Geert Bourgeois: ‘Vlaanderen probeert Wallonië van TTIP te overtuigen’

Interview

Zaterdaginterview

Geert Bourgeois: ‘Vlaanderen probeert Wallonië van TTIP te overtuigen’

Geert Bourgeois: ‘Vlaanderen probeert Wallonië van TTIP te overtuigen’
Geert Bourgeois: ‘Vlaanderen probeert Wallonië van TTIP te overtuigen’

MO* sprak uitgebreid met Vlaams minister-president Bourgeois over het buitenlands beleid van Vlaanderen in al zijn dimensies. Dit deel 1 behandelt de verhouding met Europa, België en de handelsbelangen. ‘In negentig procent der gevallen worden Vlaamse handelsstandpunten vertaald in Belgische standpunten.’

Vlaams minister-president Geert Bourgeois leidt niet alleen de Vlaamse regering. Hij is ook verantwoordelijk voor de buitenlandse betrekkingen van Vlaanderen. Te oordelen naar de vele buitenlandse reizen – recentelijk Cuba en Iraaks Koerdistan, binnenkort India… - investeert hij daar ook best wel wat tijd in. Tijdens ons gesprek blijkt dat Bourgeois enthousiast is over de materie – vooral de handelsdossiers lijkt hij op de voet te volgen. ‘Vlaanderen is een exportgigant. We moeten over het muurtje kijken.’ Daarom wil hij graag dat onze media de Vlamingen meer vertellen over de grote wereld out there.

‘Vlaanderen is een exportgigant; we moeten over het muurtje kijken.’

Buitenlands beleid draait in wezen om het verdedigen van onze belangen. Wat zijn de Vlaamse kernbelangen?

Geert Bourgeois: Het Vlaams buitenlands beleid is gestart als cultureel beleid. Maar naarmate onze bevoegdheden uitbreidden, evolueerden we naar een volwaardig buitenlands beleid. Daarin is plaats voor de klassieke diplomatie, zij het dat die, wereldwijd, minder belang heeft dan vroeger. Zo hebben we de Scheldeverdragen met Nederland onderhandeld. Recentelijk kregen we ook beweging in het dossier van de Ijzeren Rijn, de spoorweg die Antwerpen moet verbinden met het Ruhrgebied. Nu is er voor het eerst een akkoord met Nederland, Duitsland, Nordrhein-Westfalen, België en Vlaanderen om een gezamenlijke studie te laten doen. Vlaanderen en de EU betalen die. De studie gaat over de technische aspecten van mogelijke tracé’s.

Maar in het buitenlands beleid is de klemtoon de laatste jaren verschoven naar economische, culturele en zelfs academische diplomatie. De Amerikaanse president George Bush zei dat ambassades tegenwoordig economische vechtmachines zijn. Cultureel hebben we Flanders Fields neergezet als dé regio waar de eerste wereldoorlog wordt herdacht. Er was de Rubenstentoonstelling. Op de Frankfurter Buchmesse 2016 zullen Vlaanderen en Nederland samen gastland zijn. Afgesproken is om voortaan Vlaanderen en Nederland op cultureel vlak samen te promoten als The Low Countries in landen waar we beiden actief zijn.

‘Kunst helpt om ons in het buitenland economisch in de markt te zetten.’

Uiteraard heeft die culturele diplomatie ook de bedoeling ons bekender te maken en ons zo economisch beter in de markt te zetten. Dat betekent niet dat kunst ten dienste staat van de economie. Wij hebben geen invloed op wat er wordt getoond of wie geselecteerd wordt, maar die moderne vorm van diplomatie werkt wel… Daarnaast is er de economische diplomatie, daar zijn we bijzonder sterk in. Vlaanderen leeft van uitvoer. Per hoofd van de bevolking voeren we drie maal zoveel uit als Duitsland. We zijn een exportgigant, goed voor 83 procent van de Belgische export. We hebben nu eigen economische diplomaten op meer dan honderd plaatsen.

Hoe is dat netwerk gegroeid?

Geert Bourgeois: We hebben elf diplomatieke afvaardigingen. Ik reken daar de Vlaamse afvaardiging op de Permanente Vertegenwoordiging bij de EU in Brussel bij. Daarnaast zijn er meer dan 69 kantoren van Flanders Investment and Trade(FIT). Soms zitten FIT-vertegenwoordigers ook in de kantoren van handelsvertegenwoordigingen van Wallonië en Brussel.

Hoeveel kost dat apparaat?

Geert Bourgeois: Op de begroting is 145 miljoen euro ingeschreven voor internationaal beleid in brede zin, 0,36 procent van onze begroting. FIT dat investeringen aantrekt en onze bedrijven helpt internationaliseren en exporteren, krijgt 50 miljoen euro. De Dienst Internationaal Vlaanderen krijgt 9.5 miljoen euro en 23 miljoen gaat naar ontwikkelingssamenwerking. Toerisme Vlaanderen kan op 49 miljoen euro rekenen.

Hoe efficiënt is dat apparaat?

Geert Bourgeois: Dat is moeilijk te berekenen maar in Dubai heeft FIT de prijs gekregen als beste investeringsagentschap. Meer dan negentig procent van de ondernemers is tevreden over FIT.

Wereldwijd zijn er meer dan 69 kantoren van Flanders Investment and Trade (FIT)

De kritiek dat het zinloos is om als Vlaanderen alléén een aparte diplomatie te gaan voeren, vindt u niet terecht?

Geert Bourgeois: Er wordt vaak lacherig gedaan over het gebrek aan samenwerking met Walen en Brusselaars. Dat klopt niet. We werken goed samen. Waar wij niet zijn, werken zij voor ons, en omgekeerd. Dat gebeurt in volstrekte collegialiteit. Natuurlijk klikt het met de ene persoon al beter dan met de andere… da’s onder ministers ook zo. We zijn concurrenten in het aantrekken van investeringen, dat houdt je scherp, maar dat betekent niet dat je niet kan samenwerken. Naarmate we verder van huis gaan, zijn we meer collega en minder concurrent. Het is uitgesloten dat we op de Franse of Duitse markt elkaars belangen behartigen.

‘Wij werken goed samen met de Walen en de Brusselaars. Hoe verder van huis, hoe meer.’

Dat we eigen diensten hebben, betekent dat we onze welvaart kunnen verzekeren. Daar ben ik rotsvast van overtuigd. Soms hoor je pleidooien om alles te herfederaliseren, ook in de nasleep van de aanslagen. Dat heeft er dus niks mee te maken. Als er nu één beleid volledig federaal is, is het toch wel veiligheid.

Misschien kreeg het federale niveau te weinig middelen door het constante getouwtrek tussen de gewesten?

Geert Bourgeois: We gaan toch niet terugkeren naar een Franstalige minister van onderwijs of de wafelijzerpolitiek? Laat elk verantwoordelijkheid dragen voor zijn eigen beleid. Hoe meer Wallonië exporteert, hoe liever ik het heb.

Maar voor een land als China, is België al klein, moet je daar dan niet uitleggen wat Vlaanderen is?

Geert Bourgeois: Ik heb buitenlandse betrekkingen ook tussen 2004 en 2008 gedaan en ik ervaar een enorme vooruitgang in kennis over en waardering voor Vlaanderen. Elke ambassadeur die zijn geloofsbrieven aanbiedt, komt naar het Martelaarsplein (waar de minister-president huist, jvd). Buitenlandministers komen naar hier.

‘Elke nieuwe ambassadeur in Brussel komt mij spreken.’

Gaan ze ook naar Namen voor de Waalse regering?

Geert Bourgeois: Denk ik wel, al is het iets verder natuurlijk. Europees Commissaris voor Handel Malmström kwam uitgebreid praten met mij over TTIP (Transatlantisch Handels-en InvesteringsPartnership) maar zij ging ook in het Waals parlement spreken. Binnenkort gaan we naar India.

Is dat geen erg ongelijke relatie? Wij zijn kleiner dan de meeste Indiase deelstaten.

Geert Bourgeois: Zij weten heel goed wat Vlaanderen te bieden heeft. We beschikken over een zeer diverse industrie en horen bij de top van de wereld inzake onderzoek en ontwikkeling. Met deze regering hebben we beslist daar een half miljard euro meer in te investeren, waardoor we in 2019 op 1,8 miljard euro publieke middelen per jaar komen.

U voelt respect. Gaat u dan de Indiase premier Modi ontmoeten?

Geert Bourgeois: Dat zal er niet inzitten, denk ik. Ik heb hem hier ontmoet. We hebben geluncht in het Egmontpaleis met het interfederale België. We worden ernstig genomen. Ik heb in Cuba niet met president Raul Castro gesproken, wel met zijn vice-president en vier andere ministers. Ze voelen aan wat de grondwettelijke realiteit is in België en gaan daar volwassen mee om.

‘De wereld kent Vlaanderen veel beter dan tien jaar geleden.’

Onze voornaamste hefboom is de EU, staat er in het regeerakkoord.

Geert Bourgeois: Klassieke diplomatie is in Europa vervangen door het politieke forum dat de EU is. Daar zetten wij pro-actief op in. Op de Belgische Permanente Vertegenwoordiging hebben wij een volledige verdieping: we zitten daar nu met twintig mensen. Logisch, begroting, migratie en veiligheid zijn nog federale bevoegdheden, maar alle andere bevoegdheden hebben betrekking op de deelstaten. Elke maand breng ik verslag uit op de Vlaamse regering over Europese kwesties. Wij zijn samen met Schotland de enige deelstaat die in het kader van het Europees Semester, reageert met een eigen hervormingsprogramma op de Europese beleidsaanbevelingen. Er is ook mijn herhaalde oproep dat investeringen zoals Oosterweel niet meer volledig in de begroting van lopende uitgaven moeten worden ingebracht. Bij Malmström verdedig ik de belangen van onze staalarbeiders: als we markteconomische status (MES) toekennen aan China, kunnen we dan nog iets doen tegen dumping? China’s productieoverschot is groter dan de hele Europese productie. Dat bedreigt tienduizenden jobs in de EU.

‘Vlaanderen is naast Schotland de enige deelstaat die meedoet aan het Europese Semester.’

Hebt u dan gezegd dat China geen MES kan krijgen?

Geert Bourgeois: Ja, of als dat niet kan, dat we maatregelen kunnen nemen om tot een gelijk speelveld te komen. Uit milieuoogpunt zou het een drama zijn dat Europese staalproductie naar China verschuift. Arcelor Mittal Gent is het meest performante staalbedrijf ter wereld inzake de reductie van de CO2-uitstoot.

Is federaal buitenlandminister Reynders dezelfde mening toegedaan?

Geert Bourgeois: We stemmen interfederaal af over handelsverdragen. Vaak initiëren wij standpunten en komen we dan tot een federaal vergelijk. Heel vaak worden Vlaamse standpunten zo vertaald in federale standpunten inzake handel – ik denk in negentig procent der gevallen.

Zegt u dat Vlaanderen in negentig procent van de gevallen zwaar weegt op het federale standpunt?

Inderdaad. Inzake TTIP verkiezen we bijvoorbeeld het International Court System, een permanent hof met beroepsmagistraten boven het omstreden Investor State Dispute Settlement (ISDS) dat dichter aanleunt bij private arbitrage.

Maar waarom hebben multinationale ondernemingen een apart rechtssysteem nodig? Ze kunnen toch naar de gewone rechtbank gaan?

Geert Bourgeois: Het is belangrijk dat je ook pakweg in Latijns-Amerika op dezelfde manier behandeld wordt als lokale bedrijven.

Maar TTIP gaat toch om de EU en de VS die over onafhankelijke rechtspraak beschikken. Waarom aparte structuren voor het bedrijfsleven?

Zon’ systeem is rechtszekerder dan dat je in elk land naar een andere rechtbank met andere regels moet.

‘Inzake TTIP biedt een apart rechtssysteem de bedrijven meer zekerheid dan de gewone rechtspraak.’

Als u de EU de voornaamste hefboom van buitenlands beleid vindt, wat dan met het federale Belgische niveau?

Geert Bourgeois: Er worden interfederaal een aantal zaken afgestemd, zeker voor organisaties als de VN waar we niet mee aan tafel zitten. In de EU vertegenwoordigt federaal ons in materies waarvoor we niet bevoegd zijn – begrotingsbeleid en veiligheid - voor de andere zaken doen we het ofwel samen met federaal, ofwel met de deelstaten alleen.

Gebeurt het dan soms dat je het niet eens wordt met Wallonië?

Dat kan gebeuren zoals met de dienstenrichtlijn waar toenmalig federaal minister Verwilghen geen Belgisch standpunt kon innemen en ons land zich daarom moest onthouden.

Dat was 2006. Zijn er recenter voorbeelden?

Geert Bourgeois: Het Zuiden van het land staat kritischer tegenover TTIP. Er is bij hen veel ideologische vooringenomenheid dat onze sociale of ecologische normen zullen uitgehold worden. Volgens ons is er voldoende transparantie - het Europese mandaat is gekend en het parlement kan volgen - om dat te voorkomen. Wij proberen hen te overtuigen.

‘Wallonië staat kritischer tegenover TTIP dan Vlaanderen.’

Vreest u niet dat die Vlaamse democratie waar u zo lang voor gevochten hebt, uitgehold wordt door TTIP?

Geert Bourgeois: Neen. Nogmaals. De onderhandelingen tussen Europa en de Verenigde Staten worden gevoerd in volle transparantie en met een strikt afgelijnd mandaat. TTIP is enorm belangrijk voor onze welvaart We kunnen de douanetarieven naar beneden brengen, da’s aantrekkelijk voor ons als exportland.

Maar TTIP gaat toch vooral om niet-tarifaire belemmeringen (NTB’s); de tarieven zijn bijna nul tussen ons en de VS.

Geert Bourgeois: Er zijn nog veel tarieven, die verschillen van staat tot staat in de VS. Een aantal diensten en overheidsopdrachten blijven gesloten voor ons, er is de Jones Act waardoor onze baggeraars geen toegang krijgen tot de Amerikaanse markt. Daarnaast worden NTB’s weggewerkt. Standaarden worden op elkaar afgestemd, al benadrukken wij vanuit Vlaanderen dat er een culturele uitzondering moet blijven. We moeten onze eigenheid bewaren in de mediasector. Verder zegt het onderhandelingsmandaat dat arbeidsnormen en leefmilieunormen buiten schot blijven… Maar waarom zou je de veiligheidsnormen van auto’s of brandvoorschriften niet harmoniseren? De kostprijs daalt als bedrijven niet voor elke markt andere normen moeten waarmaken. Idem voor consumentenbescherming.

Dat ligt toch erg gevoelig? Bij ons willen consumenten geen hormonenvlees, in de VS wel.

Geert Bourgeois: Voor zaken waarover we het niet eens zijn, zal harmonisering niet gebeuren. Anderzijds hebben wij onze offensieve belangen: als je iets wil binnenhalen, moet je ook iets terug geven. Een andere discussie inzake handel is natuurlijk of landen de mensenrechten helemaal moeten naleven, voor je een handelsakkoord met hen tekent. Of is het juist door meer handel dat die landen gaan evolueren?

U kiest voor dat laatste ?

Niet ten koste van alles maar de twee kunnen samengaan. In onze verdragen staan mensenrechten vermeld.

Het regeerakkoord noemt mensenrechten een voorwaarde voor ontwikkeling. Zegt u dat ook tegen China dat met succes een andere weg volgde?

Geert Bourgeois: Vlaanderen moet dat niet in zijn eentje doen – dat is masochistisch. De EU is als economische reus best geplaatst om onze waarden en normen te verdedigen. Wat niet belet dat wij als Vlaanderen bijvoorbeeld ook duidelijk zeggen dat Israel hier geen producten uit de bezette gebieden kan uitvoeren.

Maar Vlaamse bedrijven leveren wel aan het Israelische leger. Da’s in strijd met de Europese regels, zegt het Vlaamse vredesinstituut.

Geert Bourgeois: Ik ontken dat. Ik heb geen enkele uitvoervergunning toegekend voor het Israëlische leger.

‘Israël kan bij ons geen producten uit de bezette gebieden verkopen.’

Ook niet voor zaken die indirect in wapens worden gebruikt?

Geert Bourgeois: Neen.

Andere vraag: beschouwt u Wallonië als het buitenland?

Geert Bourgeois: Wat bedoel je met buitenland?

Op een bepaald moment maakten aanvraagformulieren voor Vlaamse cultuursubsidies onderscheid tussen buitenland en binnenland - Brussel en Vlaanderen waren binnenland, de rest was buitenland.

Geert Bourgeois: Wallonië is geen buitenland. Er is een taalgrens maar geen staatkundige grens. In onze Europese context is het ‘buitenland’ overigens ook een vaag begrip. We leven niet meer in de negentiende eeuw.

Vlaanderen heeft een belangrijke vredestraditie. Heeft het een stem in de beslissing al of niet te bombarderen in Syrië ?

Geert Bourgeois: Daar hebben we geen stem in. Dat is puur federale materie.

Maar wat is uw mening?

Link

Lees hier het tweede deel van het interview met Geert Bourgeois

Geert Bourgeois: De Islamitische Staat is een enorme bedreiging. Christenen en Jezidi’s worden uitgemoord en verdreven. Daar moet paal en perk aan gesteld worden maar hoe? Het Westen heeft zelf tot de destabilisering bijgedragen met zijn inval in Irak in 2003. De grote fout was om die vreselijke dictator weg te bombarderen zonder te werken aan de periode daarna. Als je A zegt, moet je B zeggen. Als dat niet gebeurt, krijg je een destabilisering, zowel in Irak als Libië waar IS zich nu ook heeft genesteld. Eigenlijk is dit een zaak voor de wereldgemeenschap. Probleem is dat dit niet lukt omdat de grootmachten het niet eens geraken. (Deel 2 van dit interview volgt maandag).