ECHO, de humanitaire instantie van de Europese Commissie, publiceerde eind 2015 harde cijfers over Jemen. 82 procent van de Jemenieten zou humanitaire hulp nodig hebben. Schrikt u? Dat is normaal, het conflict wordt immers onderbelicht door internationale media.
‘Jemen wordt een van ‘s werelds vergeten conflicten’, zei Robert Merdini, hoofd van het Rode Kruis in het Midden-Oosten, enkele dagen geleden nog. Sinds de revolutie in 2011 na 22 jaar een eind maakte aan Saleh’s dictatuur beleeft het land woelige tijden.
Op 26 maart 2015 begon een bloedige burgeroorlog tussen maar liefst zes facties, maar deze oorlog is ook een proxy-oorlog tussen Saoedi-Arabië en Iran. Uit schrik voor de oprukkende Houthi’s, bracht Saoedi-Arabië Soennitische regeringen samen voor een steunoffensief voor de aanhangers van al-Hadi, een partijgenoot van Saleh die aan de macht kwam na diens vertrek. Iran ziet de Saoedi-Arabische inmenging als een provocatie en zou op haar beurt de sjiitische Houthi-rebellen logistiek steunen.
De grootste slachtoffers van het conflict zijn echter de Jemenieten zelf. Sinds de start van de burgeroorlog, amper een jaar geleden, lieten al 6000 burgers het leven en raakten 28000 anderen gewond. Al 2,5 miljoen Jemenieten zijn hun huizen ontvlucht.
Humanitaire situatie
Al voor de oorlog was Jemen het armste land van het Arabische schiereiland. De helft van de Jemenieten leeft onder de armoedegrens. Het land staat op een trieste derde plek in de lijst van meest ondervoede landen. Sinds de start van de burgeroorlog wordt het conflict door de Verenigde Naties bestempeld als een land op ‘Niveau 3’, het hoogste noodniveau, samen met Syrië, Irak en Zuid-Soedan. De burgeroorlog heeft de humanitaire crisis nog vergroot. Een rapport van ECHO, de humanitaire instantie van de Europese Commissie, stelt dat 82 procent van de Jemenieten humanitaire hulp nodig heeft. Van een totale populatie van 25 miljoen Jemenieten:
zijn 2.5 miljoen mensen intern ontheemd,
lijden 14.4 miljoen Jemenieten onder voedseltekort,
lijden 7.6 miljoen Jemenieten onder een ernstig voedseltekort,
hebben 14.1 miljoen mensen nood aan elementaire gezondheidszorg.
Onderbelicht
Hulporganisaties klagen dat het conflict in Jemen onderbelicht wordt door de media, maar verslaggeven is er momenteel geen sinecure. Een recent rapport van een vakbond van Jemenitische journalisten telde 200 schendingen van de persvrijheid sinds januari 2015: 10 journalisten zouden zijn gedood en 14 zouden in gevangenschap zitten, waarvan minstens tien door de Houthi’s gefolterd zouden zijn.
De Saoedische coalitie zou de enige school voor blinden in de hoofdstad Sana’a hebben proberen bombarderen.
Aangezien binnenlandse journalisten enorm geviseerd worden en er nauwelijks geaccrediteerde westerse journalisten op het terrein zijn (In mei 2014 werd al bericht dat de laatste buitenlandse geaccrediteerde journalist het land verlaten had), draaien de propagandamachines op volle toeren.
Het is voor journalisten zeer moeilijk om momenteel propaganda van nieuws te onderscheiden. Saudi-Arabië en Qatar zijn de thuislanden van respectievelijk al-Arabiya en al-Jazeera, de twee grootste nieuwszenders in de regio. Deze media verzwijgen het conflict of stellen de Houthi’s, de tegenstanders van de Saoedische coalitie, in een slecht daglicht.
Wie zich toch verdiept in de Jemenitische burgeroorlog vindt wekelijks berichten over schendingen van de mensenrechten in het land. Alleen al in de afgelopen drie dagen stierven 35 Jemenieten door bombardementen, berichtte CNN. Human Rights Watch liet donderdag 14 januari nog weten dat de Saoedische coalitie de enige school voor blinden in de hoofdstad Sana’a heeft proberen bombarderen, omdat er zich een Houthi-militie schuilhield. De bom ontplofte niet, maar verwondde wel vier burgers. Een ander bericht komt van Amnesty International, die beweert bewijzen te hebben gevonden van het vermeende gebruik van clusterbommen van Amerikaanse makelij door de Saoedische coalitie.