Soedan en Zuid-Soedan: twee landen, één volk
Schrijfster Stella Gaitano: ‘11 jaar na de onafhankelijkheid is er niets veranderd in Zuid-Soedan’
Schrijfster Stella Gaitano zit geprangd tussen twee werelden. Ze groeide op in Soedan en verhuisde in 2012 naar Zuid-Soedan, het land dat een jaar eerder onafhankelijk was geworden. In haar werk wil ze de band tussen politiek en het leven van mensen blootleggen. ‘De toekomst ziet er somber uit voor Zuid-Soedan.’
Schrijfster Stella Gaitano: ‘Het zich toe-eigenen van een cultuur is een conflict op zich’ ’
© Duha Mohammed
Schrijfster en mensenrechtenactiviste Stella Gaitano zit geprangd tussen twee werelden. Ze groeide op in Soedan en verhuisde in 2012 noodgedwongen naar Zuid-Soedan, het land dat een jaar daarvoor onafhankelijk was geworden. In haar literaire werk wil ze de band tussen politiek en het dagelijkse leven van mensen blootleggen. In 2022 ontving de schrijfster de Pen Translation Award voor haar debuutroman Eddo’s Souls. Ze woont nu in Duitsland, waar ze een nieuw leven is begonnen.
‘Het is een klein dorp. Ik ben hier alleen met mijn twee kinderen’, vertelt Stella Gaitano (1979), als ik haar aan het begin van ons Zoom-gesprek vraag waar ze precies woont. Een klein jaar geleden verhuisde ze: eerst naar Frankrijk, daarna naar Duitsland voor een fellowship van het PEN Germany Writers-in-Exile-programma. ‘Het is een pijnlijke situatie, ik had nooit gedacht dat ik buiten Soedan zou leven.’
Gaitano is van opleiding apotheker en heeft een grote passie voor schrijven. Maar ze is bovenal een mensenrechtenactiviste. Ze is ervan overtuigd dat de politiek bepalend is voor het soort leven dat mensen leiden. En dat is precies wat ze met haar verhalen wil aantonen. Het bracht haar in de problemen, eerst in Soedan, later in Zuid-Soedan.
In 2011 splitste Zuid-Soedan zich officieel af van Soedan en werd daarmee het nieuwste land ter wereld. Gaitano was nooit een voorstander van die splitsing. Dat zegt ze nu nog. Ze zag de oprichting van een nieuw land niet als een oplossing voor de problemen van de Zuid-Soedanezen.
Waar ze voor vreesde, gebeurde ook. ‘We tuimelden van de ene onderdrukking in een andere’, zegt ze. Het stramien is hetzelfde. ‘Het zijn keer op keer mensen die zich vastklampen aan de macht en die geen lessen willen trekken uit de oorlog en de ellende die beide landen hebben doorgemaakt.’
Geen identiteitsdocumenten
Na de onafhankelijkheid verloor Gaitano onmiddellijk haar burgerschap. Ze moest samen met in totaal drie miljoen Zuid-Soedanezen naar het nieuwe land verhuizen, terwijl ze daar nog nooit was geweest. ‘Aan de vooravond van de splitsing werd alle Zuid-Soedanezen in het Noorden de nationaliteit ontnomen. We hadden plots geen identiteitsdocumenten of paspoorten. Van de ene dag op de andere waren we landloos. Zonder rechten om te werken. Dat was een manier om ons tot een vertrek te dwingen.’
‘Telkens als ik over Zuid-Soedan schreef, werd ik aangevallen.’
Gaitano verhuisde in 2012. De euforie van de Zuid-Soedanezen was groot, de verwachtingen waren hooggespannen. Dat was ook het moment om alles wat verkeerd was recht te zetten en te leren van de fouten van het regime in het Noorden, vindt de schrijfster. Alleen stelde ze vast dat het gif van de corruptie al ingeplant was in de nieuwe staat. Ze vindt het spijtig dat mensen dat pas veel later hebben ingezien. ‘We hebben twee oorlogen gehad in Zuid-Soedan: één in 2013 en één in 2016. We zijn intussen 11 jaar na de onafhankelijkheid en er is niets veranderd’, zegt ze.
En dan volgde een nieuwe verhuis. In 2015 keerde de schrijfster terug naar Khartoem vanwege de moeilijkheden waarmee ze in het Zuiden geconfronteerd was. Maar ook in de Soedanese hoofdstad was het moeilijk. ‘Telkens als ik over Zuid-Soedan schreef, werd ik aangevallen. Ik kreeg ook dreigbrieven. Dat was psychologisch zwaar, zeker toen de relatie tussen de beide staten verbeterde. Ik kon gemakkelijk uitgeleverd worden. Ik heb twee kinderen en uiteindelijk heb ik gezwegen’.
De vrouw die haar broertjes en zusjes baarde
Stella Gaitano heeft korte verhalen geschreven, onder meer over ontheemding, identiteit en oorlog. In Eddo’s Souls (2018), haar debuutroman die in 2022 de Pen Translation Award kreeg, vertelt ze het verhaal van Lucy, een jonge vrouw uit het Zuiden die haar broers en zussen zelf baarde.
Eddo, de moeder van Lucy, verloor haar eigen tien baby’s tijdens hun eerste levensjaar. Alleen Lucy ontsnapte aan de dood. Die kreeg van haar moeder de opdracht om veel kinderen op de wereld te zetten en op die manier haar dode broertjes en zusjes een nieuw leven te geven. En dat deed Lucy ook.
Het verhaal begint in een Zuid-Soedanees dorp en krijgt een vervolg in het Noorden, in Khartoem. Moederschap, vrouwenmishandeling, raciale problemen zijn thema’s die op een vloeiende manier met de gebeurtenissen en de personages zijn verweven. Op de achtergrond speelt ook de strijd om de macht die de mensen op de vlucht drijft en die onrecht in stand houdt.
‘Om de situatie in de twee Soedans te begrijpen dook ik in het verleden, naar het begin van de ontheemding en de oorlog. In plaats van rechtstreeks een politiek discours te houden, doe ik dat via de personages. Ik behandel politieke aangelegenheden maar ook de positie van de vrouw ’, zegt de auteur.
© Stella Gaitano
Dat verleden begint kort na de onafhankelijkheid van Soedan (1956), in de jaren ’70 en ’80. ‘Het was een mooie periode, toen de straten van Khartoem proper en de mensen vrij waren. De geesten waren gericht op de opbouw van het land, zoals gold voor alle ontwikkelingslanden’, zegt Gaitano.
In Eddo’s Souls, is het de kleindochter die haar relaas doet. Maar de auteur laat ook andere personages beurtelings aan het woord. Voor de lezer is dat een kans om de gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende mensen te beleven. Hier en daar voelt de auteur de noodzaak om tussen te komen, bij monde van een personage een statement te maken of een politieke analyse te formuleren.
Er zijn heel veel gelijkenissen, maar ook verschillen tussen de twee delen van het oude Soedan. ‘Zelfs onrecht verschilt van streek tot streek’, zegt de schrijfster. ‘Zo kampt Zuid-Soedan met geweld tegen vrouwen, verwaarlozing van hun gezondheid en polygamie. Veel vrouwen sterven na een geboorte, moederschap is een kwestie van overleven’. In Soedan wordt de vrouw ander onrecht aangedaan. Het ergste is vrouwenbesnijdenis, vindt Gaitano. ‘Er is een wet die besnijdenis verbiedt maar die wordt niet toegepast.’
In Ebbo’s Souls is het niet alleen kommer en kwel. Vrouwen slagen erin om situaties naar hun hand te zetten. Ze gebruiken dezelfde wapens die tegen hen worden gebruikt en doen daar hun voordeel mee. Er is veel onrecht, maar er is ook liefde en solidariteit, vriendschap en verbondenheid.
Twee landen, één volk
Stella Gaitano schrijft in zekere zin ook verzoenend, zeker als het gaat over de relatie tussen Zuid- en Noord-Soedanezen. Dat is niet verwonderlijk: de schrijfster heeft een band met beide groepen en heeft in de twee landen gewoond.
‘Wij zijn de generatie die tussen twee culturen is opgegroeid. We hebben een Afrikaanse cultuur. In het Noorden vonden we de Arabische taal en de islamitische cultuur. We waren in conflict met twee culturen omdat er strijdpunten waren. En omdat het zich toe-eigenen van een cultuur op zich een conflict is’, zegt ze. ‘Maar uiteindelijk hebben we ons verzoend met de situatie van geprangd te zitten tussen twee culturen’.
‘Ik sta natuurlijk dichter bij de leefwereld van de Zuid-Soedanezen’, zegt ze. ‘Ik ken hun situatie heel goed en ik kwam in aanraking met hun dagelijkse problemen. Het hoofdkenmerk van mijn werk is dan ook dat de personages meestal een relatie hebben met Zuid-Soedan. Ik ken de twee werelden, maar dat betekent niet dat ik een neutrale blik heb. Ik kijk eerder met meer rechtvaardigheid, dat is mijn kompas’.
‘Politici denken dat als het land gesplitst wordt, de mensen ook zullen volgen. Maar de relaties zijn sterk gebleven.’
Gaitano is bovendien een van de weinige Zuid-Soedanese auteurs die in het Arabisch schrijven. ‘Soedan kende geen auteurs die hun licht werpen op de Zuid-Soedanezen vanuit een menselijke invalshoek. Integendeel, er waren altijd vooroordelen en achterdocht.
Van hun kant schrijven de Zuid-Soedanese auteurs van de eerste en de tweede generatie in het Engels. Dat was een hinderpaal voor (Arabisch sprekende) mensen in het Noorden om hun zuiderburen te begrijpen.’
Gaitano ontkent niet dat er racisme is in Soedan. Zowel sociaal als structureel. ‘Er is racisme op het niveau van de staat’, zegt ze. Maar ze stelt vast dat discriminatie en onderontwikkeling een probleem vormen in alle randgebieden van Soedan. ‘Je gaat één uur buiten Khartoem en alles wordt slechter’, zegt ze. ‘Er is geen elektriciteit, er zijn geen ziekenhuizen, geen wegen en noem maar op. Alleen vocht het Zuiden ook voor zijn eigen identiteit, en de stem van de Zuid-Soedanezen was sterk.’
Toch is er ondanks alles een grote sociale en menselijke band tussen de twee landen. ‘Politici denken dat als het land gesplitst wordt, de mensen ook zullen volgen. Maar de relaties zijn sterk gebleven. Er zijn mensen die komen en gaan, er zijn handelaars en bedrijven en er zijn gemengde gezinnen. Zelfs de tijd zal dat niet kunnen uitvagen. En daar zijn de mensen trots op. Ze zeggen: we zijn één volk in twee landen.’
Einde van een droom
Het vertrek van Stella Gaitano uit Soedan kwam onverwacht. In 2019 dwongen volksprotesten president Omar al-Bashir op de knieën. Die was toen bijna dertig jaar aan de macht geweest in Soedan. ‘Ook Zuid-Soedanezen namen deel aan de volksopstand’, zegt ze. Maar daarna kwam de terugval. Eind 2021 volgde een militaire staatsgreep die de democratische ontwikkeling van Soedan in de kiem smoorde.
‘De revolutie in het Noorden heeft tenminste alles scherp gesteld. Het volk weet wat het wil en wil daarvoor de prijs betalen.
‘In de eerste twee jaar na de revolutie waren we blij en was er vrijheid. We zijn op een meer zichtbare wijze actief geworden. Ik lanceerde zelf een actie om openbare bibliotheken op te richten in Soedan. Ik bereisde moeilijk bereikbare plaatsen, deed mee aan sensibiliseringscampagnes voor jongeren en praatte over gerechtigheid.’
Meteen na de militaire staatsgreep begon de jacht op activisten, zegt ze. ‘Ik kreeg telefoontjes en dreigbrieven. Mijn situatie in Soedan werd slecht. Ik ben uiteindelijk een vreemdeling en kon gemakkelijk een zware beschuldiging krijgen. De last werd groot. Ik ben vertrokken.’
Ondanks de vele opofferingen en de verloren mensenlevens zijn er geen lessen geleerd, stelt Gaitano vast. ‘De militaire machthebbers willen koste wat het kost regeren. Ze willen niet geloven in democratie. En telkens als ze de macht grijpen, gaan we honderd jaar achteruit. Dat is de situatie in het Noorden.’
In het Zuiden is de situatie erger, ziet de schrijfster. ‘De revolutie in het Noorden heeft tenminste alles scherp gesteld. Het volk weet wat het wil en wil daarvoor de prijs betalen. In het Zuiden heb je een militair bestuur, een president die zich vastklampt aan de macht en daarbovenop een stammenoorlog. Er zijn gewapende milities die tegen de regering en tegen elkaar vechten. Een slechtere situatie is niet denkbaar voor de Zuid-Soedanezen. De toekomst is somber.’