Jurist Ruben Bruynooghe biedt migranten in gesloten centra een luisterend oor
‘Bijna iedereen waarmee ik spreek heeft het op een bepaald moment over zelfdoding’
Migranten zonder de juiste papieren kunnen, in afwachting van hun uitzetting, opgesloten worden in een detentiecentrum. Ruben Bruynooghe, die er mensen bezoekt, werpt een licht op een weinig gekend instrument in ons asielbeleid: ‘Het mag dan wel wettig zijn, ik vind het systeem onrechtvaardig.'
Ruben Bruynooghe: ‘Als advocaat in opleiding kwam ik met de gesloten centra in aanraking. Het mag dan wel wettig zijn, ik vind het systeem onrechtvaardig. En ik wil deel uitmaken van de beweging die zich hiertegen verzet.’
© Lisa Develtere
Migranten zonder de juiste papieren kunnen, in afwachting van hun uitzetting, opgesloten worden in een detentiecentrum. Jurist Ruben Bruynooghe bezoekt mensen in deze centra. Hij werpt licht op een weinig gekend instrument in ons asielbeleid: ‘Het mag dan wel wettig zijn, ik vind het systeem onrechtvaardig.’
‘Wie onwettig in ons land verblijft, moet terugkeren. Dat gebeurt liefst vrijwillig, maar het is naïef te denken dat zoiets voor iedereen lukt. Je moet ook mensen kunnen vasthouden met het oog op gedwongen terugkeer.’ Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) verdedigde onlangs op X, het voormalige Twitter, de gesloten terugkeercentra voor migranten.
Vandaag telt ons land zes detentiecentra, met een totale capaciteit van 751 plaatsen. De Moor plant nog drie bijkomende centra en een vertrekcentrum waardoor de capaciteit tot 1145 plaatsen wordt opgetrokken.
De centra worden beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken. Het doel? Zeker zijn dat wie niet de juiste papieren heeft om in ons land te verblijven van het grondgebied verwijderd wordt.
In 2022 verbleven een 4285 mensen in de centra. 77% werd verwijderd, 23% kreeg een vrijstelling. Door de coronapandemie zaten er de afgelopen jaren een pak minder mensen in de centra. De jaren voor de pandemie verbleven er zo’n 8000 mensen.
Administratieve beslissing
Lijnrecht tegenover de staatssecretaris staat Move, een coalitie van Caritas International, CIRÉ, Jesuit Refugee Service Belgium (JRS) en Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Deze vier ngo’s willen de gesloten centra afschaffen. Zij spreken trouwens liever over ‘administratieve detentiecentra’ waarmee ze benadrukken dat de mensen er zonder voorafgaandelijk vonnis worden vastgehouden.
Wie dan wel beslist of iemand naar een gesloten centrum moet? ‘Iemand van de Dienst Vreemdelingenzaken, een ambtenaar’, legt jurist Ruben Bruynooghe uit. Bruynooghe werkt voor JRS en kent de detentiecentra vanbinnen en vanbuiten. Letterlijk. Want hij is een van de mensen die de centra kan bezoeken.
‘In principe mag je enkel vastgehouden worden in zo’n gesloten centrum als zachtere maatregelen niet werken. Het probleem is dat die zachtere maatregelen niet bestaan’, legt Bruynooghe al bij het begin van ons gesprek een eerste pijnpunt bloot. ‘Het is ofwel vrijlaten en een bevel geven om het grondgebied te verlaten, ofwel opsluiting. Er is geen tussenweg.’
Onrechtvaardig
Bruynooghe studeerde rechten aan de KU Leuven. Als advocaat in opleiding was hij bezig met vreemdelingenrecht. Hij besloot internationaal recht aan de Universiteit van Leiden bij te studeren, waar hij zijn thesis schreef over gesloten centra. Naast zijn job is Bruynooghe ook vrijwilliger bij de Commissie van Toezicht voor het gevangeniswezen.
Een dik betaalde job als advocaat zegt hem niets. ‘Geld heeft me nooit gemotiveerd. Als advocaat in opleiding kwam ik met de gesloten centra in aanraking. Het mag dan wel wettig zijn, ik vind het systeem onrechtvaardig. En ik wil deel uitmaken van de beweging die zich hiertegen verzet.’
‘Ik wil deel uitmaken van de beweging die zich tegen de gesloten centra verzet.’
Eén dag per week trekt Bruynooghe naar het transitcentrum Caricole, nabij de luchthaven van Zaventem. ‘Ik ben daar aanwezig als mens’, legt hij het doel van zijn bezoeken uit. ‘Veel mensen in administratieve detentie voelen zich een nummer in een complex staatsapparaat. Ik maak duidelijk dat ik niet van de overheid ben, maar gewoon een mens die hen bij de voornaam aanspreekt en niet met hun badgenummer.’
Wie zijn de mensen in de gesloten centra?
Ruben Bruynooghe: Een deel werd door de politie zonder juiste papieren aangetroffen op het grondgebied, bijvoorbeeld op een bouwwerf. Andere mensen zijn al lang in België en bouwden een heel leven op. Zodra ze een aanvraag doen om hun situatie te legaliseren, weet de administratie waar ze wonen.
In bepaalde gevallen krijg je dan een tijdelijk verblijfsrecht tijdens de procedure. Maar niet vanaf dag één. Er is dus een korte periode waarbij je jezelf kenbaar maakt maar nog geen verblijfsvergunning hebt. De administratie kan de politie vragen om je te arresteren en naar een detentiecentrum te brengen.
Een andere groep in de gesloten centra komt uit de gevangenis. Ze hadden geen legale verblijfsdocumenten, maar de verwijdering uit ons land kon niet vanuit de gevangenis gebeuren. Ik vraag me dan af waarom men denkt dat de verwijdering wel vanuit het gesloten centrum zal lukken. Voor deze mensen voelt de detentie als een verlenging van hun straf.
Het centrum dat u bezoekt is fysiek verbonden met de luchthaven van Zaventem. Verblijven er ook mensen die daar landen zonder de juiste papieren?
Ruben Bruynooghe: Ja, ik zie veel mensen die strikt genomen nog niet in België zijn. Volgens de wet zitten ze ‘aan de grens’, ook al zitten ze in het centrum gewoon samen met mensen die op het grondgebied aangetroffen werden. Zolang België iemand niet toelaat tot het grondgebied, is het een pak eenvoudiger om de persoon terug te sturen naar de laatste luchthaven waar hij vandaan kwam. Dat hoeft zelfs niet het land van herkomst te zijn.
‘Ik ken geen enkele Belgische rugzaktoerist die naar Latijns-Amerika reist en vooraf voor de hele reis een hotel boekt. Omgekeerd verwachten we dat wel.’
Ook asielzoekers die zonder visum in Zaventem aankwamen en onmiddellijk een asielaanvraag indienden, kunnen in het gesloten centrum terechtkomen in afwachting van een beslissing.
Een laatste groep zijn mensen die in Zaventem landen met de juiste papieren, maar waarvan de grenspolitie hun verhaal ongeloofwaardig vindt. Want al heb je een visum, je moet ook kunnen bewijzen dat je verhaal klopt. Een toerist moet bijvoorbeeld een hotelreservatie hebben voor de ganse periode dat hij in ons land is.
Nochtans boeken veel mensen maar voor één nacht omdat ze niet weten of het een goed hotel zal zijn. Ik ken geen enkele Belgische rugzaktoerist die naar Latijns-Amerika reist en vooraf voor de hele reis een hotel boekt. Maar omgekeerd verwachten we dat wel.
Transitcentrum Caricole is fysiek verbonden met de luchthaven van Zaventem. “Zolang België iemand niet toelaat tot het grondgebied, is het een pak eenvoudiger om de persoon terug te sturen naar de laatste luchthaven waar hij vandaan kwam.”
Karmakolle / Wikimedia (CC0)
Kortom, er zijn ook mensen die onterecht in Caricole vastgehouden worden?
Ruben Bruynooghe: Zeker. We hebben de paranoia dat iedereen die België binnenkomt hier voor de rest van zijn leven wil blijven om van een uitkering te genieten. Dat is simpelweg niet zo. Veel mensen willen ook zo snel mogelijk terug weg. En al helemaal wie hier in transit is om bijvoorbeeld door te reizen naar Canada.
‘We hebben de paranoia dat iedereen die België binnenkomt hier voor de rest van zijn leven wil blijven om van een uitkering te genieten.’
Soms zie ik absurde dingen. Zo wilde een Portugese man met Congolese roots naar Congo reizen voor een begrafenis. Aan de grens hielden ze hem tegen. Men wilde hem verwijderen naar Congo… De grenspolitie geloofde niet dat zijn Portugees paspoort echt was, maar zijn Portugese identiteitskaart vonden ze wel authentiek.
Waarom zou die man duizenden euro’s uitgeven om een paspoort te vervalsen als hij voor pakweg vijftig euro een echt paspoort kan krijgen? Hij vroeg uiteindelijk aan de Congolese ambassade een tijdelijk doorgangsbewijs zodat hij weg kon uit het gesloten centrum en op tijd zou zijn voor de begrafenis.
Ik las ook het verhaal van Junior, een Congolees die in België kwam studeren maar bij aankomst niet geloofd werd. Na 17 dagen in een gesloten centrum werd hij vrijgelaten omdat zijn verhaal toch bleek te kloppen.
Ruben Bruynooghe: Aan het begin van het academiejaar zien we wel vaker studenten. Er is veel argwaan: je kan wel een visum hebben, maar je moet de grenspolitie ook overtuigen dat je komt studeren. Dat verloopt heel arbitrair.
Soms stellen ze vragen over de inhoud van de studie, maar wat weet een agent zelf over pakweg oogheelkunde? Een student kan bijvoorbeeld van plan zijn om bij familie in Luik te verblijven en te pendelen naar de campus in Namen. Vindt de agent dat te ver, dan kan dat al voldoende zijn om te oordelen dat het hele verhaal ongeloofwaardig is.
‘In de gesloten centra verblijven veel mensen die criminele feiten pleegden’, tweette staatssecretaris Nicole De Moor onlangs. Klopt dat dan niet?
Ruben Bruynooghe: Er zijn mensen in de gesloten centra die overgeplaatst werden vanuit de gevangenis. Maar zij hebben hun straf uitgezeten.
Daarnaast worden veel zaken gecriminaliseerd waar ik vragen bij heb, zoals het gebruiken van een vals paspoort. Of iemand die zonder papieren of arbeidsvergunning wordt aangetroffen op een werf. Is dat nu echt een crimineel persoon die opgesloten moet worden?
Hoe lang verblijven mensen in een gesloten centrum?
Ruben Bruynooghe: Daar zit veel verschil op. Een toerist die perfect meewerkt en het geluk heeft dat er meteen een vlucht is, zit er maar een paar dagen. Maar bij anderen kan het weken tot maanden of zelf meer dan een jaar duren. Veel hangt af van hoe vlot de uitzettingsprocedure loopt en hoe gemakkelijk de nodige reisdocumenten verkregen worden. Maar zodra duidelijk is dat iemand niet kan verwijderd worden, wordt de detentie illegaal.
‘Zodra duidelijk is dat iemand niet kan verwijderd worden, wordt de detentie illegaal.’
Verwijdering is bijvoorbeeld onmogelijk als het land van herkomst tegenwerkt. Om iemand te kunnen terugsturen heb je tijdelijke reisdocumenten nodig van dat land. Algerije levert bijvoorbeeld niet snel zo’n documenten af als de persoon aangeeft niet terug te willen. Na 18 maanden kan België niets anders doen dan die persoon vrijlaten.
Wat is het doel van uw bezoeken aan Caricole?
Ruben Bruynooghe: In de eerste plaats vraag ik aan mensen hoe het met hen gaat. De mensen die er nog niet zo lang zitten, zeggen meestal dat het wel goed gaat, dat het personeel vriendelijk is en dat ze te eten krijgen.
Maar vaak keert dit gevoel tegen de volgende ontmoeting. Dan zijn ze vermoeid en hoor ik: ‘Ik kan het niet meer aan, het is zwaar.’ Ze gaan snel achteruit.
Kan u hen helpen?
Ruben Bruynooghe: Ik luister en breng mijn juridische kennis mee. Veel mensen zitten met vragen over hun opsluiting. Ze kregen wel min of meer een reden, maar vaak in een taal die ze niet begrijpen. Ze vragen dan uitleg aan andere bewoners of hun pro-Deoadvocaat, maar willen graag bevestiging van iemand van buitenaf.
‘Veel mensen zitten met vragen over hun opsluiting.’
Soms vragen ze me wat ik voor hen kan doen. Ik ben altijd blij met die vraag, want dan kan ik duidelijk antwoorden dat ik niet kom om hen te helpen vrijkomen. De wetgeving is heel restrictief, op dat vlak kan ik weinig betekenen. Maar ik kan wel antwoorden op vragen. En als ik in een verhaal iets hoor dat belangrijk is voor hun procedure, dan zal ik vragen of ik dat aan hun advocaat mag doorgeven.
Werken jullie als bezoeker samen met medewerkers van de detentiecentra?
Ruben Bruynooghe: Ik heb een nauw contact met de sociaal werkers, die officieel “terugkeerassistenten” heten. Soms vragen ze mij om eens met een bepaalde persoon te praten. Per bezoek zie ik zowat 15 mensen, en ik probeer voor elk gesprek uitgebreid de tijd te nemen. De sociaal werkers, hoe hard ze ook hun best doen, hebben die tijd niet. En doordat ik extern ben, voelen mensen zich bij mij beter op hun gemak om hun hart te luchten.
Als ik dingen hoor die niet oké of makkelijk op te lossen zijn, zal ik het altijd bij de sociaal werkers ter sprake brengen. Maar enkel in samenspraak met de opgesloten persoon, want onze gesprekken zijn vertrouwelijk. Als er volgens mij iets systematisch fout loopt dan bespreek ik het hogerop met de directie of administratie.
Zo kreeg ik signalen dat de mensen geen toegang hadden tot hun volledig medisch dossier. Al is het altijd wel moeilijk om zulke verhalen te verifiëren. Ik ben nooit zeker of iemand mij het volledige plaatje schetst of dat hij iets achterhoudt. Dus ik moet altijd behoedzaam te werk gaan.
‘Het gesloten centrum van Merksplas zit in de voormalige landloperskolonie. Dat zijn twee gebouwen tegenover elkaar. Het ene is het gesloten centrum, het andere is een gevangenis. Qua infrastructuur is dat dus exact hetzelfde.’
© Lisa Develtere
U ziet de mensen snel achteruitgaan, zegt u. Waar worstelen ze mee?
Ruben Bruynooghe: Quasi iedereen die daar zit, heeft veel stress. Neem iemand die wegvluchtte uit zijn land uit angst om daar in de gevangenis te belanden. Ze vluchten voor hun vrijheid en het eerste wat ze in België tegenkomen is opsluiting.
Ze beseffen: niet alleen zit ik nu opgesloten, er is een goede kans dat ik teruggestuurd word. En dat kan op elk moment van de dag of nacht gebeuren. Ze zien dat bij andere mensen.
‘Mensen vluchten voor hun vrijheid en het eerste wat ze in België tegenkomen is opsluiting.’
Je kan de impact van die wanhoop en stress objectief vaststellen. Bijna iedereen heeft maag- en darmklachten. Er wordt aan de lopende band gerookt, ook door mensen die vroeger nooit een sigaret hadden aangeraakt.
Verder heeft bijna iedereen waar ik mee spreek het op een bepaald moment over zelfdoding. De doodswens is lang niet altijd concreet, maar wie goed in zijn vel zit doet geen uitspraken zoals: ‘Ik sterf liever dan dat ik terug moet.’
In de detentiecentra heerst ook een opsluitingsregime?
Ruben Bruynooghe: Zeker. Je mag absoluut niet buiten, maar de bewegingsvrijheid hangt af van centrum tot centrum.
In Caricole zit je op een kamer met vier tot acht anderen. Je hebt een badge waarmee je de kamerdeur kan openen. Maar de gang is op slot. In andere centra gaan de kamers ’s nachts op slot.
Het gesloten centrum van Merksplas zit in de voormalige landloperskolonie. Dat zijn twee gebouwen tegenover elkaar. Het ene is het gesloten centrum, het andere is een gevangenis. Qua infrastructuur is dat dus exact hetzelfde. Het verschil met de gevangenis is dat je bijvoorbeeld een telefoon mag hebben. Geen smartphone, wel een ouderwetse gsm.
Maar mensen die het kunnen weten, zeggen me dat ze liever in de gevangenis zaten omdat ze daar overdag konden werken. In het gesloten centrum is wel animatie, maar het voelt meer als bezigheidstherapie.
‘Move’ wil een einde van de detentie van migranten. Hebben die centra dan geen enkel nut?
Ruben Bruynooghe: Het is niet illegaal dat we deze groep mensen opsluiten, maar ik vind het inhumaan. Het is een morele kwestie. Het is onze maatschappij onwaardig.
‘Dit is onze maatschappij onwaardig. Het is inhumaan.’
Zeker omdat het niet werkt als afschrikmiddel. Veel mensen wisten niet dat ze in België in detentie konden terechtkomen. Je kan niet afgeschrikt worden van iets dat je niet kent. En wie het wel kent, is er niet door afgeschrikt.
Neem Albanezen, qua aantal vastgehouden personen staan zij doorgaans op kop. Als ze worden teruggestuurd, nemen ze vaak de eerste bus terug naar België. Opsluiting is dus geen finale oplossing.
Als je in absolute aantallen kijkt hoeveel mensen er teruggestuurd worden, is dat maar een klein deel tegenover het aantal mensen dat jaarlijks naar België migreert. Het is een hele dure druppel op een hete plaat.
Waarom we het dan doen? De meeste Belgen weten niet wat een gesloten centrum is of dat het bestaat. Veel kiezers win je er dus niet mee. Het lijkt alsof we er ooit mee begonnen zijn om te kunnen zeggen dat we een stok achter de deur hebben en er nu niet meer van af geraken.
Wat moet er dan wel gebeuren met mensen die niet de juiste papieren hebben?
Ruben Bruynooghe: Je moet aan casemanagement doen. Dat wil zeggen dat je samen met de mensen reflecteert over hun toekomstplannen en de langetermijnoplossingen. De conclusie kan dan nog altijd zijn: ‘Sorry, voor jou is er geen weg om documenten te krijgen.’
Er zijn genoeg ngo’s die hier al mee experimenteerden en goede resultaten behaalden. De mensen bleven betrokken en er kwam een duurzame oplossing uit de bus. Dat kan terugkeer zijn of, als ze daar recht op hadden, een geslaagde verblijfsprocedure.
Denkt u dat de kans groot is dat de detentiecentra effectief afgeschaft worden?
Ruben Bruynooghe: Als ik naar het nieuwe Europese migratiepact kijk, vrees ik dat er eerder meer dan minder detentiecentra komen. Maar ik geloof dat het mogelijk is om van richting te veranderen. Al merk ik momenteel wel weinig inspiratie en creativiteit bij politici.
Wie vragen heeft rond zelfdoding, kan terecht op de Zelfmoordlijn via het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Sociaal.Net.