‘Wat voor landbouw kunnen we ons bij zo’n extreme droogte nog veroorloven?’

Interview

In gesprek met klimatoloog João Santos en landschapsecoloog Gabriel del Barrio

‘Wat voor landbouw kunnen we ons bij zo’n extreme droogte nog veroorloven?’

‘Wat voor landbouw kunnen we ons bij zo’n extreme droogte nog veroorloven?’
‘Wat voor landbouw kunnen we ons bij zo’n extreme droogte nog veroorloven?’

Op het Spaanse en Portugese vasteland kreunden de boeren en gewassen deze zomer nog meer onder de droogte dan bij ons. Is waterintensieve landbouw in deze tijden nog te verantwoorden? ‘Zolang Europese consumenten tomaten buiten het seizoen willen, zal een mediterraanse boer die produceren.’

© Reuters / Marcelo del Pozo

Spanje staat bekend als de ‘fruitmand’ van Europa. Maar die landbouwsector werkt de mindere kwaliteit van land en bodem ook net in de hand.

© Reuters / Marcelo del Pozo

Op het Spaanse en Portugese vasteland kreunden de boeren en hun gewassen deze zomer nog meer onder de droogte dan bij ons. Is waterintensieve landbouw in deze tijden nog te verantwoorden? MO* sprak met de Spaanse landschapsecoloog Gabriel del Barrio en de Portugese klimatoloog João Santos. ‘Zolang Europese consumenten tomaten buiten het seizoen willen, zal er een mediterraanse boer zijn die ze wil produceren.’

Ze zijn een constante geworden op het Iberisch schiereiland de afgelopen jaren: extreme droogte en hittegolven. En ook elders in Europa waren temperaturen tot 40 graden of meer en bosbranden alomtegenwoordig in de zomer van 2022. Ook in de Duitse, Tsjechische en zelfs onze Limburgse bossen.

‘Het zal in heel Europa verder opwarmen’, vertelt klimatoloog João Santos. ‘Zo is er nu grote bezorgdheid over de Alpen, waar het ijs zeer snel smelt. Maar voor het mediterraans gebied, en zeker het westelijke deel van het Iberische schiereiland, is er nog een bijkomstig probleem. Want we zijn hier sterk afhankelijk van weersystemen van over de Atlantische Oceaan.’

Klimaatwetenschappers weten dat de neerslag die normaal op het Iberisch schiereiland valt, zal opschuiven naar het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië. Dorheid en droogte gaan daardoor steeds meer toenemen en ook elders op het Europese vasteland zal er minder neerslag vallen.

Een betere omgang met de watervoorraden die er zijn, dringt zich op, benadrukt Santos. ‘Minder neerslag in combinatie met hogere temperaturen, dat wil zeggen: meer verdamping en minder water in de bodem. Dat zal de strijd tegen woestijnvorming op het Iberisch schiereiland niet helpen.’

João Santos

  • klimatoloog

  • professor aan de Universidade de Tras-os-Montes e Alto Douro (UTAD)

  • directeur van het Centre for the Research and Technology of Agro-Environmental and Biological Sciences (CITAB)

  • specialiseerde zich in de impact van de klimaatverandering op landbouw in Portugal, en meer specifiek op de wijnbouw

  • afkomstig uit Vila Real, Noord-Portugal.

Die woestijnvorming houdt in dat de bodem minder vruchtbaar wordt, erodeert en verzilt, dat de watervoorraden en waterhoudende lagen opdrogen en dat er veel biodiversiteit verloren gaat. Het gaat dus om méér dan enkel de strijd tegen bosbranden, hitte of droogte.

‘Bosbranden zouden in de toekomst wel eens oncontroleerbaar kunnen worden.’

Het is één van de grootste mondiale uitdagingen die de voedselzekerheid wereldwijd bedreigt, of zal gaan bedreigen. Op het Europese continent loopt het Iberisch schiereiland het grootste risico op woestijnvorming. In Spanje is dat voor een vijfde van het landoppervlak al het geval. ‘In de landbouwsector is afgelopen jaren te weinig rekening gehouden met de effecten van de klimaatverandering’, zegt Santos.

© Charis Bastin

‘Homogene vegetatie is de perfecte biomassa die bosbranden voedt. Zoals pijnbomen en eucalyptus, die in Portugal een echte plaag zijn.’

© Charis Bastin

Die effecten zijn bovendien niet het gevolg van eenmalige gebeurtenissen. ‘We zagen de afgelopen tien jaar opmerkelijk veel droogtes en hittegolven. Die extreme gebeurtenissen stapelen zich op elkaar op en versterken elkaar. Dat geldt ook voor de bosbranden. Die zijn zo schadelijk omdat ze volgen op een zeer lange extreme droogte in combinatie met twee of drie hittegolven. Met nog minder neerslag en nog hogere temperaturen kunnen die bosbranden in de toekomst wel eens oncontroleerbaar worden.’

Problematisch landgebruik

De oogsten in Portugal en Spanje kunnen dit jaar tegenvallen door de droogte en hitte, zo wordt gevreesd. Spanje is ‘s werelds grootste olijfproducent en staat bekend als de ‘fruitmand’ van Europa.

Maar die landbouwsector werkt de landdegradatie ook net in de hand, legt de Spaanse landschapsecoloog Gabriel del Barrio uit. Woestijnvorming gebeurt wanneer een ecosysteem vernietigd wordt omdat zijn natuurlijke bronnen overmatig gebruikt worden. Het is geen gevolg van de klimaatverandering, maar vindt plaats door toedoen van de mens, vertelt Del Barrio.

‘De klimaatverandering zal het Iberisch schiereiland niet in een woestijn veranderen. Ze zal wel het scenario bepalen waarin dat gebeurt en waarin we de strijd zullen moeten aangaan. Hoe droger, dorder en warmer het klimaat, hoe moeilijker dat zal zijn.’

Gabriel del Barrio

  • landschapsecoloog

  • onderzoeker aan het Estación Experimental de Zonas Áridas (EEZA), een hoger instituut voor wetenschappelijk onderzoek aan de Universiteit van Almería, en de grootste overheidsorganisatie voor wetenschap in Spanje

  • expert op het gebied van landdegradatie en woestijnvorming

  • werkte mee aan het nieuwe Spaanse actieplan tegen woestijnvorming

  • afkomstig uit Almería, Andalusië, Zuid-Spanje.

Sinds Portugal en Spanje in de jaren ‘80 toetraden tot de Europese Economische Gemeenschap, de voorloper van de Europese Unie, werd de landbouwsector steeds sterker geïntensiveerd en geïndustrialiseerd. Kleine boerderijen maakten plaats voor grote landbouwbedrijven. De teelt van diverse en seizoensgebonden producten moest plaats ruimen voor een industrie gericht op monocultuur.

‘De enorme “plastic zee” is het pervers effect van de EU-subsidies in het Europese landbouwbeleid.’

‘Een pervers effect van de EU-subsidies in het Europese landbouwbeleid’, noemt del Barrio het. Dat beleid wil dat de landbouw zijn productiviteit verhoogt, maar dat gaat wel ten koste van de natuurlijke bronnen. ‘Het resultaat daarvan is de enorme “plastic zee” en de aanplanting van houten gewassen.’ De Spaanse onderzoeker verwijst daarmee naar de uitgestrekte velden met serres die vooral in Zuid-Spanje en Zuid-Portugal te zien zijn, en naar de industriële boomgaarden van onder meer amandel- en olijfbomen.

‘Deze geïrrigeerde gebieden trekken alle natuurlijke bronnen, zoals de watervoorraden, naar zich toe, waardoor dat land het grootste risico op woestijnvorming vormt. Een van de meest recente kanshebbers voor problematisch landgebruik is de aardbeiteelt in Zuidwest- Spanje.’

‘We zagen het geïrrigeerde landbouwgebied de afgelopen decennia sterk toenemen op het hele schiereiland’, vult João Santos aan. ‘Dat is net het omgekeerde van wat we zouden mogen doen wanneer er steeds minder neerslag is.’

Perfect voor bosbranden

Ook veehouders werden sinds de jaren ‘80 gestimuleerd om de grootte van hun kuddes op te drijven. ‘Dat had een nefaste impact op de Spaanse dehesas en de Portugese montado’, gaat Del Barrio verder. Dat zijn graaslanden met steeneiken en kurkbomen. Ook die lopen, net als de geïrrigeerde landbouwgebieden, een groot risico om te degraderen tot dorre vlaktes. ‘Het toegenomen aantal dieren dat er graasde, zorgde voor sterke erosie en andere problemen in het ecosysteem.’

© Charis Bastin

De Spaanse dehesas en de Portugese montado, graaslanden met steeneiken en kurkbomen, lopen ook een groot risico om te degraderen tot dorre vlaktes.

© Charis Bastin

Onder invloed van de landbouwintensivering, zo noteren del Barrio en zijn collega’s in een onderzoekspaper, verdwenen tussen 2005 en 2013 in Spanje 108.000 boerderijen. Grote boerderijen werden verkozen boven kleine. Het platteland werd verlaten, op de grote landbouwbedrijven na.

MO*talks: Het water komt ons aan de lippen

Met minister Meryame Kitir, directeur 11.11.11-beleidsdienst Naima Charkaoui en Belgisch klimaatonderhandelaar Geert Fremout.

Dinsdag 25 oktober, 20 uur in AMOR — De Roma, Antwerpen

Klik hier voor meer info

‘Maar het schiereiland is niet zoals Canada of Australië’, zegt del Barrio. Eeuwenlang was het bevolkt door de mens, die er aan landbeheer deed en op een manier deel werd van het ecosysteem dat de tijd en ruimte vond om zich aan te passen aan menselijke aanwezigheid en veranderingen in de natuurlijke omgeving. Hij illustreert het met een voorbeeld uit zijn directe omgeving: ‘In Almeria ontstond tijdens de kleine ijstijd, zo’n 500 jaar geleden een steeneiken bos op een berg. Wanneer nadien een drogere periode aanbrak, konden de bomen zich aanpassen en blijven bloeien tot het einde van de 19de eeuw, toen het bos moest plaatsmaken voor mijnbouw.’

‘Het is niet zo dat we hier Afrikaanse boomsoorten gaan zien als het verder opwarmt. Vegetatie gaat simpelweg uitsterven.’

Vegetatie en ecosystemen kunnen zich wel degelijk aanpassen aan een veranderend klimaat, zegt Del Barrio. Alleen doen ze dat heel traag en gaat het vandaag te snel. Ze kunnen niet verplaatsen naar een gunstiger klimaat. ‘Het is niet zo dat we hier Afrikaanse boomsoorten gaan zien als het verder opwarmt. Vegetatie gaat simpelweg uitsterven. De gaten zullen opgevuld worden door nutteloze, opportunistische plant- en boomsoorten’, zegt Del Barrio.

Herbebossing betekent daarom nog geen herstel van een ecosysteem, het is slechts gelijksoortige vegetatie, die vrij spel krijgt in de leegte. ‘Dat is de perfecte biomassa die bosbranden voedt. Zoals pijnbomen en eucalyptus, die in Portugal een echte plaag zijn.’

Santos knikt instemmend. ‘Gezonde bossen branden niet. Het gaat te snel, te snel voor vegetatie om zich te aan te passen aan nieuwe klimatologische omstandigheden.’

Slechts 0,18% van het totale aantal bosbranden zijn zogenaamde ‘megabranden’, maar die beslaan wel 40% van de afgebrande oppervlakte voor zich, zo staat te lezen in een rapport van het Spaanse WWF uit 2020. ‘Alleen door het platteland opnieuw te bevolken, kunnen bosbranden worden voorkomen’, besluit Del Barrio. Zodat er opnieuw op een bewuste en doordachte manier aan landbeheer gedaan kan worden.

Model herdenken

Spanje lanceerde dit jaar een nieuw strategisch actieplan tegen woestijnvorming. Dat plan stemt Del Barrio optimistisch. ‘Mijn mening is uiteraard gekleurd, omdat ik eraan meewerkte. Maar het is een plan dat de uitdagingen goed in kaart brengt. Nu is het kwestie van het uit te voeren.’

Zo’n nationaal plan alleen is ook niet voldoende, zegt hij. ‘Je kan het probleem van landdegradatie niet alleen lokaal bekijken, het is een globaal probleem. Ook mediterraanse landen importeren bijvoorbeeld veevoeder voor hun veeteelt. Dat creëert dan weer ontbossing en landdegradatie voor sojaplantages in Zuid-Amerika.’

Omdat het droger en warmer zal worden, is er geen andere keuze dan het landbouwmodel te herdenken, stelt Santos. Hij onderzoekt in Portugal vooral de impact van de klimaatverandering op de druiventeelt. ‘Dit zijn planten die jarenlang leven en die van het ene jaar op het andere waterstress opbouwen. Zo worden ze steeds kwetsbaarder en ongezonder. Daarom moeten we varianten kiezen die beter bestand zijn tegen hitte en droogte. Dat wij vandaag nog soorten uit Frankrijk telen, is nonsens. In Bordeaux gebruiken ze al onze Spaanse en Portugese varianten, omdat ze beseffen dat de oude varianten niet meer geschikt zijn voor het huidige bioklimaat.’

‘De boer is getraind om te produceren wat de markt wil.’

Maar, ‘nog belangrijker is een verschuiving op grote schaal’, stelt Santos. Zo is er in Portugal een beweging die pleit om de peul van de Johannesbroodboom meer te consumeren, legt hij uit, omdat die beter aangepast is aan het mediterraanse klimaat en dus duurzamer is. Een nieuw landbouwmodel is niet alleen in het belang van de boer, om oogsten en inkomsten te vrijwaren, maar ook in dat van de Europese consument en diens voedselveiligheid. ‘Daarom moeten we de consument onderwijzen’, zegt Santos. ‘Want de boer is getraind om te produceren wat de markt wil.’

Een perfecte omschrijving, noemt zijn Spaanse collega-onderzoeker dat. ‘Consumenten moeten onderwezen worden over het telen van landbouwproducten én over het transport ervan. Als grote bedrijven naar Zuid-Europese boeren trekken en om zoveel ton tomaten vragen, zullen die boeren proberen te voldoen aan die vraag. Waar een vraag is, zal er aanbod zijn. Wil je het systeem corrigeren, dan moet je beide kanten van de keten aanpakken, dus ook die van de consument. Die moet begrijpen dat de vraag naar groenten buiten het seizoen elders grote problemen veroorzaakt’.

We moeten dat nieuw landbouwmodel wel heel voorzichtig kiezen, zegt Santos. ‘Het gaat niet alleen om wat we willen, maar wat we ons nog kunnen veroorloven, rekening houdend met de waterbronnen die we hebben.’

Wil dat zeggen dat waterintensieve landbouw geen plek meer heeft in een land dat steeds droger en warmer wordt? Is het dan een kwestie van terugkeren naar een kleinschalige, ecologische en regeneratieve landbouw?

‘Dat klinkt uiteraard mooi en logisch. Wie wil dat niet, landbouw met meer respect voor de bodem en voor natuurlijke bronnen?’, vindt del Barrio. ‘Alleen is dat een type landbouw dat de natuur nadoet, en de natuur is lui en onproductief. Daarvoor gaan we het ganse schiereiland nodig hebben om alleen al onze eigen steden van voedsel te kunnen voorzien.’

Om het landbouwmodel echt te kunnen veranderen, is een maatschappelijke verschuiving nodig. ‘Als die er niet komt, geloof ik niet dat we kunnen afstappen van industriële landbouw. En eerlijk gezegd zie ik het niet gebeuren’, besluit Del Barrio.

De tussenoplossing: een evenwicht tussen ecologische, regeneratieve landbouw en industriële landbouw dat aan de vraag kan blijven voldoen. ‘Want Europese consumenten gaan nog steeds tomaten buiten het seizoen willen. En zolang die vraag er is, zal er een mediterraanse landbouwer zijn die dat wil produceren.’

Over dit artikel

Journaliste Charis Bastin: ‘In augustus brandde het grootste natuurgebied in Portugal dagen aan een stuk. Herders, wier schapen en koeien de melk leveren voor de typische Serra da Estrela-kaas, verloren grote delen graasgebied. Portugal verloor belangrijk Unesco-natuurgebied. En Europa verloor een van haar groene longen. Minstens 22.000 hectare, dat is bijna 25% van het volledige natuurgebied, ging in vlammen op.

Voor u, MO*lezer, was het mogelijk een zoveelste nieuwsbericht over bosbranden. Mij raakt dit persoonlijk. Het huis van mijn grootouders bevindt zich niet zo heel ver van dit natuurgebied. In de regio woont familie. Jeugdherinneringen spelen zich er af.

Net als herinneringen uit 2003, toen we met de hele familie halsoverkop moesten vluchten voor de brandhaarden die, heel snel en heel plots, het geboortedorp van mijn grootouders omsingelden.

‘Blijft het Iberisch schiereiland leefbaar?’, had ik mijn gesprekspartners op het einde van ons gesprek gevraagd. ‘Ja,’ was het unanieme antwoord, ‘want de mens is in staat om te leven in de wreedste omstandigheden.’’

© Charis Bastin

Verwoesting na bosbranden in Portugal. ‘Met nog minder neerslag en nog hogere temperaturen kunnen de bosbranden oncontroleerbaar worden.’

© Charis Bastin

Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Word proMO* voor slechts 4 euro per maand en je ontvangt ons magazine. Je steunt zo ook ons journalistiek project en geniet van tal van andere voordelen.