Wat schuilt werkelijk achter het volksprotest in Servië?
‘Dat coronamaatregelen een machtsinstrument van autoritaire leiders zijn geworden. Dát potje kookt over’
‘Zoveel mensen die spontaan in woede uitbarsten: de vorige keer dat dit gebeurde was bij de val van Milosevic.’ Zo omschrijft journalist Ilir Gashi het volksprotest dat eerder deze maand in Servië losbrak. Willen Serviërs geen gezondheidsmaatregelen in het algemeen belang meer slikken?
‘Serviërs protesteren niet tegen een lockdown, maar tegen de politieke manipulatie van coronamaatregelen.’
© Vladimir Zivojinovic/Kamerades
‘Mensen begrijpen stilaan dat we opnieuw in een autocratische staat leven’, verklaart journalist Ilir Gashi het volksprotest in Belgrado eerder deze maand. Het is een reactie tegen de politieke manipulatie van de coronacrisis in Servië, waar politici en experten onder één hoedje spelen om cijfers te vervalsen.
‘Terwijl de Servische president Vučić en zijn Franse ambtsgenoot Macron in het Elysée genoten van een glas wijn en de muziek van Claude Debussy, tijdens gesprekken over de EU-toetreding van Servië, sloegen agenten van de oproerpolitie betogers in Belgrado half bewusteloos. Met hun knuppels hakten ze in op mensen die gewoon op bankjes zaten. Mijn maag keert om als ik de beelden zie.’ (bekijk hier en hier, waarschuwing: schokkend, nvdr).
Sinds de jaren ’90 had journalist Ilir Gashi uit Servië het niet meer gezien, zulke spontane woede-uitbarsting van zoveel mensen. Diezelfde dag, 7 juli, had de Servische president Aleksandar Vučić aangekondigd dat de regering opnieuw een strenge avondklok en een harde lockdown zou invoeren. Daarop waren spontane massaprotesten ontstaan.
Wie is Ilir Gashi?
Ilir Gashi is een onafhankelijke journalist en media-analist uit Servië. In EU-kringen geldt hij als een van de meest bevraagde bronnen rond persvrijheid in Servië. Vorig jaar maakte hij met de steun van het bekroonde Balkan Investigative Reporting Network de tiendelige animatieserie Dr. Spin: Dictator’s Guide To Media Control. Als voormalige directeur van de _Slavko Curuvija Foundatio_n richtte hij de School voor Digitale Journalistiek op. Hij is tevens oprichter van Cenzolovka.rs, een nieuwssite over bedreigingen voor de persvrijheid. Hij bracht Servische mediaorganisaties, ngo’s, journalisten en activisten samen tegen de afbouw van de persvrijheid. Momenteel is hij in Kosovo om te werken aan een videoverhaal over Servisch-Albanese relaties daar.
Volgens vele internationale media werd Servië zo het eerste Europese land waar het potje van frustratie door coronamaatregelen overkookte. Maar willen Serviërs werkelijk geen gezondheidsmaatregelen in het algemene belang meer slikken? Of is er meer aan de hand?
‘Serviërs protesteren niet tegen een lockdown, maar tegen de politieke manipulatie van coronamaatregelen’, zegt Gashi. ‘Eerst noemden de experten van de regering het coronavirus een “Facebookhype”, dan voerden ze de hardste lockdown van Europa in, dan lieten ze massabijeenkomsten toe bij het begin van de verkiezingscampagne. Om dit medisch te kunnen verantwoorden, vervalste de regering de cijfers van het aantal besmettingen en doden. Na de verkiezingen dreigde president Vučić plots met een nieuwe lockdown en gaf hij de burgers de schuld. Dát potje kookte over.’
Wat zegt dit over bewering dat autoritaire regimes beter zijn in het aanpakken van de coronacrisis dan democratieën?
Ilir Gashi: Autocratieën zijn waarschijnlijk effectiever om een harde lockdown in te voeren. Ze voelen zich niet gehouden aan de mensenrechten, schakelen oppositie uit en kunnen zonder terughoudendheid dwang gebruiken.
Maar dat betekent niet dat ze strijden tegen het virus. Aanscherping of versoepeling van coronamaatregelen is gewoon een van de vele instrumenten geworden in handen van autoritaire leiders om hun macht te bestendigen, zelfs als dit schadelijk is voor de volksgezondheid. Stilaan begrijpen mensen dat. De protesten in Servië zijn een teken aan de wand dat autoritaire regimes de crisis slecht aanpakken.
Hoe evolueerde de coronapandemie in Servië?
26 februari: de regering en hun medische experten noemen het coronavirus ‘een hype op sociale media’, ‘niet erger dan een griepje’.
Twee weken later voeren ze de hardste lockdown van heel Europa in.
Begin mei: president Vučić kondigt het einde van de noodtoestand af en roept de ‘overwinning’ uit op het virus, net wanneer de campagne voor de parlementsverkiezingen start. Plots gaat het van de hardste lockdown naar massademonstraties voor de Servische Progressieve Partij (SNS) van president Vučić, en massa-evenementen zoals voetbalwedstrijden.
21 juni: de SNS-partij van Vučić wint de gemanipuleerde verkiezingen.
22 juni: Balkan Investigative Reporting Network maakt bewijsmateriaal publiek uit de database van het aantal besmettingen en doden. Daaruit blijkt dat de regering het aantal coronaslachtoffers vervalste. Het echte aantal slachtoffers ligt drie keer hoger dan officieel gerapporteerd.
Volgens het Balkan Investigative Reporting Network vervalste de regering de cijfers om te doen alsof er een medische logica zou bestaan voor een sterke versoepeling van de maatregelen. Om een pluim op het hoofd te steken tijdens de verkiezingscampagne?
Ilir Gashi: Kijk gewoon naar de vreemde bewegingen van de curve. De hele maand mei en juni, tijdens de verkiezingscampagne, blijven de besmettingen zeer laag, om plots een paar dagen na de verkiezingen opnieuw een grote sprong omhoog te maken.
‘Het was alsof iemand de curve met een hamer had platgeslagen.’
Toeval?
Ilir Gashi: Dat geloof ik niet. Dat zie je als je de curve van het aantal doden bekijkt. Van eind mei tot een paar dagen na de verkiezingen is ze een horizontale lijn met elke dag zogezegd één dode. Alsof iemand die curve met een hamer heeft platgeslagen.
Cafépraat zoals “ze vervalsen de cijfers”, wilde ik nooit geloven. Maar dan zie je de bewijzen. Hoe kan je de staat ooit nog vertrouwen als je zelfs niet zeker weet of het aantal gerapporteerde overlijdens in ons land wel klopt? Het kan tien keer erger zijn dan wat ze zeggen, maar het kan evengoed minder erg zijn. Ze manipuleren de cijfers volgens wat de politieke macht op dat moment nodig heeft. Ze namen zelfs de moeite niet om de cijfers goed te vervalsen. Dat is een vernedering.
Protesten tegen de politieke manipulatie van coronamaatregelen in Servië werden brutaal neergeslagen door de politie.
© Igor Pavicevic/Kamerades
De ultieme vernedering kwam op 7 juli, toen president Vučić in een toespraak zei dat hij opnieuw een lockdown en avondklok zou invoeren, ‘wegens het onverantwoordelijke gedrag van sommige burgers’.
Ilir Gashi: Na massabijeenkomsten voor het eigen partijbelang de schuld geven aan de burgers, dat was de spreekwoordelijke druppel. Dat deed hij dan ook nog eens in zijn typische stijl van de vader die zijn kinderen berispt en het verdict bekendmaakt. Ik voelde me letterlijk geweld aangedaan.
De experten van de crisiscel lijken wel robotten. Ze zeiden dat verkiezingsbijeenkomsten en voetbalwedstrijden geen besmettingsrisico inhielden, maar protesten tegen de regering wel. Op dat moment veranderde het perspectief bij vele mensen.
Ik reisde onlangs dwars door Servië. Ik sprak met mensen van allerlei achtergronden. Iedereen zei: “Are they fucking with us?” Toen voelde ik al een sluipende bewustwording, voor het eerst sinds de jaren ’90, over het feit dat we opnieuw in een autocratische staat leven vergelijkbaar met het Hongarije van Viktor Orbán, maar waarschijnlijk nog erger.
De staat valt samen met de partij, een ontwikkeling die je in verschillende Centraal-Europese landen kan opmerken.
Ilir Gashi: Een voorbeeld hiervan: de SNS-partij van Vučić stuurde een brief, met het partijlogo, naar 1,7 miljoen gepensioneerden om hen eraan te herinneren dat “wij” voor hen “4000 dinar konden vrijmaken”. Hoe kan het dat één politieke partij privéadressen uit het pensioenfonds, een staatsbedrijf, gebruikt om zichzelf te promoten tijdens een verkiezingscampagne? Typisch voor de moderne autoritaire eenpartijstaten: één partij gebruikt de staat om voordelen te geven aan bepaalde groepen, om stemmen te kopen.
‘Voor het eerst sinds de jaren 1990 is er de bewustwording dat we opnieuw in een autocratische staat leven.’
Hoe verliepen de protesten?
Ilir Gashi: Mensen postten op sociale media dingen zoals “de maat is vol, ik ga naar het parlement”. Er was geen organisatie die mobiliseerde. Zoveel mensen die tegelijk spontaan in woede uitbarsten: de vorige keer dat dit gebeurde was in de jaren ’90 bij de val van Milosevic.
Er waren mensen die stenen gooiden naar de politie, waarschijnlijk provocateurs. Dan reageerde de politie niet tegen deze groep, maar tegen de hele betoging. Maar er was ook oprechte woede die uitmondde in spontaan geweld van betogers. Het was een kreet om aandacht over wat er in ons land aan het gebeuren is. Hoe dan ook was het politiegeweld extreem brutaal. Mensen maakten video’s die letterlijk mijn maag deden omkeren.
De sfeer in Servië is al een tijdje grimmig. De oppositie boycotte de verkiezingen, wat resulteerde in de laagste opkomst sinds de installering van een meerpartijensysteem in de jaren ’90. Vučić’ partij won met zestig procent, de grootste meerderheid in Europa. Ze hebben nu een absolute meerderheid in het parlement. Waren de verkiezingen ondemocratisch?
Ilir Gashi: De verkiezingen waren theater. Volgens het Centre for Research, Transparency and Accountability, een Servische ngo, voldeden ze aan het “absolute minimum” van democratische normen. Waarschijnlijk een eufemisme voor “onwettig”. In hun gedetailleerd rapport registreren ze dubbel zoveel onregelmatigheden als in 2016. Partijactivisten van Vučić kregen bijvoorbeeld lijsten van geregistreerde kiezers om op de verkiezingsdag mensen op te zoeken die nog niet hadden gestemd, om hen “aan te moedigen”. Hoe kunnen die lijsten zomaar in het bezit van één partij komen?
Er kan trouwens geen sprake zijn van vrije en eerlijke verkiezingen als de staat, bezet door één partij, de media controleert. Vučić kreeg dan ook onevenredig veel zendtijd en steeds in een positief daglicht. De weinige keren dat de oppositie aan bod kwam, was dat in een negatief daglicht.
Tot slot: Vučić’ besliste om de kiesdrempel te verlagen van vijf naar drie procent om zoveel mogelijk partijtjes naar het parlement te lokken en een meerpartijensysteem na te bootsen. Sommige valse oppositiepartijen kregen zelfs steun van Vučić’ partij om te kunnen meedoen aan de verkiezingen.
‘Stabiliteit en geopolitieke invloed: is dat het enige dat telt voor de EU, zelfs als daarvoor de democratie wordt opgeofferd?’
Hoe reageerde de EU?
Ilir Gashi: Teleurstellend. De EU koos ervoor om het evidente te ontkennen, namelijk dat de verkiezingen alles behalve vrij en eerlijk waren. Ze oefenden diplomatieke druk uit op de oppositie. Enerzijds wijzen ze op het belang van vrije media. Anderzijds zeiden ze dat je niets bereikt met een boycot, ook al gaat de persvrijheid al jaren achteruit. Een boycot is nochtans een legitieme strategie.
Er is ook het eeuwige argument van de politieke stabiliteit in de Westelijke Balkan: beter werken met de duivel die je kent. Stabilocratie, zo noemen we dat hier. Deze verkiezingen achter de rug hebben om zo snel mogelijk terug naar business as usual te gaan, met de toetredingsonderhandelingen en de onderhandelingen over de status van Kosovo. Stabiliteit en geopolitieke invloeduitbreiding: is dat het enige dat telt voor de EU, zelfs als daarvoor de democratie wordt opgeofferd?
De democratie opofferen voor stabiliteit werkt juist destabiliserend. Dat tonen de protesten tegen Vučić. Maar hoe destabiliserend zijn die protesten echt?
Ilir Gashi: Op dit moment zie ik niet wie de sleutelspelers zouden kunnen zijn om grote veranderingen teweeg te brengen. Maar als je me twee uur voor de protesten had gevraagd of zulke mobilisatie mogelijk zou zijn, had ik ook neen gezegd. Dit was niet zoals vorige keren. Het was spontaan en massaal. We waren de energie en de kracht vergeten die van zo’n volkswoede kan uitgaan.
Er zijn golven, maar ze zijn nog niet hoog genoeg. Misschien zullen de golven blijven komen en groter worden, maar dat hangt af van de internationale context. Vooral dan van de vraag of de EU het burgerverzet in Servië erkent, zichtbaar maakt en steunt. Maar hun reactie op de verkiezingen geeft weinig hoop.
Na de verkiezingen was het inderdaad snel terug naar business as usual: slechts een paar dagen later bezocht president Vučić zijn Franse ambtsgenoot Macron om de gesprekken over Kosovo onmiddellijk op te nemen.
Ilir Gashi: Gaan voor stabiliteit, ook als daar autocratie uit voortkomt, lijkt goed op korte termijn, maar op lange termijn is dat nooit verstandig. Waarden beschermen gaat over geloofwaardigheid, anders ondermijn je ook je geopolitieke positie. Je moet die waarden uitdragen in je achtertuin ongeacht de gevolgen.
Er zijn ook positieve signalen: Europarlementsleden van de socialisten, liberalen en christendemocraten uitten hun bezorgdheid over de vergevorderde greep op de Servische staat.
Ilir Gashi: Zeker, de EU is geen homogeen blok. Ook in de Europese Commissie zijn er veel mensen die de problemen begrijpen en die het anders willen.
De Servische oppositie is ook niet meteen betrouwbaar. Het zou kunnen dat zij de verkiezingen boycotten om Vučić in de val te lokken. Ze willen geen deel zijn van een parlement dat de onafhankelijkheid van Kosovo erkent, zodat ze Vučić van verraad kunnen beschuldigen. Plots nationalistisch en EU-kritisch worden: niet meteen een effectieve strategie om het vertrouwen van de EU op te wekken.
‘Waarden beschermen gaat over geloofwaardigheid. Je moet die waarden uitdragen in je achtertuin, ongeacht de gevolgen.’
Maar ik geloof dat, als de EU zich houdt aan haar waarden, dat vanzelf zal leiden tot verandering. Laten we dan eens zien wat er zou gebeuren in Servië. Want Vučić weet dat de EU hem als enige alternatief ziet voor toetredingsonderhandelingen en Kosovo. En tegelijkertijd is het een feit dat de instellingen over de jaren heen alleen maar minder democratisch zijn geworden, tijdens het toetredingsproces.
Elk jaar evalueert de Europese Commissie de vooruitgang. Over persvrijheid staat er altijd: geen vooruitgang. In de praktijk betekent dat “catastrofe”. De EU had tenminste de methodologie van de onderhandelingen kunnen evalueren en besluiten dat Vučić ze gebruikt om de autocratie te verstevigen. Het is na al die jaren toch duidelijk dat de onderhandelingen niet bijdragen tot het beoogde doel?
Heb je nog hoop?
Ilir Gashi: De eindeloze ontmoetingen met ambtenaren van de Commissie beginnen te wegen. Activisten, journalisten en oppositieleden maken zich druk en leggen bewijzen voor. EU-ambtenaren nemen nota’s en gaan weer weg. Een dag later schudt de Eurocommissaris handen met Vučić. Je begint je af te vragen: is dit de bureaucratie die zichzelf in stand houdt, of praten we met iemand die echt iets wil veranderen? Want als ze dat hadden gewild, was er al veel kans daartoe.
Moet Servië wel toetreden?
Ilir Gashi: Als de EU Servië laat toetreden zoals de autoritaire staat die het nu aan het worden is, zou dat een ramp zijn. Misschien, als Servië deel wordt van het grotere EU-geheel, gaan de autoritaire kanten eraf.
Dat is geen garantie: Hongarije, Polen en Bulgarije gingen sterk achteruit ná hun toetreding.
Ilir Gashi: Daarom moet er een EU-mechanisme komen om de democratie af te dwingen. De twijfelende en verdeelde houding van de EU op dat vlak, is niet hoopgevend. Het gevolg is dat pro-Europese actoren in Servië niet meer geloven dat de EU een kracht is die autocratie kan bestrijden.
‘Pro-Europese actoren geloven niet meer dat de EU een kracht is die autocratie kan bestrijden.’
Kan dit geloof nog hersteld worden?
Ilir Gashi: Ja, als de methode verandert. Het toetredingsproces is gebaseerd op het idee dat een kandidaat-lidstaat vooruitgang boekt op het vlak van democratie. Dat moet zich uiten in een brede politieke consensus om de nodige hervormingen door te voeren, niet alleen in ronkende verklaringen.
De EU zou toetredingsonderhandelingen met kandidaat-lidstaten, van wie de democratie achteruitgaat in plaats van vooruit, moeten bevriezen. En pas opnieuw opstarten als het land een bepaald niveau van democratisch functioneren heeft bereikt. Een niveau dat toelaat het publieke debat correct te organiseren en vrije verkiezingen te houden, zodat burgers vertegenwoordigers kunnen kiezen die écht op verandering inzetten.
Intussen kan de EU het integratieproces richten op de versterking van de burgersamenleving, niet op de versterking van de staat. Anders kan de politieke elite het proces kapen zonder de intentie om daadwerkelijk toe te treden tot de EU, terwijl ze toch de privileges verbonden aan het proces gebruiken om hun alleenmacht te verstevigen. En blijft een groot deel van bevolking dat oprecht lid wil worden van de EU alleen achter zonder dat de EU er voor hén is.