Bob Albertijn, 77 jaar oud, ontvangt ons in het Jezuïetenhuis in Heverlee, bij Leuven. Omringd door een mooi park, wonen hier vijftig paters/broeders op rust. Onder hen een twintigtal missionarissen, die meestal omwille van ouderdom en ziekte hun missiepost in Afrika, Zuid-Amerika of Azië moesten verlaten. Bob kent de couppleger, leger-generaal Godefroid Niyombare, goed.
Père Bob_, zoals hij door vrienden genoemd wordt, is vandaag belast met de goede werking van het ‘bejaardenhuis’ voor Jezuïeten. Zelf leefde en werkte hij ruim 45 jaar als missionaris in de DRCongo en in buurland Burundi. Anders dan zijn confraters hier in Heverlee is hij nog kloek en fit. Met zichtbare bewondering monstert hij de mountainbike waarmee ik ben komen aanrijden._
Bob Albertijn: Ik rij nu wel met een stadsfiets met batterij, maar ooit was ik een fervent sporter. Ik heb nog mee sportkampioenschappen voor scholen georganiseerd in Burundi. Als ik me goed herinner, deed Pierre Nkurunziza ook mee toen hij assistent was aan de Universiteit.
Daarvoor ben ik hier. Om bij pater Bob – één van de bevoorrechte insiders op vlak van Midden-Afrika - te polsen naar de recente staatsgreep in Burundi. Topgeneraal Godefroid Niyombare wilde de zittende president Nkurunziza van een ongrondwettelijke derde termijn weerhouden, maar zijn putsch mislukte.
De leger-generaal wilde president Nkurunziza afhouden van een derde termijn
© John Vandaele
Hoe bent u met Godefroid Niyombare in contact gekomen?
Bob Albertijn: Ik ken hem sinds zijn middelbare schooltijd. Vanaf 1971 gaf ik wiskunde en was ik directeur van een middelbare school in Kikwit, Congo. In 1990 heeft de provinciaal van Centraal-Afrika mij gevraagd om met drie andere jezuïeten ons college in Bujumbura opnieuw onder handen te nemen. Onder president Bagaza waren in de jaren tachtig alle nonnen en paters uit Burundi gezet en de nieuwe president Pierre Buyoya wilde een aantal congregaties graag terug, waaronder de onze.
De jezuïetenschool in Burundi bestond nog altijd?
Bob Albertijn: Het voormalige Collège du Saint-Esprit was in feite omgedoopt tot Lycée de Kamenge en naar een lager stadsdeel verhuisd. Daar zou ik vanaf 1990 wiskunde geven, onder meer aan Godefroid Niyombare, en werd er de directeur des études. Ik moest leraars screenen en aannemen. In feite wilde de provinciaal mij daar vier jaar houden, maar met de moord in 1993 op Ndadaye en alles wat toen is scheefgelopen, ben ik uiteindelijk dertien jaar gebleven.
U zat op de eerste rij toen de Burundese burgeroorlog losbarstte?
Bob Albertijn: Inderdaad. In 1990 had de Franse president Mitterand zijn discours van la Baule gehouden. Afrika moest democratiseren of kreeg geen ontwikkelingshulp meer. In Burundi zijn daarop een tweetal partijen gesticht naast de toenmalige eenheidspartij UPRONA en er volgden verkiezingen, voor de eerste keer sinds lang. Dat proces is te vlug gegaan. Heel Burundi was bijna dertig jaar geregeerd door de eenheidspartij Uprona, met overwegend Tutsi’s. Zij domineerden de economie, het leger en het onderwijs. Het parlement mocht dan al grotendeels bestaan uit Hutu’s, maar de rest – en dan vooral het leger - was niet gevolgd. Drie maanden na zijn investituur is de nieuwe Hutu-president Melchior Ndadaye vermoord door het leger.
President en couppleger stonden aan dezelfde kant tijdens de genocide
© Stefaan Anrys
Toen zijn Godefroid Niyombare en Pierre Nkurunziza rebellen geworden, niet?
Bob Albertijn: Klopt. Na de moord op Ndadaye in 1993, is het leven helemaal veranderd in Burundi. Eind oktober begonnen moordpartijen in heel het land. Een keerpunt is wel geweest dat Tutsi-militairen een aantal Hutu’s hadden vermoord in Kamenge en hun lijken op straat gegooid. Toen is Léonard Nyangoma de heuvels ingetrokken en heeft hij de rebellenbeweging CNDD gesticht, waarvan CNDD-FDD een afsplitsing is. Peter Nkurunziza, die de rebellie vervoegde zou één van de sterke mannen worden van CNDD-FDD en ook Godefroid Niyombare heeft als universitair die rebellengroep vervoegd, uit idealisme. Ik had voordien nog wiskunde aan hem gegeven, op ons college, maar zou hem pas later opnieuw ontmoeten via een Burundese zanger die in België woont en die samen met hem een brouwerij opstartte.
Bob toont een foto aan de muur, waarop een vrouwelijk basketbalteam prijkt, helemaal in uniform. Les gazelles heette zijn team. Het doet me onwillekeurig denken aan hoe Nkurunziza en diens rechterhand, het gevreesde hoofd van de Staatsveiligheid Adolphe Nshimirimana, met voetbal en andere sporten jongeren aan zich wist te binden. De partijjongeren van de CNDD-FDD - Imbonerakure of ‘zij die ver zien’ - werden niet onterecht de stoottroepen van het regime genoemd, soms zelfs betaald en gemanipuleerd door de binnenlandse veiligheidsdienst van generaal Adolphe.
Sport verdeelt, maar kan ook eenheid brengen in Burundi
© Stefaan Anrys
Bob Albertijn: Adolphe is in 2014 moeten opstappen nadat waarschijnlijk zijn mensen enkele Italiaanse zusters vermoord hebben in Kamenge. Wisten zij teveel over de rekrutering en bewapening van de Imbonerakure?
Bob geeft me een uitrol van zijn printer. Behalve Godefroid Niyombare, lees ik de namen van drie hoge militairen – Cyrille Ndayirukiye, Silvère Habarugira en Léonard Ngendakumana – alsook politiecommissarissen Zénon Ndabaneze en Nimenya Hermenegilde en tot slot Prime Ngorwanubusa en Silas Ntigurirwa
Vanwaar komt deze lijst met namen?
Bob Albertijn: Dat is de persmededeling van de mensen die op 13 mei de staatsgreep pleegden. Het zijn dezelfde mensen die binnen het leger achter Godefroid staan. Niyombare kon dankzij steun binnen het leger de gevreesde generaal Adolphe vervangen. Niet zo evident, want binnenskamers zou hij de president al de levieten hebben gelezen.
Godefroid Niyombare was al stafchef van het leger geweest, vervolgens weggepromoveerd als ambassadeur naar Nairobi, Kenya, maar na enkele maanden teruggeroepen en eind 2014 benoemd tot hoofd van de Staatsveiligheid. Maar kort na zijn benoeming als hoofd van de staatsveiligheid deed Niyombare met enkele raadgevers een rondgang doorheen Burundi en na afloop schreef hij een kort, maar ontluisterend rapport. Het document telde vijftien pagina’s en handelde over de welig tierende corruptie in het binnenland, over de belabberde economie en de terugvallende investeringen. Godefroid raadde Nkurunziza ook stellig af om opnieuw een gooi te doen naar het presidentschap, maar daar had die geen oren naar. Godefroid werd afgezet.
De rest is geschiedenis. Een drietal weken geleden kondigde de president van Burundi niettemin aan een derde ambtstermijn te ambiëren en het straatprotest in de hoofdstad Bujumbura barstte los.
En dus greep Niyombare naar de wapens?
Bob Albertijn: Na bijna twee weken van protest was de situatie niet langer houdbaar. Alles lag plat: scholen, universiteiten, handel. De politie had al op de mensen geschoten en was alle krediet verloren. Alleen het leger kon volgens Niyombare de orde herstellen en de weg vrijmaken voor een overgangsregering met technici. Misschien is hij te naïef geweest. Hij heeft de radio’s niet laten bewaken. Hij mocht dan wel stafchef zijn van het leger, maar dat stond bijlange niet als één blok achter hem. Het is nog lang niet gedaan in Burundi.
Terwijl we praten, rinkelt om de haverklap de telefoon. Een gemeenschappelijke kennis van ons belt uit Parijs en drukt haar droefenis uit, nu de staatsgreep is mislukt. Het is vrijdag 15 mei en ze kreeg net te horen dat Nkurunziza terug is uit Tanzania en de jacht inzet op de coupplegers.
Jezuïeten hebben de hoofden en harten van Afrikaanse elite veroverd via onderwijs
© Stefaan Anrys
Frans Rens, een collega jezuïet die ons vervoegt in het kantoor, maant zijn confrater Bob tot voorzichtigheid aan. Burundi blijft een politieke gevoelige kwestie, zeker in België dat ’s lands grootste donor is. Het is opvallend dat de Sociëteit van Jezus toch nog relatief wat invloed blijkt te hebben in Midden-Afrika, waar ze alvast numeriek veel minder aanwezig was dan pakweg de Witte Paters.
Witte Paters deden veel meer pastoraal werk terwijl wij vooral opvoeding en scholing deden_, zegt Pater Rens._ Voor jezuïeten is het een punt van eer dat waar ter wereld ook, ons diploma evenveel waard is. Of je nu in Kinshasa op college hebt gezeten, dan wel in Antwerpen_._
Vandaag herinneren vele politici in Midden Afrika hun scholing bij de volgelingen van Ignatius van Loyola, ook al zijn er nog weinig blanke jezuïeten in Centraal-Afrika. Het gros van hen is gestorven of op rust, hier in Heverlee, of elders.
In de refter waar we nog een kop koffie drinken, staan een tiental tafels gedekt, met wit hotelporselein. Een oude man in een elektrische rolstoel rijdt binnen. Het is Bobs voorganger en hij lijdt aan een spierziekte. Bob tilt zijn bungelende rechterhand op en legt die terug op het dienblad van de rolstoel.
Bob Albertijn: Godefroid Niyombare heeft me eens gezegd dat de waarden die wij via onze scholen uitdragen – integriteit, solidariteit, kritisch denken – hem geholpen hebben om de natie boven zijn eigenbelang te plaatsen. Natuurlijk hebben wij ook extremisten onder onze leerlingen gehad, maar zo’n uitspraak van de legerstafchef doet mij toch wel iets, als oud-leraar.