Schrijfster Selva Almada: ‘We nemen geweld tegen vrouwen nog altijd niet serieus’

Interview

De feministische beweging is in volle gang, maar de weg is nog lang

Schrijfster Selva Almada: ‘We nemen geweld tegen vrouwen nog altijd niet serieus’

Schrijfster Selva Almada: ‘We nemen geweld tegen vrouwen nog altijd niet serieus’
Schrijfster Selva Almada: ‘We nemen geweld tegen vrouwen nog altijd niet serieus’

In de jaren ’80 werden in Argentinië 3 meisjes vermoord. ‘Ze hadden een leven’, vertelt de gevierde Argentijnse schrijfster Selva Almada. In haar kroniek ‘‘Dode meisjes’’ geeft ze hen een gezicht en vertelt ze het verhaal van de vele andere slachtoffers van geweld tegen vrouwen.

© Enrique Garciá Medina

Selva Almada: ‘Het feminisme leeft op straat, in de protestacties, in het activisme.’

© Enrique Garciá Medina

‘Ze hadden een leven’, vertelt Selva Almada over de drie jonge meisjes die in de jaren ’80 in Argentinië werden vermoord. In haar aangrijpende kroniek Dode meisjes geeft de gevierde Argentijnse schrijfster hen een stem en een gezicht. Tegelijk vertelt ze het verhaal van de vele slachtoffers van femicide. ‘Geweld tegen vrouwen is universeel.’

Ik ontmoet Selva Almada op een donkere novemberdag in Gent. Ze is schrijfster in residentie bij La Maison des Écrivains Étrangers et des Traducteurs in Saint-Nazaire, Frankrijk. Op uitnodiging van de vakgroep Letterkunde van de Universiteit Gent verblijft ze enkele dagen in België. Na haar Franse avontuur reist ze door naar Ecuador, waar ze in de hoofdstad Quito zal spreken op de Internationale Boekenbeurs.

Almada is een toonaangevende stem in de hedendaagse Latijns-Amerikaanse literatuur. De Argentijnse schrijfster heeft romans, kortverhalen, een poëziebundel, een kinderboek en een kroniek op haar naam staan. Ze is ook medeoprichtster van Salvaje Federal, een onlineboekenwinkel met titels van auteurs uit het Argentijnse binnenland.

Ons gesprek vindt plaats in het lege café van het hotel waar ze verblijft. De sfeer is gemoedelijk, we bestellen thee en koffie. Ik steek van wal met enkele vragen over Dode meisjes (2014), de bikkelharde kroniek over drie femicides in de jaren ’80, in het binnenland van Argentinië.

Andrea Danne was 19 jaar toen ze in 1986 in haar slaap werd vermoord. María Luisa Quevedo was 15 jaar toen ze in 1983 verdween. Enkele dagen later werd ze verkracht en gewurgd teruggevonden. Sarita Mudín, ten slotte, verdween in 1988 toen ze 20 jaar was. Haar lichaam is nooit teruggevonden. Waarom ze werden gedood? Omdat ze vrouwen waren.

‘Wereld van femicides’

Almada’s leven en literaire wereld beginnen in Entre Ríos, waar ze werd geboren en opgroeide. De provincie in het noordoosten van Argentinië is ook goeddeels de setting van Dode meisjes. De vertelster, die over de moord op een meisje in een naburig dorp hoort, is Almada zelf. ‘Dat was initieel niet mijn idee, maar herinneringen en zaken verbonden aan mijn leven en aan dat van de vrouwen met wie ik opgroeide, zouden zich sowieso opdringen.’

‘Maandenlang keken we alle avonden of de ramen gesloten waren, of er niemand onder het bed zat.’

De schrijfster vertelt over hoe ze op zoek ging naar een literaire reconstructie om in ‘de wereld van femicides’ van de jaren ’80 binnen te stappen. ‘Mijn vader maakte op zondag altijd vlees klaar op de barbecue. Hij luisterde naar de radio. Toen kwam het nieuws. Vanuit een heel vertrouwde situatie uit mijn kindertijd vernam ik het vreselijke nieuws van de moord op een meisje dat niet veel ouder was dan ik. Ze had mijn oudere zus kunnen zijn.’

In de loop van het boek zullen meer herinneringen over vermoorde meisjes opborrelen. Verhalen van seksueel geweld of vrouwenhaat. ‘Meer dan twintig jaar zou Andrea Danne me vergezellen,’ schrijft Almada. ‘Ze was er telkens als ik hoorde dat er weer een vrouw was vermoord.’

**Wat doet zo’**n huiveringwekkend nieuws met een jong meisje?

Selva Almada: In de tijd van de moord op Andrea was het woord femicide nog niet in gebruik. Het ging om een moord op een jong meisje, waar veel mysterie rond hing. Vooral omdat het in haar eigen huis was gebeurd. Niet op straat, niet op een dansfeest. Dat was heel aangrijpend voor mij en vele andere jonge tienermeisjes. Pas jaren later zag ik in dat dit een heel gewelddadige intrede in de wereld van vrouwelijkheid was voor mij.

Toen ik aan mijn boek werkte, sprak ik met vriendinnen uit die tijd. Ook zij herinnerden zich dat gevoel van verschrikking: maandenlang keken we alle avonden of de ramen gesloten waren, of er niemand onder het bed zat.

Het was ook de eerste keer dat ik besefte hoe we met dagelijks geweld leefden. Zo waren er de buren, van wie we allemaal wisten dat de man zijn vrouw sloeg. Of de jaloerse vriend die zijn vriendin bedreigde om haar huis in brand te steken.

Het was niet zo dat het allemaal normaal was, maar het was hun zaak. Het ging om een klimaat waarin geweld genormaliseerd werd. Het was bijna vreemd dat mijn vader niet gewelddadig was tegen mijn moeder en ons.

Welk effect heeft deze alomtegenwoordigheid van geweld?

Almada: Bij de voorbereidingen van mijn verhaal bedacht ik dat ik me nooit in geweldsituaties had bevonden. Ik besefte dat ik nooit extreme vormen van geweld had meegemaakt, maar wel zaken die vrouwen voortdurend moesten doormaken: bang zijn om alleen op straat te komen, om langs een groep mannen te wandelen. Heel ons leven lang.

‘Deze meisjes waren meer dan een naam en een femicidezaak.’

Ik dacht niet dat iemand me écht zou doden of verkrachten, maar ik voelde wel een zekere onrust. Ik voelde dat ik niet vrij kon rondwandelen, en had een ongemakkelijk gevoel in mijn lichaam. Het zijn die kleine manifestaties van dagelijks geweld die femicide ondersteunen.

Als lezer treed je binnen in de wereld en levens van deze drie vermoorde meisjes. Dat is, denk ik, een groot deel van de kracht van het boek. U vertelt hun verhaal.

Almada: Ik wou over deze gevallen van femicide schrijven, vertellen wie de meisjes waren. Ik wou beschrijven hoe deze drie jonge meisjes straffeloos vermoord werden, want er is nooit iemand veroordeeld voor deze moorden.

Deze meisjes hadden een verhaal. Ze waren zoals eender welke meisjes van die leeftijd die werkten of studeerden. Ze wilden dingen doen, misschien reizen of trouwen. Ze hadden een leven. Ik weet niet wat er van hen zou zijn geworden als ze nog leefden, maar het waren jongeren met dromen, verlangens, vrienden, vriendjes, familie. Ze waren meer dan een naam en een femicidezaak.

Ik groeide op in dezelfde periode als zij. Er waren veel dingen waarmee ik mij kon identificeren zonder de meisjes te hebben gekend. Dat voel je in het boek, en dat helpt de lezer om zich met hen te identificeren.

© Leandro Fernández / Sin Retorno

Ni Una Menos-protestmars tegen femicide in 2015 in Mendoza, Argentinië.

© Leandro Fernández / Sin Retorno

Universeel geweld

In het boek verwijst u ook enkele keren naar de junta in Argentinië, die duurde van 1976 tot 1983. In die tijd werden naar schatting 30.000 mensen vermoord. Ziet u een verband tussen dat schrikwekkende geweld en het genormaliseerde gendergeweld?

Almada: De dictatuur in Argentinië is alleen mogelijk geweest met de medeplichtigheid van de maatschappij. Sinds kort erkennen we dat ook: het was geen louter militaire, maar een militair-burgerlijke dictatuur. Het machismo en de misogynie zijn culturele problemen. Dat zo’n dictatuur heeft kunnen plaatsvinden, met steun van de maatschappij, zegt iets over onze cultuur.

In mijn boek toon ik aan dat de politie op het moment van de gebeurtenissen dezelfde is als de politie die voor de dictatuur werkte. Nog altijd, veertig jaar later, is de politie een heel machistische structuur. Agenten zijn gewelddadig en hechten niet veel belang aan de verdwijning van een meisje.

‘Femicide is niet alleen een probleem van Latijns-Amerika, het geweld is universeel.’

Er is een grote weerstand om gendergeweld serieus te nemen. Als een meisje niet thuiskomt, is de eerste opmerking altijd: ‘ze zal wel met een vriendje weggelopen zijn’.

Het is de schuld van het meisje of de vrouw.

Almada: Precies. Wanneer tijdens het dictatoriale bewind iemand verdween, zeiden de buren: ‘Die zal wel iets gedaan hebben’. Vandaag gebeurt hetzelfde wanneer een meisje verdwijnt. Vooral wanneer ze jong is en uit een arm milieu komt.

Wat zou ze gedaan hebben om dood te eindigen?, is de eerste vraag. Alsof het de schuld is van de vrouw en niet van de man die haar vermoordde. Verschrikkelijk.

De gebeurtenissen in uw boek spelen zich af in het Argentijnse binnenland. Wil u ook een universeel verhaal vertellen?

Almada: De namen kunnen veranderen, maar de patronen en de reacties herhalen zich. Daarin schuilt het universele. Ik vertel over deze drie gevallen van femicide, maar het had over eender wie van de vele dode meisjes kunnen gaan. De verhalen uit mijn boek vind je ook terug in de buurlanden van Argentinië. En dan hebben we het nog niet eens over Mexico, waar tien vrouwen per dag worden vermoord.

Ik ken de realiteit in Europa niet goed, maar ik zag net nog een serie over de moord op Laëtitia, een achttienjarig Frans meisje. Haar hele leven onderging ze het ene misbruik na het andere, met de medeplichtigheid van justitie en de mensen die haar moesten beschermen. Femicide is niet alleen een probleem van Latijns-Amerika, het geweld is universeel.

Trots op Argentijns feminisme

Hoe zijn de tijden en context veranderd tegenover de jaren ’80 en de gebeurtenissen in het boek?

Almada: Op wettelijk vlak is er veel veranderd. Neem het woord femicide. Dat benoemen, daarvoor een term hebben, was een enorme vooruitgang. Er zijn wetten die vrouwen beschermen, ngo’s en er is de feministische beweging.

‘Het feminisme leeft op straat, in de protestacties, in het activisme.’

De invloedrijke Ni Una Menos-beweging (‘Niet één [vrouw] minder’, red.) lanceerde bijvoorbeeld de schrikwekkende strijdkreet ‘ze vermoorden ons’. Dat overtuigde de mensen dat we niet onverschillig kunnen blijven bij het feit dat er elke 24 uur een vrouw wordt vermoord.

Vooral de laatste vijf, zes jaar groeide de feministische beweging in Argentinië enorm. Dat had een effect op heel Latijns-Amerika. Het besef is bij veel mensen neergedaald. We denken vandaag anders over de zaken, we zoeken de juiste terminologie, er wordt over geweld gepraat.

Ik ben trots op de feministische beweging in Argentinië. Ook omdat ze zich heeft losgemaakt van de academische wereld. Het feminisme is van het volk, je moet geen stapels boeken meer hebben gelezen om feminist te zijn. Het feminisme leeft op straat, in de protestacties, in het activisme.

© Leandro Fernández / Sin Retorno

Ni Una Menos-protestmars tegen femicide in 2015 in Mendoza, Argentinië.

© Leandro Fernández / Sin Retorno

Is er sinds de Ni Una Menos-beweging en de nieuwe feministische wind ook een verbetering merkbaar in de geweldcijfers?

Almada: Neen, de cijfers blijven jammer genoeg constant, ondanks de acties van de feminismes (de feministische beweging in Argentinië spreekt over feminismes, om de diversiteit van de beweging weer te geven, red.). Min of meer elke 24 uur vindt in Argentinië een femicide plaats. De acties van het verschrikkelijke machisme, die altijd al gewelddadig waren, verergeren.

Cijfers over gendergeweld worden nog niet zo gek lang bijgehouden. Bovendien bleven veel femicides onder de radar, of werden ze bestempeld als ongelukken thuis of zelfmoorden. En zelfs al waren het zelfmoorden, wat bracht deze vrouwen ertoe om zichzelf het leven te ontnemen? Misschien waren ze wel vele jaren het slachtoffer van geweld.

Is de verdienste van het feminisme in Argentinië misschien dan dat meisjes en vrouwen zich niet meer alleen voelen?

Almada: Ik denk het wel. Weten dat je kan praten met je vriendinnen, je buurvrouw of je collega’s over wat je is overkomen, en je niet alleen voelen, is heel belangrijk. Vooral als je weet dat, wanneer je aangifte doet, je nog altijd niet al te serieus wordt genomen.

Misschien kunnen we nog niet helemaal op de politie en het gerecht rekenen, maar we kunnen wel op andere vrouwen bouwen. Dat is heel bevrijdend.

© Uitgeverij Vleugels

© Uitgeverij Vleugels

Dode meisjes door Selva Almada is uitgegeven door Uitgeverij Vleugels. 136 blz. ISBN 978 94 93186 31 6