Takaaki Morikawa, Hiroshima-overlever: ‘Al 70 jaar draag ik een tijdbom in mijn lichaam mee’
Deze week stemmen de Verenigde Naties over een resolutie die de kernwapens wereldwijd zou bannen. MO* sprak met Takaaki Morikawa, een ‘hibakusha’ of een overlever van de atoombom die de VS in 1945 op Hiroshima dropten. Een beklijvende getuigenis.
Zevenenzeventig jaar oud is hij, de waardige Japanse heer die tegenover ons zit. Met zijn zilverwitte haar en onberispelijk donkerblauw kostuumvest maakt hij een beheerste, ingetogen indruk.
Maar echte rust heeft hij al zeventig jaar niet gekend: Takaaki Morikawa is een van de ‘hibakusha’, een overlever van de atoombom die de VS in 1945 op Hiroshima dropten.
Binnenkort stemmen de Verenigde Naties over een resolutie die kernwapens wereldwijd zou bannen. Daarom wil Morikawa nu getuigen over hoe de bom hem en drie miljoen anderen trof.
Takaaki Morikawa is een van de ‘hibakusha’, een overlever van de atoombom die de VS in 1945 op Hiroshima dropten.
© Julie Reniers
‘Mijn moeder, mijn oudere zus en ik zaten aan de ontbijttafel. Plots klonk er een enorme knal, het raam verbrijzelde, ik zie nog voor me hoe het glas in de rijstpap die mijn moeder klaarmaakte spatte. Dan – een helle lichtflits. Moeder beschermde mijn zus en mij met haar lichaam en prevelde boeddhistische soetra’s.’
Het is 6 augustus 1945, kwart na acht ’s morgens, en de zesjarige Morikawa heeft zonet de ontploffing van de atoombom boven Hiroshima meegemaakt. ‘Ik denk dat we een halfuur wachtten, misschien langer, toen gingen we naar buiten. We hadden geen idee wat er aan de hand was. Boven de stad zagen we de champignonwolk oprijzen. As dwarrelde neer en overal waaiden halfverbrande papieren rond. Kinderen maakten er een spel van om er zoveel mogelijk uit de lucht te plukken. Als ik vandaag met mijn zus over dat moment praat, staat dit haar ook nog duidelijk voor ogen: jongens en meisjes die die geblakerde radioactieve documenten bijeenrapen.’
‘Toen mijn moeder later de stad inging om haar familie te zoeken, vond ze enkel as en stof terug.’
Zij hebben enorm geluk gehad, zegt Morikawa. Enkele maanden eerder was het gezin naar deze plek verhuisd, zo’n tien kilometer buiten het centrum van de stad. Hun eigenlijke huis stond in de buurt Nakajima, op een plek die nu deel uitmaakt van het Vredespark.
‘Op 300 meter van de plaats waar de bom ontplofte. 6.500 mensen woonden in die wijk, zij waren allemaal op slag dood. Zoals mijn oom en tante: toen mijn moeder later de stad inging om haar familie te zoeken, vond ze enkel as en stof terug.’
Drie dochters
De Morikawa’s ontsnapten aan dat lot omdat hun vader als ingenieur bij het Hiroshima Zendstation werkte.
‘Het was oorlog, elke dag kwam de frontlijn dichterbij, beide kampen deden aan stevige radiopropaganda. Het was de taak van mijn vader om de uitzendingen van de geallieerden te beluisteren en vervolgens te verstoren. Daardoor wist hij dat er iets belangrijks ging gebeuren in Hiroshima, al was niet duidelijk wat of wanneer. Hij besloot ons gezin weg te halen uit het centrum. Dankzij die beslissing kan ik hier vandaag nog met jou praten.’
‘We zijn nu 71 jaar na de gebeurtenissen, al deze tijd hebben de hibakusha gebeden voor een verbod op kernwapens.’
Zes jaar oud was Morikawa toen, en zijn verdere leven verliep schijnbaar kalm: hij groeide op, ging studeren in Tokyo, keerde na de universiteit terug naar Hiroshima voor een baan in de Mazda-fabriek en bleef daar tot zijn pensioen op zijn 60ste. Hij trouwde, kreeg drie dochters.
Maar de schaduw van de bom achtervolgt hem tot vandaag.
Wat doet België?
Het uranium waarmee de VS de atoombommen tegen Japan ontwikkelden, kwam uit de mijnen van Katanga in Congo, toen nog een kolonie van België. Het was het Belgische bedrijf Union Minière dat de concessie voor de ontginning aanvroeg en kreeg, en dat het goedje leverde. Ons land draagt dus een deel van de historische verantwoordelijkheid voor Hiroshima en Nagasaki.
Het regeerakkoord van 2014 stelt: ‘We onderschrijven nadrukkelijk alle geloofwaardige en doelgerichte inspanningen – bij voorkeur in Europees verband – met het oog op effectieve en evenwichtige ontwapening in de wereld, zowel op nucleair als op conventioneel gebied.” Toch stemde België tegen het plan van de VN-werkgroep voor nucleaire ontwapening om in 2017 onderhandelingen te starten over een wereldwijd en juridisch bindend kernwapenverbod.
In een reactie aan MO* verklaart het ministerie van Buitenlandse Zaken dat ons land de VN-resolutie niet steunt omdat ‘een parallel proces rond een kernwapenverbod de politieke betrokkenheid bij de uitvoering van het non-proliferatieverdrag dreigt te ondermijnen, want de kernwapenstaten zouden hier niet aan deelnemen.’ Buitenlandse Zaken vindt dat we moeten focussen op ‘concrete, verifieerbare en bindende ontwapeningsakkoorden tussen de kernwapenstaten’.
Bovendien benadrukt het ministerie dat de EU verdeeld is over een verbod en dat België gebonden is aan de beslissingen van de NAVO. ‘De NAVO heeft in het verleden verregaande inspanningen geleverd voor de vermindering van het aantal nucleaire wapens. Maar zolang er kernwapens bestaan, zal de NAVO een nucleaire alliantie blijven.’
‘Wij hadden geen externe stralingswonden, maar we ademden wel de radioactieve neerslag in, we dronken het besmette water, aten de groenten. Het is niet te voorspellen wat het effect daarvan is. Mijn ouders stierven allebei aan kanker, dertig jaar na de bom. Mijn zus en ik lijken oké, zoals je ziet – knap (lacht), in goede gezondheid. Maar het is alsof we al ons hele leven een tijdbom in ons lichaam hebben. Zonder te weten wanneer die kan afgaan. Elke zes maand moeten we op controle in het ziekenhuis.’
Zijn relaas heeft hij lang voor zich gehouden, als een bang geheim. ‘Ik had de moed niet om mijn dochters het hele verhaal te vertellen. De ergste schok was toen de dokter me zei dat ook zij onderzocht moesten worden, als “overlevers van de tweede generatie”. Omdat radioactieve straling ook het DNA kan aantasten.’
Peace Boat
En nu de VN-resolutie op tafel ligt, reist Morikawa met de Peace Boat, een Japanse ngo, de wereld rond om politici te overtuigen van de noodzaak van een kernwapenverbod.
‘Drie miljoen mensen zijn in totaal getroffen door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Vandaag zijn er nog zo’n 170.000 hibakusha over. Elk jaar sterven er nog 10.000 mensen aan de gevolgen van de bom en de overblijvers worden steeds ouder, de gemiddelde leeftijd is nu meer dan tachtig. Daarom is het belangrijk dat wij getuigen over onze persoonlijke ervaring.’
‘Onze boodschap: wij, mensen, mogen nooit opnieuw zo’n bom gebruiken. Nooit. We zijn nu 71 jaar na de gebeurtenissen, al deze tijd hebben de hibakusha gebeden voor een verbod op kernwapens. Niet alleen voor de mensen van Hiroshima en Nagasaki, maar voor de hele wereld. We begrijpen dat we weinig macht hebben om iets wezenlijks te veranderen, dat de beslissing aan de politici is. Maar dat die resolutie er nu is, is de eerste stap naar een wereld zonder kernwapens, naar een vervulling van ons levenswerk.”