20 jaar vrijhandel of hoe maïsboeren in Mexico overschakelden op opium
Emilio Godoy
22 januari 2014
Bij de twintigste verjaardag van de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst tussen de VS, Canada en Mexico, blijkt dat veel boeren vanwege de lage maïsprijs zijn overgeschakeld op de teelt van marihuana en opiumpapaver.
De Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA) trad in werking op 1 januari 1994 en organiseert een vrijhandelszone tussen Canada, de Verenigde Staten en Mexico. Door de ondertekening ervan verplichtten de drie landen zich onder meer om importtarieven te verlagen of af te schaffen.
Na de inwerkingtreding begonnen de prijzen van maïs, het belangrijkste landbouwproduct van het land, en andere landbouwproducten te dalen waardoor de inkomens van kleine boeren in Mexico daalden. Op die manier kwamen zij in het zicht van de drugsmaffia.
Drugshandelaren
“Dit gebeurde in de regio’s waar veel armoede heerst, waar de prijzen instortten en de productiviteit laag lag”, zegt Victor Quintana, adviseur van het Democratisch Front van Landbouwers. “Kleine boeren konden terecht bij drugshandelaren voor leningen of de huur van land.”
Volgens Quintana werden sommige inheemse boeren in onder meer de noordelijke staat Chihuahua op die manier de leveranciers van grondstoffen aan drugshandelaren. Bovendien kwamen ze in aanraking met de gewelddadige strijd tussen drugskartels waarbij de controle over het grensgebied en de meest lucratieve routes richting de Amerikaanse markt werd uitgevochten.
Marihuana en opium
Maïs is een nationaal symbool in Mexico. Met zijn 209 variëteiten is het het meest essentiële onderdeel van het dieet van de Mexicanen. Drie miljoen boeren produceren 22 miljoen ton maïs per jaar. Volgens cijfers van het ministerie van Landbouw, wordt tien miljoen ton extra geïmporteerd om aan de vraag te voldoen.
“De verslechterende maïsopbrengst houdt nauw verband met de teelt van drugs”, zegt Omar García Ponce, onderzoeker aan de Universiteit van New York. In zijn ogen is de geringe winst die boeren uit maïs halen, de hoofdreden dat het land is uitgegroeid tot een van de belangrijkste producenten van marihuana en opiumpapaver.
In een studie (http://omargarciaponce.com/wp-content/uploads/2013/07/maize_to_haze.pdf) die hij samen met twee collega’s afgelopen zomer publiceerde, maakt hij die bewering hard. De auteurs analyseerden de gegevens over landbouwproductie en inkomens van 2200 gemeenten tijdens de periode 1990-2010 in staten waar de teelt van maïs plaatsmaakte voor die van illegale gewassen.
Ook onderzochten ze de impact van de maïsprijzen op de drugsteelt en wezen ze op de gewelddadige gevolgen van de groeiende drugshandel.
Het rapport benadrukt dat de NAFTA aandrong op de liberalisering van de maïshandel, de uitbreiding van de importquota en het verlagen van de tarieven.
Tussen 1990 en 2005 daalde de maïsprijs met 59 procent. Tegelijk steeg het aantal drugsmoorden in de de betreffende regio’s met gemiddeld met 62 procent, stelt de studie. Als gevolg van de wereldwijde voedselcrisis in 2007 stegen de prijzen van maïs met 8 procent. In diezelfde periode daalde het aantal drugsmoorden met 12 procent.
“Lagere maïsprijzen hebben bijgedragen aan de groeiende drugshandel in Mexico”, concluderen de auteurs in het rapport.
Uitgebreide hervorming
Hoewel de overheid de afgelopen jaren duizenden hectares marihuana en papavervelden verwoestte, blijft het onderwerp een taboe in Mexico. Boeren zouden de marihuana en papaver verbouwen tussen andere gewassen, om de teelt zo verborgen te houden.
Huidig president Enrique Peña Nieto kondigde voor 2014 een “uitgebreide plattelandshervorming” aan en trok daarvoor een budget uit van bijna 20 miljard euro. Deskundigen twijfelen er echter aan dat deze hervormingen iets zullen veranderen aan de situatie van kleine boeren.
Quintana pleit voor een minimumprijs voor maïs en een sterke reactie tegen de afbouw van steun voor de lokale productie als gevolg van NAFTA.