‘Studeren brengt in Nigeria nauwelijks wat op, tenzij je de juiste connecties hebt’

Interview

Victoria Ibiwoye (VN-jongerenvertenwoordiger voor recht op onderwijs)

‘Studeren brengt in Nigeria nauwelijks wat op, tenzij je de juiste connecties hebt’

‘Studeren brengt in Nigeria nauwelijks wat op, tenzij je de juiste connecties hebt’
‘Studeren brengt in Nigeria nauwelijks wat op, tenzij je de juiste connecties hebt’

Victoria Ibiwoye is jongerenvertegenwoordiger bij de Verenigde Naties voor de vierde duurzame ontwikkelingsdoelstelling: inclusief en kwalitatief onderwijs voor allen. In Nigeria richtte ze ook de OneAfricanChild Foundation for Creative Learning op. Niemand beter geschikt om onze vraag te beantwoorden: zorgt het recht op onderwijs voor allen (sdg4) er werkelijk voor dat de spiraal van armoede doorbroken wordt en dat ongelijkheid vermindert?

Victoria Ibiwoye is jongerenvertegenwoordiger bij de Verenigde Naties voor de vierde duurzame ontwikkelingsdoelstelling: inclusief en kwalitatief onderwijs voor allen. In Nigeria richtte ze ook de OneAfricanChild Foundation for Creative Learning op. Niemand beter geschikt om onze vraag te beantwoorden: zorgt het recht op onderwijs voor allen (sdg4) er werkelijk voor dat de spiraal van armoede doorbroken wordt en dat ongelijkheid vermindert?

Onderwijs wordt te vaak verengd tot het voorbereiden van jonge burgers op werk.

Victoria Ibiwoye: Neen, niet echt. Zeker niet sdg 4.7. Er is zeker vooruitgang geboekt in het onderwijs wat toegang betreft, en ook op het vlak van kwaliteit, maar het onderwijs blijft ver van de holistische opdracht die het volgens mij heeft. En dat is een vaststelling die voor de hele wereld geldt, niet enkel in Afrika. Onderwijs biedt nog veel te weinig antwoord op alle nepnieuws en haatspraak waarmee jonge mensen als ik dagelijks geconfronteerd worden online, en die geproduceerd worden door mensen die goed onderwijs genoten hebben.

Onderwijs wordt te vaak verengd tot het voorbereiden van jonge burgers op werk. Onderwijs moet jonge mensen sterk maken om als burgers deel te nemen aan de samenleving en mee te bouwen aan een rechtvaardige, vredevolle en verdraagzame wereld. Daarom moet onderwijs meer gericht zijn op waarden dan op technologie.

Welke waarden bijvoorbeeld?

Victoria Ibiwoye: Het respect voor de rechtsstaat en voor de wet. De vraag is: hoe zorgen we ervoor dat de wet niet enkel de belangen van de machtigen dient, maar elke burger beschermt? Wat kan onderwijs ertoe bijdragen dat de samenleving de mensenrechten respecteert van elk individu?

Op welke manier zorgt onderwijs dat meer inzet op het vormen van geïnformeerde en actieve burgers voor het verminderen van ongelijkheid?

Victoria Ibiwoye: Het zou alvast kunnen zorgen voor een andere klemtoon in het leven. Vandaag wordt iedereen gek van materiële verlangens, waardoor alle middelen van een land weggezogen worden van het publieke belang naar het privébelang van een kleine elite. In Nigeria is corruptie probleem nummer één. En daarmee verbonden: nepotisme.

Het gevolg is dat goed studeren of hard werken nauwelijks wat opbrengt, tenzij je de juiste connecties hebt – en dan is dat studeren of werken weer overbodig. Daarom zou onderwijs een andere ingesteldheid moeten installeren, de overtuiging dat vooruitgang een zaak is van samenwerken, niet van concurreren of uitsluiten.

Ongelijkheid is niet enkel een zaak van verschil in bezit of inkomen, maar het resultaat van oneerlijke verdeling van macht en invloed?

Victoria Ibiwoye: Inderdaad. Ongelijkheid is eigenlijk een veelvoud. Armoede is er zeker deel van, maar ook gender of andere vormen van uitsluiting op basis van identiteiten. Eigenlijk zou het onderwijs evenveel aandacht moeten geven aan uitsluiting op basis van sociaal-economische oorzaken als op basis van identitiare oorzaken. Want anders riskeer je de ene ongelijkheid aan te pakken maar de andere te aanvaarden en te laten voortbestaan. Dat is trouwens ook de boodschap van de duurzame ontwikkelingsdoelen: investeren in onderwijs zonder ook werk te maken van gezondheidszorg, huisvesting, waardig werk, schone lucht, vrede … gaat uiteindelijk niet werken. We moeten de uitdaging langs alle kanten vastpakken.

Zelfs als de wetten goed zijn, kan de toepassing ervan gehinderd worden door armoede of culturele gewoonten

Twaalf tot dertien miljoen kinderen in Nigeria gaan niet naar school, ook al is onderwijs gratis, en zestig procent daarvan zijn meisjes. Daaraan zie je dat zelfs als de wetten goed zijn, de toepassing ervan gehinderd kan worden door armoede of culturele gewoonten die tegen gelijke deelname van meisjes werkt.

Je hoort wel eens dat die “culturele ongelijkheden” sneller zullen verdwijnen naarmate de wereld verstedelijkt.

Victoria Ibiwoye: Dat is wel zo. Als je in Lagos iemand onheus behandelt op straat, zullen jongeren dat al snel documenteren en delen op sociale media, met openbare diensten getagd met de vraag om hier onmiddellijk tegen op te treden. Dat werkt vaak. Op het platteland is veel minder toegang tot technologie en daardoor ook veel minder druk om zaken te verantwoorden. Corruptie gedijt dan beter en vertrouwen in openbare instellingen is er historisch laag. Er wordt ook meer geïnvesteerd in scholen en andere voorzieningen in steden.

Als de overheid zo corrupt is, is zij dan wel geschikt om kwalitatief onderwijs voor iedereen te organiseren?

Victoria Ibiwoye: Jonge mensen vertrouwen de overheid eigenlijk voor niets. En bovendien investeert zij veel te weinig in onderwijs. Als je naar het overheidsbudget kijkt, dan zie je dat onderwijs in Nigeria goed is voor maar vier procent van de overheidsuitgaven. Dat is belachelijk laag in vergelijking met andere landen. Maar wat erger is: een goed deel van dat geld bereikt de scholen niet eens, omdat het onderweg in de zakken van ambtenaren en politici verdwijnt.

Een goed deel van het kleine budget bereikt de scholen niet eens, omdat het onderweg in de zakken van ambtenaren en politici verdwijnt.

En wat er dan uitgegeven wordt, gaat niet altijd naar de grootste noden. Je zal altijd meer geld zien gaan naar nieuwe gebouwen dan naar betere opleiding of betere salarissen voor leerkrachten. Op dat vlak doet men maar wat. Je hoeft niet eens een echt leerkrachtendiploma te hebben om voor de klas te mogen staan. De hele toestand is zo teleurstellend. Dat is onder andere de reden waarom ik met OneAfricanChild begonnen ben, om te proberen hier en daar een van de vele gaten in het systeem te stoppen.

Zeg je dan ook: privé-initiatief kan en moet de tekorten van de publieke instellingen opvangen?

Victoria Ibiwoye: Inderdaad, al blijft de overheid in principe de eerste verantwoordelijke. Er zijn ongelooflijk veel mensen die bereid zijn om zich in te zetten voor goed onderwijs, maar de overheid ziet hen eerder als een bedreiging en als concurrenten. Nochtans doet een jongerenorganisatie als OneAfricanChild niet hetzelfde als wat de overheid al doet, we proberen net complementair te werken. Maar als we een project opzetten en gefinancierd krijgen, duurt het nog maanden eer we van de overheid toestemming krijgen om er ook echt mee van start te gaan. Er is, met andere woorden, geen stimulerende omgeving om privé-initiatieven als belangrijke stakeholders te betrekken bij het onderwijs.

Horen winstgevende privé-initiatieven daar ook bij?

Victoria Ibiwoye: Volgens mij wel, maar je mag onderwijs nooit benaderen of behandelen als een onderneming. Zodra onderwijs een onderneming wordt, zullen heel veel talentrijke jongeren tussen de mazen van het net vallen. Kwaliteitsvol en inclusief onderwijs zijn duur, en zodra je er winst mee wilt maken worden degenen die het niet kunnen betalen, uitgesloten. Ongeacht hun capaciteiten of talent. Anderzijds moeten de middelen wel ergens vandaan komen, en misschien kunnen winstgevende initiatieven daar wel toe bijdragen.

Zodra onderwijs winst moet maken, worden degenen die het niet kunnen betalen, uitgesloten. Ongeacht hun capaciteiten of talent.

Er is vandaag heel veel mogelijk, onder andere dankzij digitale leerplatformen. Maar ook die ontwikkeling sluit jongeren uit die niet beschikken over de hardware of domweg over elektriciteit en een stabiele internetconnectie.

Met OneAfricanChild raakten we zo betrokken bij een gemeenschap die je enkel per boot kan bereiken. Er is één publieke school voor vijfhonderd kinderen. De klassen zijn groot, de leeftijden zitten verspreid, de mogelijkheden om als kind keuzes te maken zijn nihil. Dat is niet hoe onderwijs er moet uitzien.

Er is geen enkele kans dat een winstgedreven initiatief hier een antwoord op zal bieden. Een privé-initiatief dat financieel gesteund wordt door de overheid is dan wellicht de beste optie.

Wat zou de overheid volgens jou moeten doen?

Victoria Ibiwoye: Van onderwijs een echte prioriteit en een publiek goed maken. Een land dat investeert in onderwijs zal minder jonge mensen hun leven zien riskeren om te migreren en meer die het land vooruit kunnen helpen. De overheid moet structuren en processen opzetten voor onderwijs van hoge kwaliteit, dat jongeren motiveert om constructief bij te dragen aan de samenleving en hen in staat stelt om kritisch na te denken over de maatschappij en hoe ze oplossingen kunnen aandragen voor reële problemen.

Jongeren weten beter dan wie ook wat ze verwachten van onderwijs en ze ervaren dagelijks wat eraan verbeterd kan worden

De overheid moet ook beter worden in het samenwerken met allerlei betrokkenen, ook met jongeren. In Nigeria wordt de jeugd nog altijd, onterecht, minachtend bekeken als onervaren en onbevoegd. Dat moet ophouden. Wij weten beter dan wie ook wat we verwachten van onderwijs en we ervaren dagelijks wat eraan verbeterd kan worden. Betrek ons dan ook bij het uitdenken van projecten, niet enkel in de uitvoering ervan.

Ik ben zelf opgegroeid met een lichte vorm van dyslexie, en geen enkele leerkracht wist hoe ermee om te gaan. Ze wisten zelfs niet dat het bestond of wat het was. Het was dat tekort dat me motiveerde om met OneAfricanChild te beginnen. Ik slaagde er zelf in om van mijn probleem een opstap naar een betere toekomst te maken, omdat ik heel vasthoudend ben.

En de meeste jongeren zijn heel weerbaar, ze zetten door, ook als ze een jaar moeten overdoen – zoals met mij gebeurde. Ik heb zelf mijn weg moeten zoeken, onder andere door mijn stof om te zetten in tekeningen, zodat ik op het examen daar naar kon teruggrijpen in plaats van naar tekst die zo moeilijk in mijn hoofd ging. Vandaag ben ik een van de VN-jeugdvertegenwoordiger voor sdg4: het belang van goed onderwijs voor allen. Die weerbaarheid zou door de overheid aangegrepen moeten worden als een kracht om onderwijs sterk te maken voor iedereen.