Gesprek met de West-Vlaamse kunstenaar Floris Boccanegra
Gestrand, aangekomen of verdwenen in het niets
Nathan Dewaele
31 augustus 2022
Je op een andere manier naar de wereld doen kijken: dat is wat West-Vlaams kunstenaar Floris Boccanegra wil. Kijken naar de donkere kant van de mensheid, en naar de realiteit van vluchtelingen vandaag. Een eigenzinnig gesprek over “going dark”, de piramide van Gizeh en smeltende gletsjers op IJsland.
© Simon Wardenier
42 gezichten telt het paneel van de West-Vlaamse kunstenaar Floris Boccanegra. Van mensen die strandden in Calais of Tanger, hopend op een kans om Europa of Groot-Brittannië te bereiken. Van zij die veilig aan de overkant raakten. En van de migranten met wie de kunstenaar alle contact verloor. Een eigenzinnig gesprek over “going dark”, geweld, de piramide van Gizeh en smeltende gletsjers op IJsland.
Onder de broeiende zon ontmoet ik Floris Boccanegra aan zijn studio in Brussel. Hij stelt meteen voor om een plekje in de schaduw op te zoeken, omdat het binnen te heet is. Met twee krukjes en evenveel flesjes water zoeken we het schaarse streepje schaduw op de binnenkoer op.
Voor zijn installatie I’ll See You on the Other Side plaasterde de West-Vlaming maskers van gezichten van meer dan veertig migranten onderweg in het Franse Calais of in Tanger, Marokko. Hij maakte van elk van die personen een gezichtsafdruk en gaf die ook een kleur.
Een wit masker duidt op een veilige aankomst, een grijs masker betekent dat de persoon nog steeds in Calais of Tanger verblijft. Zwarte maskers duiden op verbroken contact. ‘Ik wil een gezicht op deze problematiek plakken om de realiteit te tonen.’ Elke twee maanden paste de kunstenaar de installatie aan, om te tonen dat de problematiek actueel blijft.
‘Er zijn ook mensen die slagen in hun overtocht. Nu zijn er al twee keer twee families in Engeland geraakt. Vanuit Tanger is er niemand in Spanje geraakt, en er zijn zes mensen die niet meer reageren. Dat wil niet zeggen dat die mensen dood zijn. Ik wil gewoon visualiseren dat er geen communicatie meer is, going dark zoals het in het Engels heet.’ In september verzorgt Boccanegra de laatste update.
© Simon Wardenier (fotocollage: MO*)
‘In Calais heb je dus niéts. Geen elektriciteit, geen sanitair. Echt shit.’
Terwijl hij nonchalant het muurtje op de koer als rugleuning gebruikt, vraag ik hem hoe hij in contact kwam met al deze mensen. ‘Via een Facebookpost kwam ik terecht bij een heel sympathieke Française, Sylvie Heem, die net over de Belgisch-Franse grens woont. Die vrouw kocht haar ouderlijk huis en vangt daar mensen op, meestal families die in de problemen zaten in de jungle van Calais.’
Want hoewel de Franse overheid het geïmproviseerde vluchtelingenkamp daar opdoekte in 2017, verblijven nog altijd zo’n tweeduizend vluchtelingen in Calais. In bossen, in en rond magazijnen en onder bruggen. ‘Daar heb je dus niéts’, vertelt Boccanegra. ‘Geen elektriciteit, geen sanitair. Echt shit.’
Mensen die in Calais in de miserie zitten, kunnen bij Sylvie even tot rust komen. ‘In heel dat huis heerste een goed klimaat’, vertelt de kunstenaar. ‘Dat was een dankbare omgeving om de eerste twintig maskers te maken. Die mensen zelf stonden er ook heel open voor. Dat is leuk, ze snapten wat ik wou doen en apprecieerden het ook. Voor velen van hen was dat ook eens leuk om mee te maken, ook voor de kinderen. Ik heb geprobeerd om hen even in de watten te leggen, en ik denk dat het voor de vrouwen iets weghad van een beautymasker.’
In Tanger moest Floris wat meer improviseren. ‘Ik wist dat daar genoeg mensen waren (die naar Europa wilden, red.). Ik had op voorhand wat mails gestuurd om contacten te leggen en heb toen de tip gekregen om op zondag naar een kerk te gaan, omdat er veel West-Afrikaanse katholiek waren. Daar heb ik ook zo’n twintigtal maskers gemaakt. In Tanger gebeurde het allemaal wat meer in de duik (in het geniep, red.). Daar vond ik niet echt organisaties die zich met het lot van de vluchtelingen bezighouden zoals, je die in Calais wel hebt.’
© Simon Wardenier
Voor I’ll see you on the other side kreeg Boccanegra ook financiële steun van het Triodos Fonds en van Stad Roeselare.
Een sterk beeld
Met de vluchtelingenproblematiek begeeft Boccanegra zich niet in onbekende wateren. Hij maakte eerder al maatschappijkritisch werk: Machete Season, met ingekaderde Rwandese en Oegandese machetes, en Out of Business, een installatie van rolluiken uit Kaboel (Irak) die doorzeefd werden door kogels en granaatscherven. Die werken vertelden het verhaal over de toegankelijkheid van geweld en de gruwelen van oorlog.
Boccanegra wilde als kind oorlogsfotograaf worden. Hij voelde ook toen al dezelfde drang om met een enkel beeld duizend woorden te vertellen. ‘Mijn ouders hadden vroeger een boekenwinkel, en toen las ik geschiedenis- en fotografieboeken met veel choquerende beelden. Ik weet nog goed dat ik die boeken als jong manneke heel interessant vond. Het was een kijk op de realiteit van de wereld. Die drang om met een sterk beeld te communiceren is altijd gebleven.’
‘De manier waarop ik iets uitwerk,’ duidt de kunstenaar, ‘kies ik altijd in functie van het effect dat ik wil creëren. Ik ben niet gebonden aan schilder- of beeldhouwkunst, enkel aan de manier hoe ik mijn werk het best kan brengen. Meestal zijn dat installaties of performances.’ De juiste locatie vinden is daarbij essentieel voor Boccanegra. Hij kijkt graag over de grenzen en trok al naar Irak, Oeganda en Rwanda voor inspiratie en materiaal.
© Simon Wardenier
Hij dropte in 2018 met een drone ook een stenen plaat op de piramide van Gizeh in Egypte, met een inscriptie voor wanneer de mensheid uitgestorven zou zijn, en haalde daarmee zelfs de internationale pers. ‘Het is mijn eigen versie van The Golden Record, een boodschap voor wezens die later mogelijk de Aarde zullen bezoeken of bewonen’, legt hij uit. ‘Ik vond dat ik het op een plaats moest leggen waar het eventueel gevonden zou kunnen worden.’
Naar IJsland
In september gaat Boccanegra naar IJsland voor zijn volgende project. ‘Ik ga er duizend kilo ijs, gemaakt van smeltwater, op de Ok-vulkaan leggen. In 2016 is de gletsjer die zich op die vulkaan bevond (de Okjökull, red.) als eerste in IJsland volledig weggesmolten. Binnen honderd jaar zijn ze allemaal weg. Het is een deels symbolische actie, maar ik doe het ook om de boodschap kracht bij te zetten.’
Terwijl de condensdruppeltjes van de waterflesjes in onze schoot vallen, vraag ik of zijn nieuwe project symbool staat voor ‘een druppel op de hete plaat’. Hij lijkt blij om het opzet te kunnen verduidelijken.
‘Die online calculator voor je voetafdruk bij een vliegreis? Oliebedrijf BP heeft die gemaakt. Om de aandacht van de vervuiling van grote bedrijven te verleggen naar individuen.’
‘Voor corona was ik van plan om iets te gaan doen in IJsland. Toen ik online mijn vlucht aan het boeken was, kreeg ik de vraag of ik mijn CO2-uitstoot wou compenseren. Dat triggerde me om op te zoeken wat mijn impact écht is als ik eens over en weer vlieg naar IJsland. Ik kwam terecht op een online carbon-footprint calculator. En het resultaat was dat ik om en bij de duizend kilo ijs zou laten wegsmelten door over en weer te vliegen.’
‘Eerst dacht ik dat die calculator door Greenpeace of een andere ecologische organisatie gelanceerd was. Maar toen ik verder ging zoeken, kwam ik te weten dat oliebedrijf BP hem had uitgevonden. Om de aandacht van de vervuiling van grote bedrijven te verleggen naar individuen, en dat is perfect gelukt. Iedereen kent die calculator.´’
‘Maar de realiteit is dat je nog mag leven als een pater of als supervegan, zelfs met miljoenen mensen ben je zó groot’ — hij houdt zijn duim en wijsvinger een paar centimeter uit elkaar. ‘En de industrie is die toren daar’, wijst hij. ‘Die individuele impact is zo miniem. Dat is echt gewoon evil.’
‘Het zijn de grote bedrijven die het meest vervuilen, niet Jantje en Pietje die ocharme één keer per jaar het vliegtuig naar Spanje nemen. Ik wilde echt iets doen met dat idee. Dus ik dacht: dan ga ik gewoon mijn duizend kilo maar terugleggen. Gewoon om de belachelijkheid en de absurditeit van dat systeem aan te kaarten.’
De duistere kant van de mensheid
De Italiaanse artiestennaam, Boccanegra, betekent letterlijk ‘zwarte mond’. Floris koos deze naam omdat de duistere en gewelddadige kant van de mensheid vaak het thema van zijn kunst is.
Maar hij ziet zichzelf niet als een pessimist. ‘Een pessimist is iemand die zegt dat het altijd allemaal slecht gaat. Dat ben ik niet, al ben ik ook geen optimist. Het is cliché, maar ik zou zeggen dat ik een realist ben.’
‘Soms is het goed om pessimistisch te zijn, omdat je dan misschien meer getriggerd bent om effectief iets te doen.’
‘Ik heb wel het gevoel dat de wereld serieus de verkeerde kant op gaat. Natuurlijk hoop ik dat alles goed zal komen, maar ik denk dat je een beetje naïef moet zijn om te denken dat we hier makkelijk uit raken. Hoeveel mensen gaan er niet in de problemen komen omdat hun land, of de streek waar ze wonen, gewoon fysiek niet meer leefbaar is? Die gaan allemaal, terecht, een ander leven zoeken.’
‘Water wordt het goud of de olie van de toekomst’, voorspelt Boccanegra. ‘Als je drie dagen lang niet drinkt, ga je dood. Zo simpel is het. Mensen beseffen niet dat iedereen in elke maatschappij in staat is tot geweld, zolang alle parameters maar aanwezig zijn.’
‘Als je zegt dat het wel goed komt, op wat baseer je je dan? Op het feit dat je je eigen peace of mind wil behouden? Soms is het goed om pessimistisch te zijn, omdat je dan misschien meer getriggerd gaat zijn om effectief iets te doen.’