Ze hadden dit nog nooit meegemaakt. Buren en familieleden vielen bij bosjes. Een man verloor zijn drie vrouwen en acht van zijn kinderen. Hier, in de streek van Guéckédou, op het drielandenpunt van Guinee, Sierra Leone en Liberia, brak eerder dit jaar de ebola-epidemie uit. MO* interviewde twee antropologen die door Artsen Zonder Grenzen werden ingehuurd om medische teams bij te staan in Guéckédou. ‘In het begin van de epidemie zijn er fouten gemaakt,' zegt Jesse Verschuere, ‘maar wij hebben als antropologen zeker geholpen om een en ander bij te sturen.'
Met bijna 900 doden op de teller, is de ebola-epidemie die nu in West-Afrika huishoudt, de dodelijkste ooit. Het epicentrum lag in Guéckédou, voor het opschoof naar de buurlanden.
De Italiaanse Maria Cristina Manca is sinds 20 juli terug uit het gebied. De Belg Jesse Verschuere nam het over van haar, maar reist alweer verder naar Liberia. Allebei zijn ze antropologen die als freelancers voor Artsen Zonder Grenzen de lokale bevolking moeten leren kennen en ze overtuigen om zich te laten behandelen, te helpen en voor te lichten.
Epicentrum van de epidemie
‘Guéckédou ligt in het zuiden van Guinee en is heuvelachtig en bebost. Mensen leven er vooral van de maïsteelt, rijst en maniok’, zegt Verschuere. Ze eten ook bushmeat (het vlees van wilde dieren zoals apen), wat naast vleermuizen als drager van het virus kan fungeren. ‘De prefectuur van Guéckédou telt ongeveer 400.000 inwoners. De eerste gekende ebola-patiënt kwam uit een dorpje op 20 kilometer van de hoofdstad.’
Guéckédou, waar deze epidemie begon, ligt op het drielandenpunt
© Google Maps
Daarmee was de prefectuur het epicentrum van de epidemie, die weliswaar nu vooral uitbreiding neemt in buurlanden Sierra Leone en Liberia.
‘Guinee had nog nooit ebola meegemaakt, dus heerste er in het begin vooral paniek en angst’, weet Verschuere. ‘De overheid zou een gif verspreid hebben. Een vijandige ethnie wilde de andere dood. De blanken komen onze organen stelen.’ De geruchten waren legio en Artsen Zonder Grenzen kreeg soms amper toegang tot de getroffen dorpen.
Fouten rechtgezet
‘Het is belangrijk om de mensen hoop te geven, want die is er.’
‘In het begin van de epidemie zijn er zeer zeker fouten gemaakt,’ aldus Verschuere, ‘maar wij hebben als antropologen toch geholpen om een en ander bij te sturen. De medische staf heeft oor naar wat we vertellen.’
Nu worden families toegelaten tot patiënten en kan zelfs iedereen die wil, mits bescherming, onze gezondheidscentra bezoeken. Geen geheimdoenerij dus, want dat voedt alleen maar de geruchten. ‘We geven de bevolking ook niet langer de boodschap dat ebola bijna altijd dodelijk is. Genezen patiënten laten we getuigen in de dorpen. Het is belangrijk om de mensen hoop te geven, want die is er.’
Waar aanvankelijk de ebola-dode niet getoond – laat staan berouwd en aangeraakt – mocht worden door de familie, is die politiek deels gewijzigd, onder druk van health promotors als Maria Cristina Manca en haar lokale staf.
Manca legt uit hoe AZG nu te werk gaat: ‘Het team van het ebola-behandelingscentrum wast en kleedt de overledene en stopt die in een hermetisch afgesloten zak. Dan wordt de familie opgebeld of wordt de chef van het dorp verwittigd.’
‘In het centrum wordt de familie van de overledene opgevangen door een arts en een psycholoog. De rouwenden mogen nog even de dode zien en eventueel iets meegeven in de zak: kleren, geld, een doek. De familie graaft het graf waar ze wil, en dan brengt een ambulance van het Rode Kruis de overledene. Wil iemand de zak mee ten grave dragen, dan mag dat als hij maar beschermende handschoenen draagt.’
Antropologe Maria Cristina Manca met haar team van lokale health promotors
© Maria Cristina Manca
De angst, de geruchten en de pijnlijke onmogelijkheid om te rouwen zoals vroeger, zijn echter niet de enige uitdagingen waarop de health promotors een antwoord moeten vinden.
Mannen van Mars
Wordt een besmettingshaard gesignaleerd, dan komt een hele machinerie in werking, zegt Verschuere. ‘Landcruisers houden halt in een dorp en dan komen de sprayers in actie. Dat zijn mannen in beschermingspakken die de hut desinfecteren waaruit de patiënt komt’.
Alle mensen die met hem of haar in contact kwamen, zullen ook dag in dag uit opgevolgd worden, om na te gaan of zich bij hen ook symptomen zoals hoge koorts en braken voordoen. ‘Het gaat algauw om een 100-tal mensen per besmette patiënt, terwijl de mankracht van AZG beperkt is.’
Ebola bestrijden vergt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld aids, een zeer intrusieve aanpak en helaas zorgt die ervoor zorgt dat families geïsoleerd raken of zelfs hele dorpen gestigmatiseerd. Dat is één van de reden waarom AZG soms niet eens toegang krijgt tot een dorp of familie. Niet zelden plaatsen die trouwens zelf hun zieken in quarantaine.
Een genezen vrouw krijgt haar bewijs van genezing
© Maria Cristina Manca
‘In tegenstelling tot vroeger gaan wij, de health promotors, nu eerst naar een getroffen dorp. We winnen info in en we geven inlichtingen over wat ebola is, wat je kan doen. We geven ze de boodschap dat als ze er vroeg bij zijn, er kans op genezing is.’
‘Als ze een medisch team weigeren, kunnen we ze ook niet verplichten. En gelukkig is dat stigma dat aan patiënten en hun omgeving kleeft, vaak tijdelijk. In Guinee weet intussen iedereen dat na 21 dagen het gevaar is geweken, als er geen symptomen optreden, en wordt de familie of het dorp weer fréquentable.’
Don’t touch their poo poo
‘Als ze een medisch team weigeren, kunnen we ze ook niet verplichten.’
Behalve flyers, een video, getuigenissen van genezen patiënten en huisbezoeken, probeert AZG ook via muziek de mensen te sensibiliseren. ‘Maria heeft een liedje laten schrijven door Antoine Flingo, een lokale ster’, zegt Verschuere. ‘Het wordt gedraaid op lokale radio.’
Flingo’s ebola-song is wel iets minder expliciet dan de door Unicef gesponsorde hiphoppers in buurland Liberia. Die zongen van blijf van een patiënt ‘zijn pipi, zijn kaka, zijn bloed en eet geen aap of pruimen waarin vleermuizen hebben gebeten’.
Ondanks de inspanningen van antropologen en hun teams – wiens aanwezigheid trouwens veeleer uitzondering is dan regel – blijft het moeilijk ebola te bestrijden in een streek waar mensen verspreid leven en heel mobiel zijn, weet Manca. ‘Men is constant de hort op, voor het werk, naar de markt, om te studeren of familie te bezoeken, dood of levend.’
Liberia nog niet mee
Bovendien is elke gemeenschap of elk dorp –er zijn er om en bij de 1310– een andere wereld. ‘Elke gemeenschap heeft weliswaar zijn officiële vertegenwoordigers, chefs, wijzen en geïnitieerden, vroedvrouwen en jonge intellectuelen. Maar evengoed zijn er in al die gemeenschappen tal van talen, riten en religies. Iedereen kijkt anders aan tegen het leven, dus het is schier onmogelijk om één strategie uit te werken die voor iedereen werkt.’
Eet geen aap of pruimen waarin vleermuizen hebben gebeten.
Hoe zij als antropologen de situatie zien evolueren?
‘De toestand in Liberia en Sierra Leone is nu een heel stuk ernstiger dan in Guinee’, zegt Verschuere, die intussen daar is aangekomen. ‘Maar het Liberiaanse ministerie van Gezondheid is duidelijk nog niet mee. Zo besliste het onlangs dat alle markten en openbare plaatsen ontsmet moesten worden. Dat wijst op een gebrek aan inzicht over hoe de ziekte zich verspreidt, maar ondertussen is er wel algehele paniek en nul impact.’
Men wil ook mensen verbieden zich te verplaatsen of wil ze zelfs in gedwongen quarantaine plaatsen. ‘Dat is dom, want dan zoeken ze wel sluipwegen en wordt het voor ons des te moeilijker om iedereen te volgen die in contact geweest is met besmette patiënten. Vertrouwen en communicatie zijn onze belangrijkste wapens tegen ebola.’