Tweede cd Refugees for Refugees heeft artistieke boodschap:
‘Wij zijn kunstenaars, niet langer vluchtelingen die om hulp vragen. Wij creëren schoonheid voor u’
De wortels van de muziek die het tienkoppige Refugees for Refugees brengt, liggen verspreid tussen Brussel en Bagdad, over Aleppo, Islamabad, de Pansjir Vallei en Lhasa. Uit die rijke diversiteit aan herkomsten ontstaat binnen dit orkest een nieuwe muziek die misschien meer hedendaags Brussels dan zogenaamd werelds is, al is de harmonie die erin klinkt dan weer meer hemels dan grootstedelijk.
… muziek die misschien meer hedendaags Brussels dan zogenaamd werelds is, al is de harmonie die erin klinkt dan weer meer hemels dan grootstedelijk…
© Dieter Telemans
Als de term wereldmuziek niet al in de jaren 1980 uitgevonden, misbruikt en daardoor onbruikbaar geworden was, dan zou hij vandaag in vette letters onder de aankondiging van Amina staan. Amina is de tweede cd van Refugees for Refugees, een project dat begon bij en uitgebracht wordt door Muziekpublique. De wortels van de muziek die het tienkoppige R4R brengt, liggen verspreid tussen Brussel en Bagdad, over Aleppo, Islamabad, de Pansjir Vallei en Lhasa. Uit die rijke diversiteit aan herkomsten ontstaat binnen dit orkest een nieuwe muziek die misschien meer hedendaags Brussels dan zogenaamd werelds is, al is de harmonie die erin klinkt dan weer meer hemels dan grootstedelijk. ‘Wat Refugees for Refugees onderscheidt van veel oppervlakkige fusiemuziek’, zegt Peter Van Rompaey van Muziekpublique, ‘is dat deze muzikanten echt in elkaars muziek geïnteresseerd zijn. Ze luisteren. Ze zoeken. Ze begrijpen elkaar.’
Dat Amina de tweede cd is van de groep, is een beetje gezichtsbedrog, want de groep achter Amina is kleiner, maar ook hechter en professioneler dan de groep achter Amerli, de eerste cd. In 2017 waren er twintig muzikanten betrokken bij de opnames en namen er wel dertig deel aan de concerten. ‘Amerli was een statement, een toonzaal van talenten’, zegt Peter Van Rompaey. ‘Amina is een muzikaal monument, een wegwijzer naar de toekomst.’
MO* sprak over het belang van muziek als een visum voor een betere toekomst met Asad Qizilbash en Tareq Alsayed Yahya, respectievelijk de Pakistaanse zanger, sarod- en vioolspeler, en de Syrische oedmuzikant van Refugees for Refugees.
Tareq Alsayed Yahya: ‘Eigenlijk ligt de klemtoon wel degelijk op schoonheid. Tijdens concerten creëren we een wereld van muziek en schoonheid, en van eenheid onder elkaar, Syriërs, Tibetanen, Afghanen, Belgen, Pakistanen en Irakezen.’
© Dieter Telemans
Tareq Alsayed Yahya groeide op in Aleppo, een stad met rijke culturele wortels en dus ook heel veel muzikale tradities. Al was die rijkdom niet zo makkelijk te vinden in zijn jeugd: ‘Onder de vorige president, Hafez Assad, was Syrië een behoorlijk gesloten land. We leefden in onmin met Irak, Turkije en op bepaalde momenten ook met Libanon. Bovendien had Hafez Assad, na de opstand in Aleppo tegen zijn regime in 1982, besloten om Aleppo “te vergeten”. En in mijn jeugd had ik inderdaad het gevoel in een vergeten stad te leven. Er was geen conservatorium, geen operagebouw, niets dat van de regering moest komen.’ Maar dat belette de burgers van Aleppo niet om hun typische volksliederen te zingen en te musiceren, al moet ik me daar ook geen illusies over maken, zegt Yahya: ‘Aleppo is toch vooral een commercieel ingestelde stad. Muziek is eerder iets voor speciale gelegenheden en feesten.’
De keuze voor oed als instrument lijkt voor de hand te liggen, omdat het zo alomtegenwoordig is in de Arabische muziek. Yahya hield echter meer van cello, alleen was dat onbetaalbaar in Aleppo. Dus werd het oed, dat kon een gezin met een onderwijzerssalaris zich wel permitteren. Op de vraag of hij vooral naar mensen als de Irakese oedgrootheid Munir Bashir geluisterd heeft, antwoordt hij ontkennend. ‘Mijn grote voorbeeld was de Libanese zanger, oedspeler en componist Marcel Khalife. En Anouar Brahem, de Tunesische oedspeler die zich eerder in het jazzgenre beweegt.’
Asad Qizilbash: ‘Op het podium ben ik helemaal niet bezig met het vertegenwoordigen van mijn land of mijn cultuur. Ik ben dan onderdeel van Refugees for Refugees.’
© Dieter Telemans
Asad Qizilbash kreeg muziek met de paplepel mee. Zijn vader was autodidact, maar had zich opgewerkt tot een belangrijk vioolspeler dankzij connecties bij de British Council, componist en was ook directeur van de Pakistaanse Nationale Raad van Kunsten. Hij kreeg op achtjarige leeftijd een viool in zijn handen, een andere keuze was er voor hem niet weggelegd. Gitaar leerde hij van zijn oudere broers, maar uiteindelijk belandde hij op 27-jarige leeftijd bij het Zuid-Aziatische snaarinstrument sarod. Qizilbash kwam aan de kost als studiomuzikant, onder andere bij de openbare omroep in zijn geboortestad Islamabad. Daar werkte hij met alle nationale en heel wat internationale beroemdheden, wat hem ook in staat stelde de vele verschillende stijlen van muziek onder de knie te krijgen: volksmuziek, ghazals, qawwali, popmuziek …
‘Ik kwam voor het eerst naar België als muzikant in 2000, op voorstel van de Belgische ambassadeur waarvoor ik vaak opgetreden had. In de daaropvolgende jaren kwam ik jaarlijks concerten geven hier, behalve in 2001. Tegen 2009 was ik praktisch werkloos omdat alle concerten afgelast werden als gevolg van de aanslagen die voortdurend in aantal toenamen. Daarom besliste ik een muziekschool op te richten. Maar toen ik een bord ophing aan mijn huis, werd het vernield door een vijftal jonge extremisten. Ik was niet thuis, maar ze maakten duidelijk aan mijn zoon dat muziek haram was en dat ik ermee moest ophouden. Twee dagen later klopten ze opnieuw aan met de mededeling dat er geen volgende waarschuwing meer zou komen. Ik vertelde het verhaal aan bevriende journalist, die bracht het in de krant en het verhaal werd zo even nieuws, tegen mijn zin. De politie vroeg me om mezelf te beschermen, omdat zij daar niet toe in staat waren. Uiteindelijk moest ik vluchten, wilde ik niet eindigen zoals de zangeres in de Swatvallei. Toen de Taliban haar een doodvonnis gaven omdat ze muziek maakte, vroeg ze als laatste wens dat ze haar keel niet zouden oversnijden, omdat dat haar instrument en haar leven was. Ze hebben haar dan doodgeschoten.’
Tareq Alsayed Yahya herkent het verhaal. Ook hij kwam in 2013 met een Schengenvisum, op uitnodiging van een Franse dirigent, waarmee hij in 2010 samenwerkte in een workshop in Aleppo. ‘Bij mijn vertrek moest ik langs talloze controleposten, want elk groepje van drie gewapende mannen kon zo checkpoint opzetten. Bij de laatste controle voor de Turkse grens verscheen ik voor zo’n jonge jihadist met zijn kalashnikov op zijn knieën. Hij dreigde eerst de oed te vernietigen, omdat het instrument haram zou zijn. Ik deed alsof het mij niets zou maken, ook al was die oed als een deel van mezelf. Uiteindelijk kon ik de oed terugsturen met de taxi en moest ik met lege handen de grens over. Gelukkig slaagde de vrouw van een vriend er een jaar later in om het instrument de grens over te smokkelen.’
Make music, not war
‘Wat Refugees for Refugees onderscheidt van veel oppervlakkige fusiemuziek’, zegt Peter Van Rompaey van Muziekpublique, ‘is dat deze muzikanten echt in elkaars muziek geïnteresseerd zijn. Ze luisteren. Ze zoeken. Ze begrijpen elkaar.’
© Dieter Telemans
Intussen behoren Tareq en Asad tot de groeiende groep nieuwe Belgen. Ook hier blijven ze muziek maken, ook al klinkt die nu in een context die volkomen anders is en die weinig culturele resonantie geeft. Wat betekent die muziek voor hen, hier en nu?
Tareq Alsayed Yahya: ‘Op de eerste plaats speel ik om een ander, een beter en een juister beeld van Syrië te tonen aan het Belgische publiek. Niet alle Syriërs of Arabieren leven met wapens of plegen aanslagen, dat wil ik duidelijk maken.’ Asad Qizilbash bevestigt: ‘Ook in Pakistan zijn er veel gewapende, extremistische groepen. Maar de overgrote meerderheid van de mensen is anders. Er worden muziekprogramma’s voor tv gemaakt, er zijn concerten, ook al zijn die zwaar bewaakt of quasi privé. Dat wil ik tonen.’
Het gaat jullie dus eerder om een boodschap dan om het creëren van schoonheid met muziek?
Tareq Alsayed Yahya: ‘Eigenlijk ligt de klemtoon wel degelijk op schoonheid, zeker op het podium. Nu praten we over ons verleden en onze drijfveren, maar tijdens concerten komt dat niet aan bod. Dan creëren we een wereld van muziek en schoonheid, en van eenheid onder elkaar, Syriërs, Tibetanen, Afghanen, Belgen, Pakistanen en Irakezen. Asad Qizilbash: ‘Dat klopt. Op het podium ben ik helemaal niet bezig met het vertegenwoordigen van mijn land of mijn cultuur. Ik ben dan onderdeel van Refugees for Refugees.’
Refugees for Refugees doet een bewuste inspanning om één sound te creëren vanuit de heel verschillende muzikale tradities. Dat is niet vanzelfsprekend, want instrumenten zijn soms in een andere toonaard gestemd, of muziek wordt in andere toonschalen gebracht. Is samensmelten, en dus ook de onverenigbaarheden wegknippen, de beste manier om samen te werken? Of zou er meer waarde zijn in het behouden van de verschillen en die naast elkaar te brengen?
Asad Qizilbash: ‘Het belangrijkste is dat we allemaal goede, stevig opgeleide muzikanten zijn. We begrijpen muziek, en dus ook elkaars muziek. We werken ook samen aan de voorstellen, we luisteren en zoeken tot we uitkomen op muziek die wérkt, voor ons allemaal. Naast de muziek die we in groep maken, heeft iedereen ook de kans om de volledige diepte en breedte van zijn eigen traditie of muzikale discipline te tonen in solo-optredens, bijvoorbeeld. Of bij improvisaties tijdens concerten.’ Tareq Alsayed Yahya vult aan: ‘Nu we al twee jaar met deze tien muzikanten werken, voelen we elkaar al veel meer aan en komen we sneller tot betere ideeën om de verschillen niet af te vlakken, maar op creatieve wijze te verweven met elkaar tot ze klinken alsof ze altijd al samen gehoord hebben.’
Amina, en daarmee een hele reeks concerten in binnen- en buitenland, wordt gelanceerd op 16 en 17 februari. Wanneer zullen jullie zeggen: het was een succes?
Asad Qizilbash: ‘Het is al een succes, want we hebben een uniek muzikaal programma gecreëerd, waarvan we hopen dat het ook heel wat luisteraars zal plezieren.’ Bovendien, vult Tareq Alsayed Yahya aan, ‘is spelen met Refugees for Refugees een echte baan, met echte contracten en een echt inkomen. Muziekpublique doet dit niet om ons te helpen, maar behandelt ons voor wat we zijn: professionele muzikanten. Als dàt geen succes is…’
Amina van Refugees for Refugees is uitgegeven door Muziekpublique. Op 16 februari wordt de cd voorgesteld met een concert in de AB in Brussel, op 17 februari in de Roma in Antwerpen. Alle informatie over de cd, concerten en tickets op www.muziekpublique.be