Topman Israëlische mensenrechtenorganisatie maakt stand van zaken op
‘Israël treedt Europese waarden met de voeten en wordt beloond met een bevoorrechte handelsrelatie’
‘Door de internationale straffeloosheid is er in Israël weinig verzet tegen de bezetting’, zegt Hagai El-Ad, directeur-generaal van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem. Na een bewogen jaar maakt hij een stand van zaken op van hét politieke kruitvat van het Midden-Oosten.
Hagai El-Ad, directeur-generaal van de oudste Israëlische mensenrechtenorganisatie B’tselem: Internationaal wordt nog vaak aangenomen dat er sindsdien een soort status quo heerst, alsof de pauzeknop werd ingedrukt en er in de toekomst vredesonderhandelingen zullen plaatsvinden. Maar er is geen status quo, Israël wijzigt de realiteit op het terrein voortdurend.
© B’tselem
‘Door de internationale straffeloosheid is er in Israël weinig verzet tegen de bezetting’, zegt Hagai El-Ad, topman van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem. Die stelt schendingen van de mensenrechten aan de kaak in de Palestijnse Bezette Gebieden: de Westelijke Jordaanoever, Gaza en Oost-Jeruzalem. Na een bewogen jaar, waarin de Palestijnse Al-Jazeera-journalist Shireen Abu Akleh werd doodgeschoten en het geweld sterk oplaaide, maakt hij een stand van zaken op van hét politieke kruitvat van het Midden-Oosten.
Het was een druk jaar voor El-Ad: het Palestijnse middenveld werd gekortwiekt, er vlogen raketten vanuit en op Gaza en het geweld op de Westelijke Jordaanoever en in Israël laaide in jaren niet zo hoog op.
B’Tselem documenteert deze zaken met onderbouwde rapporten, maar lijkt vaak een roepende in de Israëlische woestijn.
Maar ze hebben ook impact: toen de propagandamachine van het Israëlisch leger de dood van Al-Jazeera-journaliste Shireen Abu Akleh in de schoenen van Palestijnse militanten wilde schuiven, toonde de ngo aan dat die bewijslast gefabriceerd was. Israël kon niet anders dan schoorvoetend het narratief veranderen.
Topman El-Ad stelt echter fel dat er in de samenleving steeds minder ruimte is voor kritiek op de bezetting van de Palestijnse Gebieden. Zijn organisatie zegt onomwonden dat er sprake is van “een apartheidsregime”.
We spreken met de mensenrechtenactivist over de betekenis van democratie en de impact van 55 jaar bezetting op zowel Palestijnen als Israëli’s. ‘We hebben als Israëli’s allemaal een morele verantwoordelijkheid in deze realiteit.’
Toen u in 2014 net directeur-generaal van B’Tselem werd, schreef u in een open brief dat er ‘in de Israëlische samenleving nog maar weinig ruimte overbleef voor kritiek op overheidsbeleid’. Hoe is die ruimte sindsdien geëvolueerd?
Hagai El-Ad: De ruimte voor overheidskritiek is sterk ingekrompen sinds 2014. De situatie in Israël is inherent ondemocratisch, wanneer de democratische rechten en vrijheden enkel gelden voor het Joodse deel van de bevolking, kan er geen sprake zijn van een democratie, punt!
‘Vanuit het perspectief van de Israëlische burger is de bezetting een succesverhaal. We slagen er namelijk in om straffeloos steeds meer Palestijns land in te palmen.’
Dat ondemocratisch karakter vindt men trouwens in het volledige politieke spectrum. Het voorbije jaar, in de zogezegde “regering van verandering” zaten partijen die zich identificeren als links. Maar de bezetting en de apartheid werden in de verste verte niet in vraag gesteld. Integendeel, ze werden uitgebreid en verder gelegitimeerd.
De bezetting en het apartheidsregime zijn geen projecten van de Israëlische rechtervleugel, maar van de staat Israël. Daar hebben zowel linkse als centrum- en rechtse regeringen aan bijgedragen.
Er lijkt ook een zeker draagvlak te zijn voor het beleid. Volgens een recente opiniepeiling van het Israel Democracy Institute zou slechts 32 procent van de Israëlische Joden een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen op basis van een tweestatenoplossing steunen. Eerdere bevragingen geven aan dat een meerderheid tegen het terugtrekken uit de Bezette Gebieden is, ook als dat een vredesakkoord met een gedemilitariseerde Palestijnse staat oplevert.
Hagai El-Ad: Slechts een fractie van de joodse Israëli’s zijn tegen de bezetting, en volgens onze analyse is dat grotendeels een resultaat van het falen en de medeplichtigheid van de internationale gemeenschap.
Vanuit het perspectief van de Israëlische burger is de bezetting een succesverhaal. We slagen er namelijk in om straffeloos steeds meer Palestijns land in te palmen. Israël geniet diplomatieke bescherming en economische voordelen van zowat alle relevante internationale partners. Zij steunen dus de bezettende macht, in plaats van de onderdrukte partij.
‘De VS zouden kunnen ophouden met het automatisch uitspreken van hun veto tegen elke anti-Israëlische resolutie in de VN-Veiligheidsraad.’
Op die manier geeft de internationale gemeenschap het signaal dat de status quo aanvaardbaar is. De bevolking ziet daarom ook maar weinig reden om hun politieke keuzes te heroverwegen. Integendeel, de bezetting en het apartheidsregime worden opgevoerd vanwege die internationale inertie.
Concreet zouden de VS kunnen ophouden met het automatisch uitspreken van hun veto tegen elke anti-Israëlische resolutie in de VN-Veiligheidsraad. Dat zou hun buitenlandbeleid in lijn brengen met het internationaal recht en met wat steeds meer Amerikaanse kiezers verkiezen.
Van de Europese Unie, de grootste handelspartner van Israël, krijgt Israël economische privileges op voorwaarde dat het in zijn beleid de democratische principes en mensenrechten respecteert. Dat staat duidelijk in het bilaterale handelsverdrag. Israël treedt dat met de voeten, maar wordt beloond met allerlei economische voordelen en een bevoorrechte handelsrelatie.”
Op woensdag 11 mei 2022 werd Shireen Abu Akleh, een Palestijnse journalist van Al Jazeera, doodgeschoten bij de ingang van het Palestijns vluchtelingenkamp in Jenin. Na de moord op Akleh had toenmalig premier Naftali Bennett een video gedeeld waarin werd beweerd dat ze was omgekomen door schoten van Palestijnse militanten. Onderzoek van B’Tselem bewees binnen enkele uren dat die videobeelden van een ander incident op een andere locatie waren. Hoe groot was de publieke verontwaardiging over een premier die met valse bewijzen strooit?
Hagai El-Ad: Daar kwam bijna geen kritiek op. Dat komt onder meer door de manier waarop de Israëlische media het leven van de Palestijnen onder de bezetting weergeven. Ze brengen de realiteit op een zeer verwrongen manier, zodat Israëli’s een versie van de werkelijkheid te zien krijgen waar ze zich comfortabel bij voelen. Dat is trouwens niet het resultaat van overheidscensuur. Het gaat om redactionele beslissingen van bepaalde media. Er zijn uitzonderingen, maar dat geldt wel voor de meeste mediakanalen.
‘Het militair apparaat kan straffeloos te werk gaan.’
In dat narratief zijn Palestijnen terroristen, verdedigt Israël zich en zijn alle actoren die zich daartegen verzetten antisemitisch.
De overheidscommunicatie in de zaak Shireen Abu Akleh was een duidelijk voorbeeld van propaganda die in al zijn hypocrisie werd ontkracht. Volgens de eerste versie waren Palestijnen de schutters. Toen wij dat ontkracht hebben werd er overgegaan naar de tweede versie, waarbij zogezegd niet geweten was wie er geschoten had. Nadat er steeds meer bewijs opdook was het narratief dat het ‘misschien een Israëlische soldaat was’. Intussen hebben ze moeten toegeven dat er ‘een grote kans is’ dat Shireen gestorven is door een Israëlische kogel.
Die manier van communiceren wordt dus weinig bekritiseerd in het Israëlische medialandschap. Het grote plaatje in deze is een militair apparaat dat de hand boven het hoofd wordt gehouden en straffeloos te werk kan gaan. Dat is niet enkel zo in de zaak Shireen Abu Akleh, maar ook in veel andere gevallen.
Het was een bewogen jaar in Israël en Palestina. Hoe beoordeelt u de mensenrechtensituatie in de Bezette Gebieden dit jaar in vergelijking met de afgelopen jaren?
Hagai El-Ad: Iedereen was opgelucht toen Benjamin Netanyahu’s heerschappij voorbij was. Maar Israël heeft het voorbije jaar zes Palestijnse burgerrechtengroepen op de terreurlijst gezet. Dat is een ongeziene escalatie in de aanval op het Palestijnse middenveld, zonder Netanyahu als premier en zonder Donald Trump in het Witte Huis.
De terreurdesignatie is trouwens niet enkel een stempel voor bepaalde Palestijnse organisaties. Het is een provocatie van Israël aan het adres van de EU, want het houdt in dat de EU terrorisme financiert. Het zijn bijna allemaal partnerorganisaties van de EU of van individuele lidstaten.
In Masafer Yatta wordt de grootste gedwongen verplaatsing sinds 1999 voorbereid. Meer dan 1200 Palestijnen dreigen uit hun huis te worden gezet.
‘Er is geen status quo, Israël wijzigt de realiteit op het terrein voortdurend.’
De situatie is op veel vlakken verslechterd de voorbije jaren: de vijftien-jarige blokkade van Gaza, het escalerende geweld in het illegaal geannexeerde en bezette Oost-Jeruzalem, de vele dodelijke aanvallen van het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever, Palestijnen die in verschillende groepen worden opgedeeld, elk met een andere reeks rechten – gegeven of geweigerd door Israël, maar altijd inferieur aan de rechten die aan Israëlische Joden worden toegekend…
Maar al deze aparte fenomenen kunnen niet los gezien worden van het grotere plaatje: een apartheidsregime waarbij één overheid alles en iedereen controleert tussen de Jordaanrivier en de Middellandse Zee.
Waar voormalig premier Naftali Bennet duidelijk was in zijn standpunt over het vredesproces, namelijk dat er ‘geen aan de gang was en dat er geen zou komen’, zegt de nieuwe premier Yair Lapid dat hij vrede wil sluiten met de Palestijnen op basis van de tweestatenoplossing. Maar is het in de huidige omstandigheden überhaupt mogelijk om het vredesproces te reanimeren?
Hagai El-Ad: Het is intussen al 29 jaar geleden dat de eerste Oslo-akkoorden werden getekend. (Een poging om het Israëlisch-Palestijns conflict op te lossen, door terugtrekking van het Israëlische leger uit de Gazastrook en gebieden op de Westelijke Jordaanoever en het recht op zelfbestuur van de Palestijnen door de vorming van de Palestijnse Autoriteit, red.)
Internationaal wordt nog vaak aangenomen dat er sindsdien een soort status quo heerst, alsof de pauzeknop werd ingedrukt en er in de toekomst vredesonderhandelingen zullen plaatsvinden.
Maar er is geen status quo, Israël wijzigt de realiteit op het terrein voortdurend. Met het nederzettingenbeleid worden de Palestijnse Gebieden versnipperd, met de uitzettingen in Oost-Jeruzalem en Masafer Yatta worden hele bevolkingsgroepen verplaatst. De blokkade in Gaza maakt een normale samenleving aldaar onmogelijk.
Op die manier herschept Israël de demografie en de geografie in het gebied in haar eigen voordeel. Vrede is niet het einddoel, het doel is om in de huidige richting verder te gaan.