Hongarije is een paradijs voor buitenlandse bedrijven. Maar Hongaren migreren massaal

Interview

Hongaars activist vraagt Europese aanpak voor Hongaarse uitdagingen

Hongarije is een paradijs voor buitenlandse bedrijven. Maar Hongaren migreren massaal

Hongarije is een paradijs voor buitenlandse bedrijven. Maar Hongaren migreren massaal
Hongarije is een paradijs voor buitenlandse bedrijven. Maar Hongaren migreren massaal

Bart Grugeon plana

28 maart 2019

‘Sinds 2000 zijn de sociale rechten afgebouwd en is de verzorgingsstaat ontmanteld’, vertelt Hongaars activist Robert Fidrich. Alleen een Europees progressief beleid kan volgens hem soelaas bieden, ‘met een minimale vennootschapsbelasting en een harmonisatie van het minimumloon op Europees niveau’.

CC0

CC0

Fidesz, de partij van Hongaars premier Viktor Orbán, werd vorige week geschorst uit de Europese Volkspartij. Corruptie, een controversiële anti-EU campagne en een ingeperkte vrijheid van meningsuiting vormen de grootste bekommernissen die de Europese christen-democraten tot schorsing aanzetten.

Ook de Hongaarse activist Robert Fidrich hekelt dat de regering van Orbán de vrije hand heeft om een antisociaal en xenofoob beleid te voeren, zolang de maatregelen erg gunstig zijn voor buitenlandse investeerders, in het bijzonder de Duitse auto-industrie. Fridrich, die ondermeer coördinator is van “Friends of the Earth” in zijn land, vertelt over arbeidsvoorwaarden, de massale emigratie van jongeren, en de nood aan een progressief Europees perspectief.

Waar staat de zogenaamde “slave law” of “slavernijwet” voor in Hongarije?

‘Werknemers kunnen gemakkelijk onder druk worden gezet, en het zal leiden tot misbruiken’

Robert Fidrich: Het is een amendement van de huidige arbeidswet die in januari 2019 in werking is getreden. Het staat bedrijven toe om hun werknemers ‘voor te stellen’ om vierhonderd extra uren per jaar te werken, wat neerkomt op zes werkdagen per week. Dit is buitensporig, en op termijn zal dit leiden tot de uitputting van het personeel.

Bovendien komt het bedrijf met iedere werknemer tot een individuele overeenkomst over de extra werkuren, het is dus niet het resultaat van collectieve onderhandelingen waar de vakbonden bij zijn betrokken. Werknemers kunnen dus gemakkelijk onder druk worden gezet, en het zal leiden tot misbruiken.

Bovendien wordt het overwerk berekend over een periode van drie jaar. Misschien moet er twaalf uur per dag gewerkt worden gedurende enkele maanden, en vervolgens maar zes uur. Het is pas na drie jaar dat het totale aantal uren in rekening worden gebracht en zal bekeken worden hoe veel extra uren moeten worden vergoed. Ook het omgekeerde kan gebeuren: wanneer iemand een baan begint en minder dan 48 uur per week werkt, en beslist om van werk te veranderen, dan zou hij geld moeten terugbetalen aan het bedrijf.

CC BY-NC-SA Bart Grugeon Plana

Robert Fidrich

CC BY-NC-SA Bart Grugeon Plana

Is dit wel conform met internationale arbeidsregels?

Robert Fidrich: Hierover bestaat een debat. De Internationale Arbeidsorganisatie en de vakbonden zijn van mening dat het in strijd is met de internationale regelgeving. De Europese Commissie onderzoekt de wet.

Wat zit er achter zo’n antisociale maatregel?

‘Naar schatting is er een exodus van 300.000 tot 500.000 mensen op een totale bevolking van tien miljoen’

Robert Fidrich: Het is moeilijk voor bedrijven om werknemers te vinden, er is een groot tekort aan arbeid, Grote buitenlandse bedrijven zijn op zoek naar laaggeschoold werk aan zeer lage lonen, en de Hongaarse economie heeft zich georiënteerd om aan deze vraag te voldoen. Het minimum bruto salaris is ongeveer 480 euro, netto komt dat neer op 320 euro.

Veel Hongaren zoeken daarom werk in andere Europese landen, zoals Oostenrijk, Duitsland of het Verenigd Koninkrijk. Naar schatting is er een exodus van 300.000 tot 500.000 mensen op een totale bevolking van tien miljoen, vooral jongeren. Dat is enorm. De conservatieve regering besloot daarom dat degenen die in het land blijven dit moeten compenseren, door meer te werken.

Bestaat er niet meer protest?

Robert Fidrich: In december was er een demonstratie in Boedapest met tienduizend deelnemers. Dit jaar zijn er al vier manifestaties geweest. Dat lijkt misschien weinig, maar het is meer dan het hele afgelopen jaar. Over het algemeen zijn de vakbonden relatief zwak door het communistische verleden, toen ze deel uitmaakten van het politieke systeem en geen echte mobilisatiekracht hadden.

Sinds 2000 zijn de sociale rechten afgebouwd en is de verzorgingsstaat ontmanteld. Er zijn weinig organisaties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen en de Hongaren zijn gewend aan stabiliteit. Wij geloven dat met de nieuwe wet mensen zullen beseffen hoe kwetsbaar ze zijn, en protesteren.

Is deze wet niet heel nadelig voor de kiezers van de conservatieve en xenofobe regering van premier Viktor Orbán?

‘In Hongarije hebben we helemaal geen probleem van immigratie. Migranten willen hier niet komen omdat de lonen zo laag zijn’

Robert Fidrich: Inderdaad, en dat is een paradox: veel sociale wetten gaan in tegen de belangen van de kiezers van de regeringspartij, Fidesz. Die besteedt alle aandacht aan het zogezegde probleem van immigratie, en zwijgt in alle talen over het fundamentele probleem: de arbeidsomstandigheden.

In Hongarije hebben we helemaal geen probleem van immigratie. Migranten willen hier niet komen omdat de lonen zo laag zijn, en ze geven er de voorkeur aan om naar andere landen te gaan. Voor diegenen die uit Oekraïne komen is het omwille van de taal makkelijker om zich aan te passen in Polen, Tsjechië of Slowakije.

Hoe zijn de arbeidsomstandigheden?

Robert Fidrich: Het grootste probleem zijn de lage lonen en de lange werkdagen. Twaalf uren per dag monotone taken uitvoeren, rechstaand, met dezelfde bewegingen, is heel gewoon. De verplichting tot overuren zorgt ervoor dat werknemers uitput geraken en hun geestelijke gezondheid en gezinsleven lijden eronder.

Het lijkt een situatie die erg moeilijk te veranderen is…

‘Hongarije heeft zijn economie georiënteerd als een paradijs voor buitenlandse bedrijven’

Robert Fidrich: Hongarije heeft haar economie als een paradijs voor buitenlandse bedrijven georiënteerd, met lage lonen, een vennootschapsbelasting van negen procent en vele andere fiscale en financiële voordelen. Op dit moment is de automobielindustrie, met een sterke aanwezigheid van de grote Duitse merken, goed voor 27 procent van de economie, en de elektronica voor dertien procent.

De minister van Buitenlandse Zaken verklaarde zich tegenstander van het klimaatbeleid omdat het “ingaat tegen de belangen van de Duitse auto-industrie en dus ook tegen die van Hongarije.” Met een houding die zo gunstig is voor de Duitse economie kan de regering van Viktor Orbán doen wat hij wil, ondanks de aanmaningen van Angela Merkel.

Welke oplossingen stelt u voor?

‘Er is dringend nood aan een progressief Europees beleid dat zich oriënteert op het principe van “tax justice”’

Robert Fidrich: Op de lange termijn moet de staat investeren in onderwijs om een economie op te bouwen die meer waarde kan genereren voor de samenleving, maar op dit moment gebeurt het tegenovergestelde: het is een sector waar volop wordt bezuinigd.

Er is dringend nood aan een progressief Europees beleid dat zich oriënteert op het principe van “tax justice”, met een minimale vennootschapsbelasting in heel Europa, om zo te voorkomen dat staten mekaar beconcurreren om investeerders aan te trekken. Ook de harmonisatie van het minimumloon op Europees niveau is een vereiste.

Als milieuactivist pleit ik voor een ingrijpende verandering van ons economisch model, dat veel meer rekening moet houden met externaliteiten voor mens en planeet, en dus meer holistisch moet zijn. Dit alles kan enkel gebeuren met een progressief beleid op Europees niveau.

Bron: Directa.cat