VN-milieuorganisatie wil meer aandacht voor alle aspecten milieubeleid
Bruno Pozzi: ‘Investering in groene, circulaire economie brengt vooruitgang voor samenleving’
Bruno Pozzi, de nieuwe directeur van het Europa-kantoor van het VN-Milieuprogramma, pleit voor het veranderen van economisch model. ‘We moeten overschakelen van een lineaire naar een circulaire economie.’ Burgers en bedrijven moeten hun gedrag veranderen, want 'menselijk gedrag heeft een enorme - negatieve - impact heeft op de biodiversiteit’. De maatschappelijke keuzes moeten door het beleid gemaakt worden.
Bruno Pozzi, de nieuwe directeur van het Europa-kantoor van het VN-Milieuprogramma, pleit voor het veranderen van economisch model. ‘We moeten overschakelen van een lineaire naar een circulaire economie.’ Burgers en bedrijven moeten hun gedrag veranderen, want ‘menselijk gedrag heeft een enorme — negatieve — impact heeft op de biodiversiteit’. De maatschappelijke keuzes moeten door het beleid gemaakt worden.
Het VN-Milieuprogramma (UNEP) zet in op een milieuvriendelijk beleid en duurzame ontwikkeling wereldwijd. Op 13 maart publiceerde de organisatie het Global Environment Outlook rapport (GEO-rapport) van 715 pagina’s. Het zesde GEO-rapport beantwoordt al je vragen over de staat van het leefmilieu, de mogelijke trends in de toekomst en de beleidsmaatregelen die reeds werden genomen voor het leefmilieu. ‘Het is een uitgebreide wetenschappelijke bijbel’, aldus Bruno Pozzi, de nieuwe directeur van het Europa-kantoor van UNEP. ‘Daarin vind je alles terug over de staat van het leefmilieu. Het vormt een wetenschappelijke basis en geeft ook voorstellen voor oplossingen. Maar het is aan beleidsmakers om de keuzes te maken en de beslissingen te nemen.’
‘Wij kunnen voorstellen doen, maar beleidsmakers moeten de beslissingen nemen’
‘UNEP focust op het leefmilieu, maar we surfen wel mee op de climate wave. De jeugd en de maatschappij in het algemeen wil dat er actie ondernomen wordt voor het klimaat. De impact van de klimaatverandering op het leefmilieu is zichtbaar. We gebruiken deze aandacht om de bescherming en het behoud van het leefmilieu te promoten en de manier waarop mensen ermee omgaan te veranderen.’
Bruno Pozzi, directeur van de Europese afdeling van het VN-Milieuprogramma
©Lieke Verlé
‘In het GEO-rapport leggen we ook de link met nature based solutions, alternatieve oplossingen waarbij we de natuur kunnen gebruiken om klimaatverandering tegen te gaan. Voorbeelden daarvan zijn geothermie en zonne-energie, maar ook de bescherming van bossen tegen de groeiende aanwezigheid van landbouw. Nog belangrijker is het dat we veranderen van economisch model. We moeten overschakelen van een lineaire naar een circulaire economie. We moeten ons aanpassen en actie ondernemen aan de hand van innovatie en investeringen. We moeten een nieuw model ontwikkelen waarmee we een sprong voorwaarts maken.’
Als we vragen aan Pozzi of die “groene groei” niet eerder een problematische illusie is, reageert hij verrast: ‘We hebben ook wetenschappelijk bewijs dat een kleine investering in een groene, circulaire economie vooruitgang kan en zal brengen. Bedrijven zullen investeren en investeringen brengen groei met zich mee. Uit ons onderzoek blijkt dat je een economie kan organiseren die zal blijven groeien en waarbij geïnvesteerd wordt in “groen”.’
‘We moeten veranderen van economisch model: van een lineaire naar een circulaire economie’
Is dat niet eerder wishful thinking?
Bruno Pozzi: Als je investeert in nieuwe technologie, draag je ook bij aan de economie. Dat is een simpele economische redenering. Maar je moet kiezen waarin je investeert. Tot nu toe werd er bij investeringen gekeken naar de manier waarop er meer en misschien goedkoper geproduceerd kan worden. Wat wij nu vragen, is om te investeren in meer duurzame producten en ervoor te zorgen dat er meer duurzame consumptie komt.
De Verenigde Naties en de EU poneren al jaren dat duurzaamheid gecombineerd kan worden met groei en circulaire economie. Dient dat niet vooral om ondernemers en investeerders vertrouwen te moeten geven dat er niets echt zal veranderen: er zal nog steeds winst gemaakt worden, en de bevolking moet zich geen zorgen maken want iedereen zal nog steeds kunnen consumeren zoals gewoonlijk…
Bruno Pozzi: Dat zeg ik niet. Een deel van de verandering van het economisch model ligt ook bij vorming. Zowel consumenten als producenten moeten beter geïnformeerd worden over het circulair model. Er moet een manier gevonden worden om de consument te wijzen op zijn verantwoordelijkheid. Als je wil dat de biodiversiteit en het leefmilieu beschermd worden, moet je je consumptiegewoontes veranderen.
‘Als je wil dat de biodiversiteit en het leefmilieu beschermd worden, moet je je consumptiegewoontes veranderen’
Ook voor de producenten is dat in hun eigen belang. Als consumenten je producten niet meer willen omdat ze niet duurzaam zijn, zal je niet overleven. Je comparatieve voordeel als Europees ondernemer komt dan in gevaar. Als Europese bedrijven nu niet investeren in vergroening, zullen ze niet in staat zijn te concurreren met andere landen die groeien en met andere producten komen die stevige concurrentie vormen voor ons. Het is dus belangrijk dat bedrijven het comparatieve voordeel behouden dat ze nu hebben.
Bedrijven die willen investeren in vergroening en circulaire economie, moeten de “externe kosten” zoals milieukosten, maar ook sociale kosten in het Zuiden meerekenen in hun productiecyclus. Dat zorgt voor een comparatief nadeel tegenover goedkope, niet-duurzame producten die zoveel mogelijk kosten blijven externaliseren.
Bruno Pozzi: Daarom pleiten we voor een holistische aanpak. De circulaire economie is een volledig nieuwe manier om naar onze economische ontwikkeling te kijken. De overheidsstructuur moet aangepast worden en consumenten en producenten moeten gevormd en gesensibiliseerd worden. Pas als we al die factoren samenbrengen krijgen we een duurzaam en competitief model. Het is een holistische actie, gepusht door de jongeren. Als zij geen verandering zien, zullen ze de producten niet kopen.
We moeten ons aanpassen aan de nieuwe situatie. Het is zo goed als de enige manier om de toekomst van onze planeet te garanderen. We hebben het punt bereikt waarbij vermindering van uitstoot niet meer volstaat. Het is onmogelijk om de ambities nog te halen die vastgelegd waren, of het wordt toch enorm moeilijk. Klimaatverandering is een feit. Daarom moeten we andere oplossingen vinden om ons aan te passen. De circulaire economie is er daar een van.
Het circulair model is bovendien gelinkt aan innovatie en de ontwikkeling van nieuwe technologie. Volgens het onderzoek zouden landen op korte termijn dezelfde groei kennen als ze zo’n twee procent van het BBP investeren in groene oplossingen. Op lange termijn is er zelfs sprake van een grotere groei.
Als het gaat over koolstofreservoirs en koolstofopvang hebben we al een technologie die heel effectief blijkt te zijn, namelijk bomen. Het is niet echt hightech, maar wel uitermate doeltreffend. Wat doen we om die technologie te behouden?
Bruno Pozzi: Bomen planten is waarschijnlijk de meest eenvoudige technologie om koolstof op te vangen. Sommige landen zijn daar heel hard op vooruit gegaan. Ik was in Kenia en de regering plant er enorm veel bomen en is het woud opnieuw aan het aanleggen. In Europa moeten we daar misschien wat meer in investeren. Maar dan moeten we ook kijken hoe we onze landbouw kunnen hervormen. De Europese Commissie onderzoekt hoe ze het landbouwbeleid kan aanpassen. We moeten ook kijken naar de manier waarop we in Europa produceren en hoe we de impact op het land positiever kunnen maken.
‘Bomen planten is waarschijnlijk de meest eenvoudige technologie om koolstof op te vangen’
Olivier de Schutter, voormalig VN-Speciaal Rapporteur over het Recht op Voedsel, is daarover heel duidelijk: we moeten kiezen voor agro-ecologie en de landbouw hervormen om het leefmilieu in stand te houden. Maakt dat deel uit van het plan van UNEP?
Bruno Pozzi: Dat is inderdaad een deel van het plan. We zijn iets voorzichtiger, want politici moeten beslissen. Maar UNEP stelt dat het huidige model niet-duurzaam is en dat we dus van model moeten veranderen. Wij geven adviezen, de beslissing om te veranderen moet van de politici komen — met druk van de bewegingen die we op straat zien.
Rechts groeit in het Europees Parlement. Kenmerkend voor rechts-populisme is dat het de klimaatverandering ontkent en kiezers probeert te overtuigen dat alles rond leefmilieu en klimaat een linkse samenzwering is. Hoe wanhopig bent u soms?
Bruno Pozzi: Ik hoop een heleboel klimaatontkenners te overtuigen. In totaal hebben meer dan 2000 wetenschappers meegewerkt aan het GEO-rapport. Ze zijn zeker niet allemaal links en ze komen van overal. Vooraleer het rapport gepubliceerd wordt, krijgt het de zegen van alle regeringen van de lidstaten. Dat is geen “linkse kerk”.
Het IPBES-rapport over de biodiversiteit toont aan dat er een probleem is. Daarom is er ook innovatie nodig. Als je het vanuit een economische invalshoek bekijkt, begrijpen buitenlandse politici het misschien beter. Het gaat ook over het creëren van jobs, “groene” jobs, betere jobs.
Een miljoen soorten zijn met uitsterven bedreigd. We hebben geen idee wat de impact zal zijn op de landbouw en de levenskwaliteit. Toch heeft het rapport geen grote paniek of massale reacties veroorzaakt?
Bruno Pozzi: Ik hoop dat je ongelijk hebt. Ik hoop en geloof dat het rapport wel bewustzijn heeft gecreëerd. Onder de wetenschappers is dit al jaren gekend, maar we hadden deze wetenschappelijke vaststellingen nodig om aan de wereld te tonen dat deze realiteit wel degelijk een probleem vormt. De bedreiging van de biodiversiteit is gelinkt aan de klimaatverandering en aan de manier waarop we ons gedragen.
‘Nu hebben we bewijs dat het menselijk gedrag een enorme negatieve impact heeft op de biodiversiteit’
De Verenigde Naties willen tegen 2020 een oplossing vinden om de bedreiging van de biodiversiteit tegen te gaan. Ik geloof echt dat dit rapport een mijlpaal is. Het bewustzijn was er niet. Misschien wel voor het uitsterven van de bij, maar nu hebben we bewijs dat het menselijk gedrag een enorme negatieve impact heeft op de biodiversiteit.
Oplossingen zijn niet gemakkelijk en er moet over onderhandeld worden. Bovendien hebben we te kampen met een bevolkingstoename die een impact zal blijven hebben. Maar voor de eerste keer kan zo’n meeting leiden tot een vergelijkbare beweging als bij het Parijs-akkoord.
Wat is het eerste dat moet gebeuren om de bedreiging van de biodiversiteit tegen te gaan?
Bruno Pozzi: Globaal moeten we het bewustzijn hoog houden en zorgen dat de leiders blijven luisteren. Burgers spelen daar een rol in en moeten die boodschap blijven verspreiden. Op lokaal niveau gaat het over vorming: denk duurzaam en sta stil bij jouw impact op het milieu. Het lijkt voor de hand liggend voor iedereen, maar dat is het helemaal niet. Het gaat van een plastic verpakking laten slingeren op het strand, over een sigaret op de grond gooien tot beslissen over wat je gaat eten als lunch. Die dingen kunnen ook een verschil maken. Tot slot moeten dienstverleners luisteren naar de veranderende wereld en de maatschappij die om verandering roept.