-rapporteur voor de rechten van inheemse volkeren, Victoria Tauli-Corpuz, drukte in 2018 haar bezorgdheid uit over de ongelijkheid en discriminatie die de inheemse volken in Guatemala ondervinden. Meer dan de helft van de inheemse vrouwen en kinderen zijn ondervoed. Veertig procent van de inheemse gemeenschappen leeft in extreme armoede.

Menchú beseft: ‘Dit land zal moeten veranderen. Guatemala kan niet verder racistisch zijn en haar mensen onderdrukken. Het kan niet dat een kleine egoïstische groep mensen die zich Europeanen of Spanjaarden voelen dit land blijft leegroven.’

© Javier Perugachi

Rigoberta Menchú op de Belgische editie van de Peace Jam Conferentie op de VUB.

© Javier Perugachi

Menchú nam in 2007 en 2011 deel aan de presidentsverkiezingen in Guatemala. Ze kreeg een laag percentage stemmen op haar naam. Bij de verkiezingen vorig jaar bracht de inheemse presidentskandidate en mensenrechtenactiviste Thelma Cabrera hoop op politieke verandering, maar ook toen was het draagvlak niet groot genoeg voor de tweede ronde. Het Centraal-Amerikaanse land is blijkbaar nog niet klaar voor een inheemse vrouw als presidente.

Volgens Menchú moet je voor verandering niet aan de top beginnen. ‘De verkiezingen in de gemeentes zijn een goede plaats voor actie. De mensen kennen er elkaar. We moeten ook het parlement en andere instellingen gebruiken om verandering teweeg te brengen. Of we kunnen deelnemen aan de zakenwereld en in ondernemingen. In Guatemala is geld bezoedeld, maar geld is niet per se altijd vies. Verandering kan het resultaat zijn van het werk van veel mensen.’

‘Ik denk dat veel jongeren zich hier van bewust zijn. Het probleem is dat velen die afstuderen geen werk vinden. De kennis en capaciteiten van onze landgenoten wordt niet erkend en ingezet.’

‘Deze jongeren zijn zo beloftevol. Hier zullen 50.000 Rigoberta’s rechtstaan.’

Menchú gaat tijdens het gesprek iedere keer weer van de pijn en het geweld naar de hoop die ze in de jongeren vindt. ‘Ik zat recent nog samen met jonge Maya-meisjes en -vrouwen die een indrukwekkend leiderschap vertonen. De ouders van deze jonge generatie Maya-vrouwen groeiden zelf ook al op onder betere omstandigheden. Deze jongeren zijn zo beloftevol. Ik zei hen: “Hier zullen 50.000 Rigoberta’s rechtstaan.”’

‘We hebben vandaag veel inheemse jongeren die een academisch carrière doorlopen en perspectief hebben om deel te nemen in de half-westerse of westerse instellingen. We duwen muren omver, zonder onze identiteit naast ons neer te leggen. Dit is de weg van onze jeugd. In Guatemala is 60 procent van de bevolking Maya en een groot deel daarvan is jong. Zij zijn de bewaarders van de 23 talen van ons land. Ondanks de genocide, ondanks de verwoesting zijn wij hier, met kracht.’

Haar zwarte ogen gaan fonkelen. ‘Het is zo belangrijk voor mij om dit op mijn leeftijd te zien’, zegt de 61-jarige activiste.

Mensenrechten in Latijns-Amerika

Mechú’s engagement gaat verder dan Guatemala. In november was ze in Chili om haar bezorgdheid uit te drukken over de schendingen van de mensenrechten tijdens de protesten, en om de situatie van de inheemse Mapuche-bevolking aan te kaarten.

‘Chili huilt en bloedt’, zegt ze ongerust, verwijzend naar de vele wonden, letsels en buitenrechtelijke executies in het land in protest. ‘De strijd in Chili heeft een heel duidelijk doel. In Chili valt het neoliberale model omver. Wat er in Chili aan het gebeuren is, betekent veel voor de rest van Latijns-Amerika.’

Wanneer ik vraag naar de staat van de mensenrechten in het continent, is het lijstje kwaad dat Menchú opnoemt, lang en ontmoedigend. ‘Het is waar dat Latijns-Amerika een moment van crisis beleeft. Sociale crisis, ongelijkheid, corruptie. Georganiseerde misdaad, schuldenlast, feminicides (moord op vrouwen, red.). Mensenhandel, hedendaagse slavenhandel, prostitutie, ook van kinderen, migratie. En dan zijn er de gevolgen van de oorlogen die nog steeds impact hebben.

USAID Guatemala (CC BY-NC-ND 2.0)

K’iche-vrouwen die net gestemd hebben bij de verkiezingen. ‘Inheemse vrouwen leven in Guatemala vaak in extreme armoede.’

USAID Guatemala (CC BY-NC-ND 2.0)

In eigen land zette voormalig president Jimmy Morales vorig jaar de VN-commissie tegen de straffeloosheid (CICIG) buitenspel. Met het aantreden begin januari van huidig president Alejandro Giammattei, van de rechts-conservatieve partij VAMOS, is er niet veel hoop op verandering.

‘Hoe kan je vrede beleven die in theorie goed klinkt, maar in het dagelijkse leven niet werkt?‘

‘We kijken ook met ongerustheid naar Colombia. De vredesakkoorden daar worden moeizaam uitgevoerd, net als in andere landen in Latijns-Amerika. Maar hoe kan je vrede beleven die in theorie goed klinkt, maar in het dagelijkse leven niet werkt?’

‘In Guatemala proberen we al meer dan twintig jaar de vredesakkoorden uit te voeren, met vallen en opstaan. Het zijn politieke akkoorden, geen akkoorden die een echte verandering teweegbrengen. Met geweld en straffeloosheid kan je niet spreken van een democratie.’

Menchú’s wil om de wanhoop niet de bovenhand te laten krijgen, is bewonderenswaardig. Het is waarschijnlijk ook de reden waarom ze staat waar ze nu staat. Ze balanceert haar eigen realistische inzicht met optimisme: ‘Latijns-Amerika heeft veel uitdagingen. Maar ik wil geen pessimist zijn. We zijn er in Latijns-Amerika veel op vooruit gegaan.’

Voorzichtige vooruitgang

We eindigen ons gesprek in haar eigen land, waarvoor ze hoop blijft koesteren: ‘De mensen zijn humaner geworden. Ze weten wat er verloren gaat bij direct geweld.’

Menchú vertrouwt op de generaties die haar opvolgen. ‘De jeugd is volgens de wet van het leven de volgende generatie die beslissingen zal nemen. We moeten met hen samenwerken, zodat ze anders kunnen denken en misschien anders handelen.’

‘Voor mij is dit heel mooi om te zien. Toen ik de wereld instapte, met veel pijn en leed, zag ik bijna geen andere Maya-vrouw een vliegtuig nemen. Nu ga ik naar de luchthaven en zie ik Maya’s het vliegtuig nemen, de wereld in. Ik zie dit als een grote verwezenlijking en het maakt mij gelukkig, vooral als het familie is.’

Ze kijkt blij naar haar nichtje Maya, die samen met haar in België is, op een vredesconferentie van de Vrije Universiteit Brussel. ‘Maya heeft Internationaal Recht gestudeerd. Mijn ouders hadden nooit kunnen dromen dat in onze familie iemand aan de universiteit zou afstuderen.’

© Javier Perugachi

© Javier Perugachi