Sabrine Ingabire en Nozizwe Dube over de zwarte stem in een Vlaams debat
Zwart is altijd schoon
De emancipatiebeweging van Europese burgers met een Afrikaanse achtergrond is vrij recent in Vlaanderen, maar ze gaat snel. De oefening om beter voor zichzelf te spreken moet beantwoord worden door een veel beter luisteren van de witte samenleving, vinden de auteurs van Zwart.
CC Victoria Pickering BY-NC-NA 2.0
Sabrine Ingabire en Nozizwe Dube, beiden columnisten voor MO*, praatten met Floris Van Cauwelaert naar aanleiding van de publicatie van de bundel Zwart. Afro-Europese literatuur uit de lage landen, waaraan ze allebei een verhaal bijdroegen. Sabrine is afkomstig uit Rwanda, Nozizwe uit Zimbabwe. Beiden studeren Rechten: Sabrine aan de VUB, Nozizwe aan de KULeuven.
Sabrine en Nozizwe combineren de gaven van de observatie met die van het woord. Mooi trouwens dat Afro-Europese auteurs van de Lage Landen met deze bundel verhalen en essays de contouren schetsen van een veelbelovende nieuwe richting in de literatuur. Alleen mag de literaire esthetiek niet verhullen dat we ook moeten luisteren naar hardere, politieke oproepen voor gelijke rechten, vertegenwoordiging en kansen, vinden de auteurs.
Jullie schrijven over de confrontatie met het anders-zijn. Hoeveel daarvan heeft te maken met de huidskleur?
Sabrine Ingabire: Huidskleur speelt een grote rol voor wie zwart is. Bij ons vergeet men nooit dat we van ergens anders zijn gekomen. Bij witte vrienden met buitenlandse roots speelt dat ook, maar wel heel anders: bij hen wordt hun afkomst vaak als iets leuks gezien. Niet zo bij ons. Zij zijn “expats”, wij zijn “migranten”.
Nozizwe Dube: We moeten almaar uitleggen waar we vandaan komen, tot op het absurde af. Als ik antwoord dat ik van België ben, volgt er vaak de vraag waar ik “echt” vandaan kom. Maar het is zeker niet alles. Ik ervaar vooral vaak een neerbuigende houding in België enkel en alleen omdat ik zwart ben.
Als ik jullie stukken in Zwart lees, lijkt er een spanning te spelen tussen erbij willen horen en het ontdekken en ontwikkelen van je eigenheid.
Zwart, Afro-Europese literatuur uit de lage landen.
© Atlas Contact
Nozizwe Dube: Dat gaat over waar je zelf de grenzen stelt. Ik ben als 14-jarige in België toegekomen en in het begin ga je inderdaad vooral uit van de veronderstelling dat je je moet aanpassen aan de plek waar je bent aangekomen. Je zal dus een stukje van wat je voordien kende, moeten loslaten om plaats te maken voor iets nieuws. Maar daarbij stoot je meteen op grenzen. Competenties illustreren dat goed. Als je iets kan, en je hebt die competentie verworven, dan heb je recht op iets, want je hebt bewezen dat je dat kan.
Naarmate ik langer hier woonde, merkte ik dat dit in België niet altijd gold. Ik merkte dat mijn huidskleur een reden was voor anderen om te besluiten dat ik iets niet kan doen. Dat ik die competenties verworven had, gold ineens niet meer. De huidskleur bepaalde alles. Op zo’n moment stopt het. Dat is een grens. Want mijn huidskleur blijft wel natuurlijk, wat ik ook probeer. Ieder bepaalt voor zich hoever je kan gaan in het verleggen van die grens.
Sabrine Ingabire: Voor mij is het een lange tocht van zelfaanvaarding geweest. Ik begon te schrijven toen ik tien was. Ik voelde me heel erg eenzaam, ik was zwaar depressief en begon te schrijven over vriendschap en verbondenheid, want dat was wat ontbrak in mijn leven. Kinderen koketteren graag met anders-zijn, maar terwijl het in de meeste gevallen gaat om een leuke hobby of nieuwe kleren, ging het bij mij om mijn huidskleur, mijn afkomst, het feit dat ik mijn ouders niet kende. Maar ik wilde zo graag dat mijn anders-zijn was zoals dat van de anderen.
Naarmate ik ouder werd, ben ik trots beginnen vinden in wie ik ben. Dat is niet vanzelfsprekend. Als kind was ik geneigd om beschaamd te zijn over alles wat Afrika is, omdat je die schaamte aangeleerd krijgt. Wanneer mensen beledigende vragen stellen, antwoord je gewoon op de vraag. Je verbergt grote stukken van je eigen geschiedenis om niet te anders te zijn en nog meer beledigende vragen te krijgen.
Daarna begin je de vraag in vraag te stellen. Dat is een heel groeiproces geweest voor mij. Op een bepaald moment neem je dan stukken van en voor jezelf terug die je had achtergelaten om erbij te horen. Dat is zelfliefde. Ik neem alles terug en ik probeer dat lief te hebben. Ik ben er nog elke dag mee bezig.
Gaan jullie je vanzelf vertrouwelijker voelen bij andere mensen van Afrikaanse afkomst of met een zwarte huidskleur?
Sabrine: Ik voel me dan veiliger, omdat ik weet dat ik er niet alleen voor sta. Er is een soort van verbondenheid op basis van gedeelde ervaringen, waardoor ik verwacht dat de andere persoon ook zal inspringen als er iets racistisch gebeurt.
Nozizwe: In veel organisaties ben je alleen. Soms moet je bepaalde onderwerpen en gevoeligheden aankaarten vanuit die positie van minderheid. Dat kan soms heel uitdagend zijn omdat je met de anderen aan tafel niet altijd die verbondenheid op basis van gedeelde ervaringen hebt.
Sabrine: Maar dat heeft niet alleen met de zwarte huidskleur te maken. Ik voel me ook veiliger als ik een kamer binnenstap met 99% mannen en ik plots een andere vrouw zie.
Nozizwe: Die “token black persons” die er meestal zijn in bedrijven en organisaties, dat is echt een fundamenteel probleem. Ik vraag me altijd af waar de zwarte mensen, je ziet ze zelfs niet als stafmedewerkers. Je stelt het ook in de media vast. Als er iemand met een zwarte huidskleur wordt gevraagd, dan zie je vaak dezelfde personen terugkeren. Maar er zijn natuurlijk veel meer zwarte mensen in de samenleving, waarom komen zij niet aan bod? Waarom wordt daar niet meer moeite voor gedaan?
Neem het debat over kolonialisme naar aanleiding van de gebeurtenissen in Charlottesville. Dat is een debat dat niet enkel over België gaat, maar over verschillende continenten. In zo’n debat is het fundamenteel dat alle betrokkenen vertegenwoordigd zijn. Er zijn zoveel zwarte activisten, organisaties, antropologen, columnisten enz. die dag en nacht strijden hiervoor. Maar nee, in België wordt iedere keer weer de “token black person” opgeroepen, en als die niet kan, dan gebeurt er niets. Of vindt het debat plaats tussen witte mensen onderling.
CC Sean Davis BY-NC 2.0
Lokale helden
De Black Lives Matter-beweging in de Verenigde Staten brengt heel wat mensen op de been. Halen jullie daar energie uit voor de bewustmaking hier?
Sabrine: Laten we al beginnen om dichter bij huis te kijken. In Nederland staan ze veel verder in het maatschappelijk debat over racisme. Ik schreef een column voor MO* over de mythe van de neutrale “blanke” man. De reacties in België waren helemaal anders dan in Nederland. Daar hadden ze tenminste al gehoord van het idee dat witte mannen niet de norm zijn. In België heeft alles een lange inleiding nodig. Je moet eerst tien concepten beginnen uitleggen voor je aan je stuk kan beginnen. In Nederland zijn dat er misschien twee, dus kan je sneller aan het eigenlijke gesprek beginnen.
De situatie in de Verenigde Staten is helemaal anders, waardoor de invloed ook anders is. Bewegingen zullen minder snel overwaaien tot hier (dat van de standbeelden in Charlottesville heeft een grotere impact gehad dan de ‘Black Lives Matter’ beweging), maar rolmodellen nemen we wel snel over. Ik hoop dan dat we niet vergeten dat er in hier ook zwarte, sterke stemmen zijn die we kunnen bewonderen. Ik ontmoette bijvoorbeeld Gloria Wekker (beroemde antropologe in Nederland, nvdr) dat was zo’n verrijkende ervaring. Ze begreep mijn wereld veel beter dan Angela Davis dat ooit zou kunnen, hoewel ik haar enorm bewonder en zij mij zeer inspireert. We hebben lokale helden nodig, daarom is dit boek zo belangrijk. Het bevat negentien totaal verschillende stemmen met compleet andere ervaringen.
Nozizwe: We moeten nog meer mobiliseren om dat Afro-Europese verhaal nog meer te vertellen en vertegenwoordigen. Het is aan ons om elkaar te vinden en elkaar vooruit te helpen. We beginnen elkaar makkelijker te vinden.
Maar we verwachten ook een inspanning van onze witte medemensen. Iedereen moet de handen uit de mouwen steken. Het is niet omdat ik zwart ben dat ik de prestaties van Lukaku beter kan beoordelen. Dat soort absurde zaken moeten ophouden.
Sabrine (fel): Als het gaat het over dekolonisatie, vraag dan een geschiedkundige, vraag geen sportberoemdheid. Ze proberen ons te verdelen door ons te laten vechten voor die éne beschikbare plaats in de mainstream media. Dit is het moment waarop zwarte mensen zeggen: ‘We zijn er klaar mee’. Met Zwart brengen we dat in de praktijk. We willen samen opkomen en elkaar steunen.
Nozizwe: Nog een voorbeeld is het zogenaamd debat over het verschil tussen “blank” en “wit”. In Nederland zit dat debat al op een heel ander niveau en zoals met veel dingen waait dat dan over naar Vlaanderen. Maar wat zien we hier? De Ombudsman van VRT NWS komt eigenhandig tot de conclusie dat er niemand in Vlaanderen daar wakker van ligt. Het wordt al gesloten voor het goed is begonnen omdat iemand wit bepaalt dat het debat hier in Vlaanderen niet leeft. Er mag wel wat meer inspanning worden geleverd om het debat te laten plaatsvinden.
Dekolonisatie
Is een fundamenteel proces van dekolonisatie een noodzakelijke voorwaarde om discriminatie bij de wortel aan te pakken?
Sabrine: Inderdaad. Je zal nooit kunnen zeggen dat racisme opgelost kan worden als je niet begint met dekoloniseren. Het is een noodzakelijke eerste stap. Het is dus veel meer dan een discussie over standbeelden en of ze al dan niet mogen blijven staan – hoewel deze discussie ook broodnodig is! De maatschappij moet zichzelf dekoloniseren, maar ook wij, als zwarte mensen, moeten dat doen.
Dekolonisatie moet daarom een significante plaats krijgen in het onderwijs, het mag wat meer zijn dan die ene paragraaf over Leopold II en de afgehakte handen in Congo. Moesten mensen de Europese geschiedenis kennen, dan zouden ze misschien beter begrijpen waarom ik hier ben en stoppen met zeggen dat ik “terug naar mijn land moet”. Maar dan moeten ze wel eerst weten wat in mijn land is gebeurd, en de rol die België – en Europa – daarin speelde. Maar daar hebben ze geen idee van. Mensen zitten met boosheid en angst. Ze vrezen dat wij komen om hen alles af te nemen, omdat ze niet weten hoe en waarom we hier zijn – want dit geldt niet alleen voor mij, maar ook voor mensen met Congolese, Marokkaanse of Turkse roots bijvoorbeeld.
Nozizwe Dube & Sabrine Ingabire
© Floris Van Cauwelaert
Nozizwe: Dekolonisatie is inderdaad fundamenteel. We moeten begrijpen hoe de gruwel in de kolonies vandaag nog doorwerkt in onze samenleving. Kolonialisme is eurocentrisch en verbloemd. Het gaat altijd over de Europeanen die op passieve bevolkingsgroepen stootten in verre landen. Het volstaat niet één gruwelijke foto in een geschiedenisboek te tonen en dan te zeggen: voilà, we doen aan dekolonisatie! Je gaat over die mensen moeten spreken als mensen. Je gaat ook moeten zeggen wat er vroeger is gebeurd, hoe dat zorgt voor wat vandaag de dag nog leeft. Dan pas kan je begrijpen waarom mensen vandaag pleiten voor een Patrice Lumumbaplein en dat mensen willen dat standbeelden van Leopold II uit het straatbeeld verdwijnen. Zonder al die linken te leggen, kan er geen debat plaatsvinden.
Sabrine: Te vaak wordt kolonialisme niet benoemd in de schoolboeken. Denk maar aan de “ontdekking van Amerika”. Hoe ontdek je een land waar mensen al woonden en leefden? Het wordt altijd allemaal zo verteld alsof het vanzelfsprekend is dat Columbus naar Amerika zou gaan en zou beginnen met koloniseren, omdat ze verbloemde termen blijven gebruiken zoals ‘ontdekking’. De gruwel, de genocides en de plunderingen worden nauwelijks of niet benoemd. Sommigen durven dan te zeggen: ‘Wij hebben beschaving gebracht in Afrika. We hebben jullie spoorwegen en technologie gegeven, goed toch?’ Alsof spoorwegen en technologie het toppunt van beschaving zijn, en Afrikaanse mensen daarop zaten te wachten.
Kan de heropening straks van het Afrikamuseum een moment zijn waarop het debat naar een hoger niveau getild kan worden?
Sabrine: Ik wil eerst wel eens weten wie hier heeft aan meegewerkt. Ik betwijfel of je dit alleen met witte mensen kan verwezenlijken. Als ze geen Afrikaanse mensen hebben gevraagd om mee te werken dan is het resultaat nog altijd een “wit museum over Afrika”. Indien er inderdaad zwarte mensen zijn die op hetzelfde niveau als de witte mensen aan tafel hebben gezeten, alleen dan zal dat museum een impact hebben. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn. Dus ik hoop echt dat dat zo gebeurd is.
Nozizwe: In Berlijn bezocht ik een tijdelijke tentoonstelling over de Duitse koloniale geschiedenis. Daar heb ik duidelijk gezien dat er niet enkel witte mensen aan tafel zaten. Hoe zag ik dat? De geschiedenis werd niet verbloemd en de geschiedenis van de Afrikaanse landen vóór kolonisatie werd uitgelegd. Ook het verband met de koloniale gebeurtenissen en hoe die landen eruitzien vandaag werd gelegd. Een museum is het blootleggen van dingen zoals ze waren.
Sabrine (lacht): Jammer dat het altijd zo tijdelijk is.
Nozizwe: Ik hoop dat de heropening van de Afrikamuseum geen bestendiging zal zijn van hoe het vroeger was … maar ik zal oordelen wanneer ik ga kijken.
Zwart, Afro-Europese Literatuur uit de Lage Landen werd uitgegeven bij Atlas Contact in 2018 (ISBN: 978 90 254 5154 7)