‘Technologie bestrijdt de symptomen van de klimaatopwarming, niet de oorzaak daarvan’

Interview

Pulitzerprijs-winnares Elizabeth Kolbert over de toekomst van onze planeet

‘Technologie bestrijdt de symptomen van de klimaatopwarming, niet de oorzaak daarvan’

‘Technologie bestrijdt de symptomen van de klimaatopwarming, niet de oorzaak daarvan’
‘Technologie bestrijdt de symptomen van de klimaatopwarming, niet de oorzaak daarvan’

Technologie alleen volstaat niet om de klimaatopwarming in bedwang te houden, maar we moeten alle denkbare middelen onderzoeken, meent Elizabeth Kolbert. De wetenschapsjournalist schreef met “Onder een witte hemel” een kritisch boek over de vele innovaties die een catastrofe proberen af te wenden.

IMF Photo/Tamara Merino (CC BY-NC-ND 2.0)

Elizabeth Kolbert: ‘Dat is het probleem van ons systeem. Het beloont je niet om het goede te doen.’

IMF Photo/Tamara Merino (CC BY-NC-ND 2.0)

Moeten we onze hoop vestigen op de technologische vooruitgang om de klimaatopwarming in bedwang te houden? In Onder een Witte Hemel onderzoekt de Amerikaanse wetenschapsjournalist Elizabeth Kolbert de vele innovaties die een ecologische catastrofe proberen af te wenden. Een ontluisterend gesprek over fabrieken die kooldioxide uit de lucht halen, het DNA van reuzenschildpadden en jawel, koraalseks.

‘Mijn boek loopt misschien te ver vooruit op ons gesprek’, zegt Elizabeth Kolbert bijna verontschuldigend, als we met haar videobellen. De recensies van Onder een witte hemel zijn nochtans bijna unaniem lovend en wie het boek heeft gelezen, beseft dat het niet vooruitloopt op het gesprek, maar dat het gesprek hopeloos achterloopt op de realiteit.

© John Kleiner

Elizabeth Kolbert: ‘Als we niet stoppen met allerlei vormen van consumptie te verheerlijken, zal er nooit iets veranderen.’

© John Kleiner

Hoopvol is het niet, noodzakelijk des te meer. ‘Controle over de natuur zullen we nooit krijgen’, schrijft Kolbert al in het eerste hoofdstuk. ‘Maar een wereld waarin de mens controle heeft over de technologische controlemechanismen die op de natuur worden gebruikt is al lang realiteit.’

In haar kenmerkende scherpe en observerende stijl onderzoekt de wetenschapsjournalist, winnares van de Pulitzerprijs in 2015, acht manieren waarop wetenschappers onze planeet proberen te redden met technologische innovaties.

Zo bezoekt ze in IJsland een fabriek die CO2 uit de lucht haalt en dat vervolgens onder de grond in steen verandert. In Australië spreekt ze met wetenschappers die aan het DNA van een reuzenpad sleutelen, zodat die niet langer giftig is.

In haar thuisland, de Verenigde Staten, vaart ze op een rivier die onder elektrische stroom is gezet, om te voorkomen dat Aziatische karpers (die alles eten maar door niemand worden gegeten) zich nog verder in het gebied verspreiden.

‘We zijn met bijna acht miljard mensen, de impact van onze aanwezigheid op de natuur is onomkeerbaar.’

Keer op keer gaat het om ‘ondersteunende evolutie’. Daarbij proberen wetenschappers door middel van technologische innovaties de natuur te manipuleren, met als doel ze beter bestand te maken tegen klimaatverandering en andere menselijke invloeden.

Een schoolvoorbeeld daarvan is het aquarium National Sea Simulator (SeaSim), in Australië. Daar wordt geëxperimenteerd met koraalseks. ‘Een zeldzaam en verbazingwekkend schouwspel’, aldus Kolbert. Door de kruisbestuiving van koralen – letterlijk – een handje te helpen, kweken onderzoekers van SeaSim nakomelingen, een soort ‘superkoraal’ dat een warmere oceaan kan overleven.

Voor God spelen

Rommelen met de natuur wordt vaak vergeleken met de mens die ‘voor God speelt’. Het idee dat we de natuur moeten manipuleren om nog van een toekomst te kunnen spreken, is hoogmoedig en dus beangstigend. Maar wie Kolberts boek leest, beseft dat het noodzakelijk is.

‘Al zou de mensheid morgen uitsterven, de opwarming van de aarde gaat gewoon door.’

Vandaag zijn mensen acht keer zo talrijk als wilde zoogdieren, schrijft Kolbert in haar boek. En ze gaat verder: onze vliegtuigen, auto’s en elektriciteitscentrales stoten ongeveer 100 keer meer koolstofdioxide uit dan vulkanen, we veroorzaken routinematig aardbevingen en onze kunstmest en peulgewassen leggen meer stikstof vast dan alle ecosystemen samen.

De gevolgen van onze levensstijl zijn genoegzaam bekend: opwarming van de aarde, oceaanverzuring, zeespiegelstijging, ontvolking en woestijnvorming, om maar enkele voorbeelden te geven.

‘Niets doen is geen optie meer’, benadrukt Kolbert. ‘We zijn met bijna acht miljard mensen, de impact van onze aanwezigheid op de natuur is onomkeerbaar. Al zou de mensheid morgen uitsterven, de opwarming van de aarde gaat gewoon door. Daarvoor hebben we te veel processen in gang gezet.’

Stoppen met vervuilen

Ondanks alle alarmerende signalen lijkt de mens niet in staat om zijn gedrag te veranderen. Dat heeft niet alleen met onwil te maken, stelt Kolbert.

‘Er is onwil, dat zeker. Maar er zijn daarnaast heel wat structurele problemen die het voor de mens erg moeilijk maken om te stoppen met vervuilen.’

Ze geeft historische ongelijkheid als voorbeeld. Om onze koolstofuitstoot tot nul te reduceren moet iedereen stoppen met uitstoten. ‘Maar,’ zegt Kolbert, ‘het is zeer onrechtvaardig en bovendien geopolitiek onhoudbaar om landen die vrijwel niets aan het probleem hebben bijgedragen te vragen om koolstof af te zweren.’

‘Ons systeem beloont je niet om het goede te doen.’

De klimaatverandering zal sommige ontwikkelingslanden ten gronde richten. Toch zien die landen het niet in hun nationale belang om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen. Hoe komt dat?

‘Fossielebrandstofbedrijven spelen daarbij een grote rol’, legt Kolbert uit. ‘Ze overtuigen mensen ervan dat het niet in hun belang is om iets te doen aan de klimaatverandering, en hun boodschap komt aan.’

Kan begeleide evolutie dan misschien een oplossing bieden? Daar hoeft Kolbert niet lang over na te denken. ‘Niet als het niet (minstens) evenveel geld oplevert als de fossielebrandstofindustrie’, zegt ze. ‘Dat is het probleem van ons systeem. Het beloont je niet om het goede te doen.’

Reflecterende deeltjes

In de zoektocht naar een technofix, technologie die alle problemen zal oplossen, is geen idee te vergezocht. Dat blijkt uit een van de laatste projecten die Kolbert beschrijft in haar boek: geo-engineering op zonne-energie.

‘Een technologische oplossing bestrijdt alleen de symptomen van de klimaatopwarming, niet de oorzaak.’

Het idee daarachter is ‘verrassend eenvoudig’. Bovendien is het ook financieel interessant. Voor 2,5 miljard Amerikaanse dollar – ‘een tiende van wat Airbus heeft uitgegeven aan de ontwikkeling van zijn “superjumbo” A380’ – werd een bijzonder vliegtuig ontwikkeld.

Met het vliegtuig worden minuscule reflecterende deeltjes (er wordt gedacht aan diamant of calciumcarbonaat) in de stratosfeer losgelaten. Die deeltjes kaatsen het licht terug de ruimte in, zodat er minder zonlicht onze planeet bereikt. Het project zou wel 2 miljard doller per jaar kosten.

Op deze manier zou de temperatuur niet meer stijgen een een ramp afgewend worden. Maar dat is de theorie. In de praktijk wil dat zeggen dat het project niet meer mag worden stopgezet, ook niet bij oorlog of conflict. Gebeurt dat wel dan bereikt de opgespaarde warmte in één klap de aarde. Want de opwarming blijft wel doorgaan in de atmosfeer, alleen bereikt die temperatuur de aarde niet meer omdat de deeltjes het licht terugkaatsen.

Het is evenwel een praktijk die steeds ernstiger wordt bestudeerd, met name in de Verenigde Staten. In maart vorig jaar drong een invloedrijk wetenschappelijk orgaan er bij de Amerikaanse regering nog op aan om minstens 100 miljoen dollar uit te geven voor onderzoek naar de technologie.

Geen wondermiddel

Hoewel Kolbert er een boek over schreef – of misschien net daarom – heeft ze zelf niet veel vertrouwen in ‘die ene technologische doorbraak’ die de mensheid van zichzelf zal redden.

‘We zijn erg technologisch ontwikkeld, van artificiële intelligentie tot het bewerken van genen, maar onze technologieën overtreffen ons menselijke vermogen om er op een intelligente manier mee om te gaan. Laat staan dat we weten hoe we ze moeten reguleren’, zegt Kolbert.

De journalist verwijst daarbij naar de coronapandemie. ‘De vaccins werden in een recordtijd ontwikkeld, daarbij gebruikmakend van gloednieuwe mRNA-technologie. Dat was opmerkelijk, maar tegelijk zien we dat de toegang tot de vaccins zeer ongelijk verdeeld is, waardoor nieuwe varianten zullen blijven opduiken.’

‘Als we niet stoppen met allerlei vormen van consumptie te verheerlijken, zal er nooit iets veranderen.’

Volgens Kolbert is een technofix dan ook geen wondermiddel. ‘Een technologische oplossing bestrijdt alleen de symptomen van de klimaatopwarming, niet de oorzaak’, besluit ze in haar boek.

Niet alleen komt elke technologische innovatie met (onvoorziene) sociale of genetische neveneffecten. Om te komen tot een oplossing is er bovendien meer energie nodig, zaken die we allemaal in rekening moeten brengen.

De fabriek in IJsland die CO2 uit de lucht haalt, stoot ook koolstofemissies uit om de fabriek draaiende te houden. En ook geo-engineering op zonne-energie draait op de vervuilende vliegtuigindustrie.

Optimistisch is Kolbert niet – ‘als je nu optimistisch bent, let je niet op’. Toch maakt het volgens de journalist niet uit of iemand hoopvol is of niet.

‘Er zijn slechte uitkomsten en rampzalige uitkomsten, dat is onze keuze op dit moment. Ik denk dat mensen zich daar echt op moeten richten. Het gaat niet meer om goede bedoelingen, of hoe je erover praat, maar om wat je doet.’

De enige echte oplossing voor de klimaatopwarming is al lang bekend: de mens moet zijn levensstijl veranderen. ‘Persoonlijk verander je de wereld niet, maar als we niet stoppen met allerlei vormen van consumptie te verheerlijken, zal er nooit iets veranderen.’

“Onder een witte hemel”, van Elizabeth Kolbert, 256 pagina’s, uitgeverij atlas contact, ISBN 9789045037998