Jean-Pascal van Ypersele: ‘We moeten zo snel mogelijk naar een nuluitstoot’

Interview

Van Ypersele daagt beleidsmakers uit hun klimaatambities op te schroeven

Jean-Pascal van Ypersele: ‘We moeten zo snel mogelijk naar een nuluitstoot’

Jean-Pascal van Ypersele: ‘We moeten zo snel mogelijk naar een nuluitstoot’
Jean-Pascal van Ypersele: ‘We moeten zo snel mogelijk naar een nuluitstoot’

‘Het wordt tijd om de absolute hoogdringendheid te beseffen.’ Klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele wrijft met zijn hand over zijn ogen. Het is eerder een vermoeid dan moedeloos gebaar. Als lid van de delegatie van Fiji, het organiserende land van de Klimaatconferentie in Bonn heeft hij er weken van korte nachten op zitten.

© Belga

Jean-Pascale Van Ypersele tijdens een plenaire zitting van het Waalse parlement in 2015

© Belga​

‘Zal Bonn een succes worden?’, vraagt men mij. ‘Zo’n Klimaatconferentie is altijd een succes. Maar het is ook altijd onvoldoende. Ook het akkoord van Parijs was honderd keer te klein voor wat nodig is. Dat is de paradox: iedere stap voorwaarts is tot nu te traag gezet, als er al geen terugslag volgt.’

Voorlopig virtueel afscheid

De duidelijkste terugslag is vanzelfsprekend de aankondiging die de Amerikaanse president Trump op 1 juni 2017 in de Rose Garden van het Witte Huis maakte. Als het aan hem en zijn administratie ligt, trekken de VS zich terug uit het klimaatakkoord van Parijs. Voorlopig is dat een virtueel afscheid.

Dag dag waarop het Parijsakkoord officieel wordt, op 1 januari 2020, gaan de Verenigde Staten een nieuw verkiezingsjaar in. Het zal aan de volgende president zijn om te beslissen of de VS hun historische verantwoordelijkheid nemen of in hun staat van ontkenning blijven hangen.

In Bonn zullen de VS op maandag 13 november alvast een evenement organiseren waarin ze de rol van fossiele brandstoffen en kernenergie in de strijd tegen klimaatverandering willen benadrukken. Niet als deel van het probleem, wel als onderschatte en misbegrepen onderdelen van de oplossing. Om maar te zeggen: de VS zijn niet echt van plan een constructieve bijdrage te leveren.

De VS organiseren een evenement waarin ze de rol van fossiele brandstoffen en kernenergie in de strijd tegen klimaatverandering benadrukken.

Niet als deel van het probleem, maar als oplossingen.

En toch, meent Van Ypersele, zal het Amerikaanse team van onderhandelaars zich eerder afwachtend dan destructief opstellen. ‘De Verenigde Staten hebben er alle belang bij aan tafel te blijven zitten. Ik weet niet welke agenda ze zullen volgen, maar het is duidelijk dat ze zullen waken over hun eigen belangen en die van hun industrie.

Stel dat er een voorstel op tafel komt –ik zeg: stel, want dat is niet het geval– om een globale koolstoftaks in te voeren voor Amerikaanse producten, dan zullen de Verenigde Staten er alles aan doen om dat te verhinderen. Strikt genomen is de situatie vandaag niet anders dan op 3 september 2016 toen president Obama het akkoord van Parijs ratificeerde.

De procedure waarvan Trump aankondigde dat hij ze in gang zou zetten, is volgens mijn weten ook nog niet in gang gezet. In die zin heeft hij vooral een aankondiging van een aankondiging gemaakt.’

‘Mochten ze zich toch terugtrekken, dan krijgen ze het statuut van waarnemend land. Ze kunnen deelnemen aan debatten, maar hun spreektijd is beperkt. Hun invloed zal veel kleiner zijn dan nu. Bovendien, en dat wil ik nog benadrukken, daalt de uitstoot in de Verenigde Staten op dit moment. Het is een gevolg van de maatregelen die Obama heeft ingevoerd. Trump heeft nog niet alles kunnen ontmantelen.’

De bruinkoolcentrale in Neurath, op 60 kilometer van Bonn is een van de grootste bronnen van CO2 in Duitsland.

Open bruinkoolmijn

De paradox van het ontoereikende klimaatbeleid laat zich echter niet enkel voelen in een klimaatsceptische, Amerikaanse administratie, hij is overal ter wereld af te lezen. Ook op plekken die zichzelf graag als klimaatkampioenen op de kaart zetten.

Vanuit Bonn, dat zich de komende weken bijna geestdriftig presenteert als klimaathoofstad, is het amper een tocht van zestig kilometer naar Neurath, een landschap getekend door open bruinkoolmijnen en de dampende koeltorens van een van de grootste bruinkoolcentrales.

Dat Duitsland er ondanks een veel geprezen Energiewende waarschijnlijk niet in slaagt de reductiedoelstellingen voor 2020 te halen, is grotendeels te wijten aan deze rokende mastodont. Voor het andere deel zijn landbouw en transport verantwoordelijk.

Klimaatparadox

Neurath is slechts een plek op de wereldkaart van klimaatparadoxen. Als lid van de delegatie van Fiji – ‘Op een dag kreeg ik een brief van Frank Bainimarama, de eerste minister van Fiji, met de vraag lid te worden van zijn adviserende team. Ik kon niet weigeren’, aldus Van Ypersele – bracht hij midden november amper vier dagen op Fiji door voor de tweede voorbereidende vergadering voor de Klimaatconferentie.

De klimaatparadox van Fiji: iedere toerist die er voet aan land zet, heeft een paar ton CO2 uitgestoten om er te geraken.

Vier dagen reizen om vier dagen te vergaderen. ‘Klimaattechnisch is dat moeilijk te verantwoorden’, zegt hij. ‘Maar er is meer. Het hotel waarin de vergadering plaatsvond, was het Sheraton, paradijselijk gelegen aan de kust.

Om het te bouwen, is een groot stuk mangrove vernietigd. Net die mangroves hebben eilanden als Fiji nodig om zich te beschermen tegen een stijgende zeespiegel. Maar als je de kunstlijn volgt, dan zie je hoe de mangrove wordt gekapt en er hotels in de plaats komen.’

‘Het is de klimaatparadox van deze eilanden: ze zijn afhankelijk van het toerisme, om er te geraken, moet je vliegen. Iedere toerist die er voet aan land zet, heeft een paar ton CO2 uitgestoten. Die eilanden zijn terecht bezorgd over de gevolgen van de klimaatopwarming die voor hen zichtbaar en levensbedreigend zijn, maar tegenover het idee om het vliegverkeer te beperken, staan ze zeer weigerachtig.’

Jagers reguleren de jacht

Luchtvaart en scheepvaart zijn globaal een taboe. De International Airtransport Association (IATA) heeft zijn eigen en vrijwillige ambities. Dat kan je moeilijk baanbrekend beleid noemen.

Van Ypersele: ‘Het is pijnlijk om te zeggen dat deze vrijwillige engagementen van de luchtvaartsector zo veel meer zijn dan wat de maritieme sector doet.

‘De meest ontnuchterende vaststelling was dat vertegenwoordigers van bedrijven er als afgevaardigden van landen onderhandelden’

Eind oktober ben ik voor de eerste maal uitgenodigd door de IMO, de International Maritime Organization, om een presentatie te geven over klimaatverandering en het akkoord van Parijs. Het leek alsof veel mensen in de zaal dat allemaal nog nooit gehoord hadden.’

‘Ze bleken ook niet te beseffen dat het niet zo maar ging om de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, maar dat we zo snel mogelijk naar een nuluitstoot moeten en dat hun sector daar een sleutelrol speelt.

Het leek allemaal nieuw voor sommigen. Maar de meest ontnuchterende vaststelling was dat vertegenwoordigers van bedrijven er als afgevaardigden van landen onderhandelden. Hoe kan je van jagers verwachten dat ze de jacht reguleren?’

Negentig bedrijven zijn wereldwijd verantwoordelijk voor negentig procent van de uitstoot. Je zou denken: daar liggen enorme kansen om snel vooruitgang te boeken.

Van Ypersele: Absoluut. Maar opnieuw: het is aan overheden om het kader te bepalen waarbinnen bedrijven kunnen handelen. Nu zijn die multinationale bedrijven extreem machtig, ze beschikken over de financiële middelen om te lobbyen voor een kader dat hen niet te veel verplichtingen oplegt.

Het is aan de samenleving en het beleid om duidelijk te maken wat we van de industrie en de economie verwachten, weg van de fossiele brandstoffen naar een bedrijfsleven dat het respect voor het milieu in zijn werking integreert.

De krachten die de andere kant op trekken zijn bijzonder sterk en die zijn verbonden met een tunnelzicht dat enkel kijkt naar winst op korte termijn ten koste van de schadelijke effecten op lange termijn. Het akkoord van Parijs is een kader om te handelen, maar vervangt niet de actie zelf. En de actie die tot nu is aangekondigd is ontoereikend. Zeer ontoereikend. Al blijft het beter dan niets.

© Dieter Telemans

© Dieter Telemans​

Uitstoot op nul

In de aanloop naar de COP23 in Bonn publiceerde het milieu-agentschap van de Verenigde Naties (UNEP) The Emissions Gap Report. De engagementen die nu gemaakt zijn, zijn goed voor een derde van de reductie nodig om de opwarming te beperken tot 2 graden. Op hetzelfde moment liet het WMO weten dat de concentratie aan CO2 in de atmosfeer hoger is dan hij in drie miljoen jaar is geweest. Je zou denken: de hoogdringendheid is duidelijk.

Van Ypersele: En toch moeten we vaststellen dat Europa zijn ambitieniveau nog niet in lijn heeft gebracht met het akkoord van Parijs. Daarin staat duidelijk dat het objectief een beperking van de opwarming tot ‘aanzienlijk minder dan 2 graden.’ Wat betekent dat? Dat is niet 1,95 graden, dat is streven naar 1,5 graden.

Op dit moment schuift de Europese Unie een daling van veertig procent van de uitstoot naar voor tegen 2030, maar de kans is groot dat een meer realistisch scenario neigt naar een daling van 55 procent tegen 2030 zoals Climate Action Network eerder berekende. Europa doet veel. Het is het enige continent met duidelijke klimaatwetten, maar het zal meer moeten doen.

‘Het doel is niet de stijging van de temperatuur in te perken, wel om de uitstoot op nul te brengen’

Vooral omdat veel landen daarop wachten om zelf een tandje bij te steken. In die zin is het goed dat het akkoord van Parijs die vijfjaarlijkse revisie en bijsturing van de plannen heeft ingebouwd. Volgend jaar verschijnt het IPCC Special Report on 1,5 degrees, over wat er nodig is om niet boven die 1,5 graden uit te stijgen. Dat zal hopelijk bepalend zijn.

Anderzijds, en dat zal u misschien verbazen, ben ik het niet eens met de voorspellingen over de mogelijke temperatuurstijging tegen 2100 die in het Gap Report staan. Aan de hand van de nationale plannen die er nu zijn, kan je niet weten of de temperatuur tegen 2100 met drie graden zal toenemen.

Als je dat zegt, ga je ervan uit dat de lijn van de uitstoot aan een zelfde tempo blijft dalen. Hoe kan je dat weten als je geen plannen hebt die verder kijken dan 2030? Ik kan het niet vaak genoeg herhalen: het doel is niet de stijging van de temperatuur in te perken, wel om de uitstoot op nul te brengen.

Tot 2011 hebben we globaal 1900 miljard ton CO2 uitgestoten. Om een temperatuurstijging tot twee graden te beperken mogen we niet meer dan 2900 miljard CO2 in de atmosfeer pompen. Er resten ons 1000 miljard ton. Meer niet. Als we zoals nu veertig miljard ton per jaar blijven uitstoten, dan resten ons 25 jaar. Tegen dan moet het nul zijn. Punt aan de lijn.

Wereldbol naast de conferentiezalen waar de Klimaatconferentie in Bonn (COP23) plaatsvindt.

Apocalyps afwenden

Al zijn er tekenen dat de geesten rijpen. Christine Lagarde van het IMF wees er tijdens een economische conferentie in Saoedi-Arabië eind oktober op dat we ‘gegrild, geroosterd and gebraden zullen worden’ als we niets doen aan klimaatverandering.

Van Ypersele: Je zou denken dat mevrouw Lagarde uitstekend geplaatst is om verregaande actie te ondernemen? Het is goed dat ze de risico’s van klimaatverandering onder woorden brengt, maar dan mogen we ook verwachten dat haar organisatie op alle vlakken verantwoordelijkheid neemt. Walk the talk.

‘Er rest ons nog 25 jaar. Tegen dan moet de uitstoot nul zijn. Punt aan de lijn’

Het brengt ons op de altijd terugkerende vraag: wat houdt ons tegen?

Van Ypersele: In het geval van mevrouw Lagarde heb ik het vermoeden dat er een verborgen agenda achter haar woorden zit. Misschien onbewust. Maar het kan een manier zijn om het terrein voor te bereiden op geo-engineering als de enige oplossing om de apocalyps af te wenden.

Als je beweert dat de mensheid dreigt geroosterd te worden en je tegelijkertijd niet aan een plan werkt om dat te verhinderen, lijk je er bijna op aan te sturen dat enkel een grote, technologische oplossing ons kan redden.

Zal de technologie ons redden?

Het lijkt er soms op dat we daar met z’n allen op hopen en wachten: de grote technologische doorbraak, de stofzuiger die ervoor zal zorgen dat we niets wezenlijks moeten veranderen aan ons economisch systeem. In Nederland zet het regeerakkoord in op koolstofopslag: niet langer enkel de uitstoot verminderen, maar verhinderen dat hij de lucht in gaat.

Van Ypersele: Hopen op de grote oplossing is een illusie. Al is er een fundamenteel onderscheid tussen koolstofopslag en geo-engineering. CO2 opvangen en opslaan is niet hetzelfde als een gevaarlijk spel spelen met de atmosfeer door er giftige stoffen in te injecteren of satelieten te plaatsen die als parasols moeten dienen.

‘Hopen op de grote oplossing is een illusie. De risico’s van geo-engineering zijn te groot om te verantwoorden’

Aan koolstofopslag is weinig risico verbonden. Wat kan er gebeuren? Dat de CO2 ontsnapt? Als je –zoals in Nederland perfect mogelijk is– de reservoirs gebruikt die miljoenen jaren lang met gas gevuld waren, dan lijkt het me niet waarschijnlijk dat er snel CO2 uit verdampt. Het risico is een ander: deze techniek slorpt veel middelen op die men beter elders zou gebruiken.

Dat is echter niets vergeleken met het risico dat het prutsen aan onze atmosfeer met zich meebrengt. Als we zwavel in de atmosfeer verstuiven, dreigen we de moesson te beïnvloeden, de regencycli te wijzigen en nog zo veel dat we nu niet kunnen voorzien. Wat gebeurt er als de techniek het laat afweten? Dan staan we voor een opwarming die tien keer sneller gaat dan nu. Dat risico is eenvoudigweg niet te verantwoorden.

![](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format/public/field/image/55454_99871_IwpRDC.jpg?itok=_7psCA0y " Eén van de twee conferentiezalen. In de "Bonn Zone" vinden de onderhandelingen plaats; in de "Bula Zone" een hele rits nevenactiviteiten.")

Eén van de twee conferentiezalen. In de “Bonn Zone” vinden de onderhandelingen plaats; in de “Bula Zone” een hele rits nevenactiviteiten.

Te traag

2017 is het jaar waarin klimaatverandering zichtbaar werd. Er brak een ijsberg ter grootte van twee Belgische provincies af van Antarctica, de orkanen waren heviger dan normaal, de mousson was uitzonderlijk dodelijk, de droogte was al even uitzonderlijk. Maar de klimaatconferenties volgen hun eigen ritme. Pas tegen 2018 moet er een handboek liggen voor de implementatie van Parijs. Moet het niet wat sneller allemaal?

Van Ypersele: Ik wil hier twee zaken op antwoorden. Natuurlijk gaat het te traag. Bovendien houden we in alle discussies over klimaatverandering veel te weinig rekening met de reële risico’s. Het IPCC, het platform van klimaatexperten van de Verenigde Naties spreekt over 66 procent kans om onder de twee graden te blijven. Dan moet je je toch afvragen wat dat betekent.

‘Het gaat over de bewoonbaarheid van de enige bewoonbare planeet in ons zonnestelsel. Dat risico onderschatten beleidsmensen systematisch’

Als jij op de trein wacht en men zegt je: ‘De trein heeft 66 procent kans om zijn bestemming te bereiken.’ Stap jij dan in? Er is geen enkele ingenieur die een brug bouwt die met een waarschijnlijkheid van een kans op drie niet instort. Nee, je bouwt een brug die zo stevig is dat het zwaarst denkbare voertuig erover kan rijden.

Als het over het klimaat gaat, hebben we de neiging de probabiliteiten al te optimistisch te interpreteren. Terwijl het uitgangspunt het doemscenario zou moeten zijn. Het gaat over de bewoonbaarheid van de enige bewoonbare planeet in ons zonnestelsel. Dat risico onderschatten beleidsmensen systematisch.’

‘Anderzijds: dat maakt klimaatconferenties niet zinloos. Veertien dagen lang worden er op zeer intensieve wijze goede praktijken en ideeën uitgewisseld. De onderhandelingen zijn een aspect, een belangrijk aspect, maar minstens zo noodzakelijk is die mondiale brainstorm. Zeker voor landen die moeilijker toegang hebben tot die kennis.

Wat niet gezegd wordt

Wat staat er in Bonn op het spel? Praktisch gezien is het een technische conferentie waarin onderhandeld wordt over het hoe en wat van de implementatie van Parijs. De finale beslissing daarover valt volgend jaar in Katowice in Polen. Maar welke dynamieken spelen nu achter de schermen mee?

Van Ypersele: Tijdens de voorbereidende vergaderingen hebben een aantal delegaties opvallend weinig gezegd: Rusland, Turkije en China. Dat is een vaststelling. Vaak is wat niet gezegd wordt minstens zo interessant als wat wel besproken wordt.

‘Hoe ga je om met een land waar op een paar uur tijd het volledige bruto binnenlandse product is weggevaagd?

Maar er zijn generische obstakels die altijd opduiken, en die ook dwingender worden. Financiering is er één van, maar ook de vraag rond ‘verlies en schade.’

Wat met geleden schade? Hoe ga je om met een land als de Dominicaanse Republiek waar op een paar uur tijd het volledige binnenlandse product weggevaagd is? Dan volstaat het niet om een paar dollars per inwoner te geven.

Dat zijn altijd moeizame discussies, maar ik hoop dat we als mensheid een ding niet uit het oog verliezen: we hebben de middelen om klimaatverandering te beperken en tegen te gaan. We kunnen het. We moeten het ook willen.

Menselijke invloed

Tot slot. In de jaren ’70 wist Exxon dat er een verband was tussen het verbranden van fossiele brandstoffen en klimaatverandering. In 1988 sprak James Hanssen voor het eerst over klimaatverandering in de Amerikaanse senaat. Denkt u soms: wat als de wereld sneller had gehandeld volgens de wetenschap en de kennis die men bezat?

Van Ypersele: De tegenkrachten waren er toen al. Dezelfde als nu. Toen George Bush Senior in 1992 naar de Earth Conference in Rio de Janeiro ging, was hij al het luisterend oor van de Koch-broers die nu ook Trump beïnvloeden. Het is een onwaarschijnlijk geoliede lobbymachine.

‘Zeer goed betaalde advocaten kwamen in actie met slechts een doel: twijfel zaaien en er vooral voor zorgen dat het niet vooruit ging’

Ik heb ze aan het werk gezien op het IPCC toen we ons in 1995 bogen over die ene bewuste zin: de link tussen menselijke activiteit en de klimaatopwarming. Ik zal het zinnetje nooit vergeten.

The balance of evidence suggests that there is a discernible human influence on global climate.’ (De balans van het bewijsmateriaal suggereert dat er een merkbare menselijke invloed is op het globale klimaat, vvdr)

Op dat moment kwamen zeer goed betaalde advocaten in actie die slechts een doel hadden: proberen zo veel mogelijk stokken in de wielen te steken, twijfel te zaaien en er vooral voor te zorgen dat het niet vooruit ging. Als ik daarop terugkijk, dan denk ik: ondanks alles is er al veel bereikt.

In december verschijnt bij Epo een herwerkte versie van het boek van Jean-Pascal van Ypersele, In het oog van de klimaatstorm.