Wat staat er op het spel bij de Europese verkiezingen?

Interview

Dertien middenveldorganisaties delen hun bezorgdheden

Wat staat er op het spel bij de Europese verkiezingen?

MO* redactie

08 juni 2024

Zondag 9 juni 2024 vinden de federale en Vlaamse, maar ook de Europese verkiezingen plaats. Die laatste lijken eerder een ver-van-ons-bedshow, maar hebben toch veel impact. Wat staat er in verschillende beleidsdomeinen op het spel? De MO*redactie vroeg aan dertien middenveldorganisaties wat hun grootste zorg is. We stelden één vraag, hoorden dertien bezorgde antwoorden.

‘We vrezen een Europese meerderheid die de vooruitgang van de Europese Green Deal zal terugdraaien’, zegt Benjamin Clarysse, beleids- en projectcoördinator bij Bond Beter Leefmilieu. Dat heeft niet alleen voor het klimaat zelf gevolgen. ‘Burgers en bedrijven weten dan ook niet wat ze moeten doen en waarin ze moeten investeren.’

‘Het verzet tegen de EU Green Deal is geen mislukking van klimaat- en milieubeleid, wel een voorbeeld van slecht ontworpen beleid’, verduidelijkt Joeri Thijs, woordvoerder van Greenpeace. De deal focust te hard op grote bedrijven en de belangen van grote lobby’s, zo blijkt.

‘De deal laat gewone burgers of landbouwers, die een rendabel en duurzaam landbouwmodel willen nastreven, links liggen.’ Als gevolg daarvan maken volgens Thijs populistische en autocratische partijen van klimaat en natuur een cultuuroorlog voor eigen gewin.

Om vooruitgang te boeken, is het belangrijk om sociale rechtvaardigheid centraal te stellen in het klimaatbeleid. ‘We moeten die twee verzoenen, anders zadelen we toekomstige generaties met gigantische problemen en kosten op.’

De komende legislatuur moet worden ingezet op een sociaal rechtvaardige Europese Green Deal 2.0, waarbij Europa en haar lidstaten massaal investeren, besluit Thijs. ‘Alleen zo wordt de transitie toegankelijk voor iedereen: burgers, boeren en bedrijven.’

Miranda Ulens, algemeen secretaris van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) en ondervoorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC), vreest besparingen. ‘De besparingen die Europa ons nu oplegt zijn een absolute bedreiging voor het behoud van onze welvaartsstaat en sociale rechten. Dat heeft een directe impact op ons dagelijks leven, van prijsstijgingen en stagnerende lonen tot de toenemende kosten van huisvesting en energie.’

De verschillende vakbonden en het Europees vakverbond moeten ook beter samenwerken, stelt Ulens. ‘Alleen zo kunnen we de belangen van miljoenen werknemers verdedigen en streven naar een samenleving waarin sociale rechtvaardigheid, gelijkheid en vrijheid centraal staan. Die waarden moeten we stevig verankeren in het Europese model.’

Om meer én beter te kunnen investeren in sociale infrastructuur, publieke diensten en duurzaamheid, moeten we volgens Ulens sociaal stemmen. ‘Er is geen stemplicht, maar als we sociaal stemmen, kunnen we de toekomst van Europa actief vormgeven.’

Volgens Kati Verstrepen, voorzitster van de Mensenrechtenliga, is de situatie in de gevangenissen op dit moment nog nooit zo erg geweest. Ze geeft aan in geen enkel partijprogramma te hebben gelezen hoe politici de overbevolking in de gevangenissen willen oplossen.

‘Detentie moet mensenrechtenproof worden, want op dit moment maakt iedere gedetineerde mensenrechtenschendingen mee. Er zitten te veel mensen in de gevangenis, er is te weinig personeel en de infrastructuur is totaal ontoereikend.’

Nochtans liggen de Europese regels al op tafel. ‘De EU legde de normen vast waaraan detentie moet voldoen. Het is nu aan de lidstaten om dat op te volgen.’ Maar daarvoor moeten politieke partijen er wel de ernst van inzien, benadrukt Verstrepen.

‘Politici denken dat de burger weinig inzit met gedetineerden en zich populair maken met een streng gevangenisbeleid. Niets is minder waar. 99% van alle gedetineerden komt op een dag vrij, dus je maakt de samenleving veel vrijer en veiliger als je hen goed voorbereidt op hun terugkeer. Dat lukt niet als je hen jarenlang hun fundamentele rechten ontzegt en hen op die manier ontmenselijkt.’

‘Diplomatie en ontwapening lijken verdwenen te zijn uit het woordenboek van onze politici’, zucht Ludo De Brabander van Vrede vzw. Hij betreurt de trend van wereldwijde militarisering. ‘Vooral binnen de NAVO en de EU zien we een push richting meer investering in de militaire industrie.’

Volgens De Brabander is de NAVO de drijvende kracht achter die bewapening. Zo’n 55% van alle militaire uitgaven blijken voor de rekening van NAVO-landen te zijn. ‘Zo creëren ze een nieuwe wapenwedloop: als één van de lidstaten zich bewapent, volgt de rest ook.’

‘We onderschatten de dreiging van kernwapens. Die is sterk gestegen sinds de confrontatiepolitiek tussen de NAVO en Rusland. Kernwapens zijn, net zoals het klimaat, een planetaire dreiging.’

Ook de geloofwaardigheid van Europa als beschermer van mensenrechten gaat sterk achteruit volgens De Brabander. ‘De EU is niet consequent: tegen de Russische agressor werden in een mum van tijd sancties genomen terwijl het onmogelijk lijkt om tegen de neofascistische regering van Israël zelfs maar de meest evidente maatregel te nemen.’

De Brabander sluit optimistisch af: ‘In september komt men samen naar aanleiding van de Agenda for Peace 2024 van António Guterrez, secretaris-generaal van de Verenigde Naties. De bedoeling is dat we daar onder andere het handvest van de VN herbevestigen.’

‘Als Congolese diaspora-organisatie is de opmars van extreemrechts heel verontrustend’, stelt Elisabeth Sekanabo van Amuka vzw. ‘Ons bestaansrecht wordt in vraag gesteld en daar maak ik me zorgen over.’

Ook Don Moussa Pandzou van Waka Waka Generation, een vereniging die gemeenschappen van de Belgisch-Afrikaanse diaspora versterkt, kaart die trend aan: ‘Het lijkt me duidelijk dat Europa een antwoord zal moeten zoeken op de opmars van extreemrechts.’

‘De normalisering van het extreemrechtse gedachtegoed lijkt zich nu echt overal door te zetten’, zegt Pandzou. Als gevolg daarvan verschuiven andere urgente debatten naar de achtergrond. ‘De oorlog in Oekraïne duurt maar voort, maar ook het klimaatdebat verdwijnt naar het achterplan. Voor de pandemie zagen we grote klimaatbetogingen, stuurden klimaatjongeren een duidelijke boodschap uit.’

‘Nochtans moeten we nu handelen. Het zijn landen in het Globale Zuiden, Afrikaanse landen in het bijzonder, die nu al een forse rekening betaald krijgen.' We kunnen niet langer talmen, klinkt het bij Pandzou.

Sekanabo wil de rol van Europese handelsbelangen in conflicten op het Afrikaanse continent benadrukken: ‘Het akkoord over kritische mineralen dat de Europese Commissie sloot met Rwanda, heeft kwaad bloed gezet. Die mineralen voeden de oorlog in Congo. Mensenrechten en handelsbelangen moeten hand in hand gaan.’

‘Proactief werken lukt gewoon niet meer’, klinkt het bij Katleen Peleman, directeur bij het Vlaams Expertisecentrum over Alcohol en Drugs (VAD). ‘Investeringen gaan bijna uitsluitend naar criminaliteitsbestrijding en hulpverlening, terwijl preventie in het kader van gezondheid onderbelicht blijft.’

‘We weten al lang dat preventie niet effectief is als je alleen affichecampagnes inzet. Je hebt volgehouden inspanningen op meerdere niveaus én in meerdere contexten nodig om de attitude en het gedrag van mensen te veranderen.’

Daarvoor is mankracht op het terrein nodig. ‘De regionale preventiewerkers zijn onderbemand, waardoor ze vragen vanuit scholen, bedrijven, jeugdbewegingen en het uitgaansleven moeten afwijzen. Dat is problematisch.’

‘De retoriek rond mensenrechten klinkt steeds vijandiger en meer gepolariseerd’, stelt Eve Geddie, directeur van het European Institutions Office van Amnesty International. ‘Dat heeft directe gevolgen op mensenlevens binnen én buiten de EU. Denk aan kwesties als abortus, asiel en migratie en de situatie in de bezette Palestijnse gebieden.’

De organisatie stuurde een EU-verkiezingsmanifest uit naar de Europarlementskandidaten met de vraag mensenrechten centraal te stellen in hun campagnes en hun eventuele mandaten.

‘We willen hen eraan herinneren dat ze mensenrechtenverplichtingen hebben. Ze zijn verantwoordelijk voor een betere, eerlijkere, meer inclusieve en duurzame EU.’

Daar heeft de kiezer volgens Geddie ook een rol in. ‘Denk na over de belangrijke impact die deze verkiezingen zullen hebben op de mensenrechten’, geeft ze mee.

Joost Depotter van Vluchtelingenwerk Vlaanderen ziet het Europees Pact voor Asiel en Migratie niet als een oplossing om de solidariteit en verantwoordelijkheid te delen. Integendeel, het pact legt nog méér verantwoordelijkheden bij de Europese grenslanden. Terwijl de grenslanden de grensprocedures via een focus op detentie moet organiseren, zal de solidariteit van andere lidstaten beperkt blijven.

De gevolgen laten zich nu al raden, zegt Depotter. ‘Grenslanden zullen nog meer middelen inzetten om te voorkomen dat asielzoekers de Europese grenzen bereiken. Denk aan pushbacks of ontransparante terugnameakkoorden met derde landen. Mensen zullen daarbij blijvend worden blootgesteld aan extreem geweld.’

De kans op slagen bij deze aanpak is klein volgens Depotter, laat staan dat de rust in het oververhitte migratiedebat erdoor zal weerkeren. ‘Om onze samenleving te beschermen, ondergraven we stelselmatig de mensenrechten waarop we deze gebouwd hebben.’

Daarom stelt Vluchtelingenwerk Vlaanderen, samen met Caritas International en 11.11.11, een realistisch en wetenschappelijk onderbouwd alternatief voor: het Brugmodel. Dat model wil mensen op de vlucht van begin- tot eindpunt beschermen. Daarvoor zet het in op ondersteuning van herkomstlanden, toegankelijke asielprocedures en solidaire samenwerking tussen de Europese lidstaten. ‘Zo kunnen we migratie goed organiseren, niet enkel door er simpelweg te zijn.’

Kathleen Van Den Daele, algemeen coördinator van LEVL, de belangenbehartiger voor personen met een migratieachtergrond, vreest een uitholling van de rollen van de EU: ‘Europa heeft een initiërende, coördinerende rol. Het kan druk leggen en lidstaten stimuleren om treffende maatregelen te nemen. Als die functies wegvallen zijn kwetsbare groepen, onder wie ook mensen met een migratieachtergrond, daar rechtstreeks het slachtoffer van.’

Europa legt een bepaalde weg af om zijn koloniale verleden te erkennen, maar de bijbehorende daden komen in het gedrang, klinkt het bij Van Den Daele. ‘Het oude beeld van een koloniaal Europa als racistisch continent gaat hierdoor louter gevalideerd en of bestendigd worden.’

Ze geeft aan dat een uitbreiding van de Europese rechtse fractie en ideologieën concrete gevolgen heeft voor het Europese antidiscriminatiebeleid en dat er stappen achteruit zullen worden gezet. ‘Nu heeft de EU bijvoorbeeld een antiracismeplan en een antiracismecoördinator, maar die zullen dan waarschijnlijk wegvallen. Dan heb je op Europees niveau geen aanspreekpersoon of -punt meer.’

Ook subsidies zullen verminderen of wegvallen volgens Van Den Daele. ‘De EU heeft nu bepaalde subsidieprogramma’s die lidstaten, regio’s of organisaties aanzetten tot opschaling van goede praktijken, onderzoek naar moeilijk bereikbare en kwetsbare doelgroepen. Het subsidiebeleid van Europa vormt een belangrijke incentive voor nationaal, regionaal en lokaal beleid.’

Ze haalt aan dat de verminderde druk en controle nefast zijn, net zoals het narratief waarmee gesproken wordt. ‘Het EU-migratiebeleid en de wetshandhaving zijn gebaseerd op raciale discriminatie. Maar als je migratie criminaliseert, beschadig je de fundamentele rechten van ieder mens en in het bijzonder die van vluchtelingen.’

Dat narratief zal tot verdere stigmatisering leiden van mensen met een migratieachtergrond: ‘Geweld tegen mensen met migratieachtergrond, de lgbti+-groep, Roma en andere kwetsbare groepen zal toenemen. Ze zullen wederom zondebok zijn van een falend EU-beleid’, besluit Van Den Daele.

Het laatste jaarrapport van ILGA-Europe, de Europese koepel van lgbti+-organisaties toont aan dat haatspraak jegens de lgbti+-groep blijft toenemen in de EU. Woordvoerder Eef Heylighen van Vlaams belangenverdediger çavaria stelt dat zulke haatspraak leidt tot aanvallen op prides en individuele gevallen van geweld, maar ook tot protesten in scholen of bibliotheken.

‘Conservatieve, extreemrechtse actoren die in veel EU-landen de macht grijpen en elkaars recepten overnemen voeden de gewelddadige acties.’ De impact daarvan toont zich niet alleen in de lidstaten zelf volgens Heylighen.

‘Ook in het Europees parlement houden ze wetgeving die lgbti+-personen zou beschermen, tegen. Meer zelfs, er worden anti-lgbti+-voorstellen ingediend.’ En dat heeft niet alleen op Europees niveau gevolgen.

‘Europese wetgeving moet uiteindelijk omgezet worden in Belgische wetgeving’, verduidelijkt Heylighen. Ze dringt aan op bescherming voor lgbti+-personen in de Europese regelgeving, want anders hangt alles af van de goodwill van België en op dat niveau is het vertrouwen zoek.

‘Als we de anti-lgbti+-retoriek en plannen van het Vlaams Belang horen, is het allesbehalve een overbodige luxe om Europese wetgeving op te stellen die lidstaten verplicht om de mensenrechten van lgbti+-personen te respecteren.’

‘De EU focust zich momenteel op veiligheid, defensie en concurrentie, terwijl vredesopbouw, de bevordering van democratie en de vermindering van mondiale ongelijkheid voorop zouden moeten staan’, steekt Griet Ysewyn van wal. Ze vertolkt de visie van 11.11.11 op de Europese verkiezingen. ‘De EU loopt zo het risico om menselijke en duurzame ontwikkeling te ondermijnen.’

Europa neemt afstand van zijn waarden, toont geen politieke moed en slaagt er niet in zijn verplichtingen na te komen, meent Ysewyn. Het steeds repressievere migratiebeleid van de EU, de Europese verdeeldheid over Gaza, het gebrek aan sociaal Europa en de uitholling van de Europese klimaat- en milieumaatregelen zijn hier slechts enkele voorbeelden van volgens Ysewyn.

‘Met deze beleidskeuzes brengt de EU ernstige schade toe aan haar geloofwaardigheid, want ze ondergraaft haar eigen waarden.’

Ook bij de Global Gateway, het Europees initiatief om de EU prominenter te positioneren als geopolitieke speler, stelt ze zich vragen. ‘Onder het mom van gelijkwaardige partnerschappen verdedigt de EU steeds uitdrukkelijker haar eigen geostrategische waarden binnen het ontwikkelingsbeleid.’

Als voorbeeld haalt Ysewyn de ontginning van grondstoffen aan: ‘De EU ontgint grondstoffen, vaak met het geld van private investeringen, omdat we ze nodig hebben voor de Europese energietransitie. Maar zekerheid over mensenrechten, milieu en duurzame transitie garandeert ze niet.’

Ysewijn vindt dat een sterke maatschappij met geïnformeerde burgers een broodnodige tegenmacht moeten vormen en stelt dat kiezers voor een heldere keuze staan op 9 juni.

Kiezen ze voor een Europees buitenland- en migratiebeleid dat respectvol en consequent omgaat met het internationaal recht? Of gaan ze voor een gevaarlijk, immoreel en contraproductief beleid waarbij Europa zoete broodjes blijft bakken met autoritaire regimes en oorlogsmisdadigers?’