90 procent landbouwsteun schaadt mens en milieu

Nieuws

Regeringen moeten alternatieven zoeken

90 procent landbouwsteun schaadt mens en milieu

90 procent landbouwsteun schaadt mens en milieu
90 procent landbouwsteun schaadt mens en milieu

IPS

16 september 2021

Van de 540 miljard dollar overheidssteun die de landbouwsector wereldwijd ontvangt, is 87 procent prijsverstorend en schadelijk voor het milieu en de samenleving. Dat is de vernietigende conclusie van een rapport door drie VN-instellingen.

David Mark / Pixabay (CC0)

Doorgaan met de bestaande steun werkt de crisis in de hand en schaadt het menselijk welzijn, zegt het rapport. Vooral in rijke landen moet er minder overheidsgeld gepompt worden in de vlees- en zuivelindustrie, die goed is voor 14,5 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. In arme landen moet vooral steun voor giftige pesticiden, meststoffen en monoculturen vermeden worden.

David Mark / Pixabay (CC0)

Van de 540 miljard dollar overheidssteun die de landbouwsector wereldwijd ontvangt, is 87 procent prijsverstorend en schadelijk voor het milieu en de samenleving. Dat is de vernietigende conclusie van een rapport door drie VN-instellingen.

Over de hele wereld geven regeringen steun aan hun landbouwsector via onder meer invoertarieven, exportsteun en fiscale subsidies. Maar die instrumenten zijn vaak inefficiënt, verstoren de voedselprijzen en schaden de volksgezondheid en het milieu. Bovendien zijn ze vaak onrechtvaardig, waardoor grote agrarische bedrijven voorrang krijgen op kleine boeren.

Dat is de conclusie van een rapport door drie verschillende VN-instellingen: de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), het VN-ontwikkelingsprogramma (UNDP) en het VN-milieuprogramma (UNEP).

Enorme kans

In 2020 hadden 811 miljoen mensen in de wereld chronische honger en had bijna een op de drie mensen in de wereld (2,37 miljard) niet het hele jaar door voldoende voedsel.

‘Landbouwsubsidies gebruiken om onze landbouwsystemen in een groenere, meer duurzame richting te duwen kan zowel de productie als het milieu ten goede komen.’

Landbouwsteun op een andere manier organiseren heeft het potentieel om dat tegen te gaan, stelt het rapport, dat spreekt van een ‘multi-miljardenkans’. De enorme budgetten kunnen immers helpen om armoede en honger uit te bannen, duurzame landbouw te bevorderen en de klimaatcrisis te temperen.

De landbouw is een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatverandering, door de uitstoot uit onder meer mest, de rijstteelt, verbranding van gewasresten en verandering in landgebruik. Tegelijk is de sector bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van de klimaatcrisis, zoals extreme hitte, stijgende zeespiegels, droogte, overstromingen en plagen.

Vlees en zuivel

Doorgaan met de bestaande steun werkt de crisis in de hand en schaadt het menselijk welzijn, zegt het rapport. Vooral in rijke landen moet er minder overheidsgeld gepompt worden in de vlees- en zuivelindustrie, die goed is voor 14,5 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. In arme landen moet vooral steun voor giftige pesticiden, meststoffen en monoculturen vermeden worden.

‘Regeringen hebben de kans om de landbouw om te vormen tot een motor van het menselijk welzijn en tot een oplossing voor de bedreigingen van klimaatverandering, natuurverlies en vervuiling’, zegt UNEP-directeur Inger Andersen. ‘Door over te schakelen op meer natuurpositieve, rechtvaardige en efficiënte landbouwsteun, kunnen we het inkomen van boeren verbeteren, en tegelijkertijd de uitstoot verminderen, ecosystemen beschermen en het gebruik van pesticiden verminderen.’

Volgens de VN-agentschappen moeten regeringen over de hele wereld hun bestaande steun onder de loep nemen, de positieve en negatieve gevolgen in kaart brengen en alternatieven zoeken.

‘Landbouwsubsidies gebruiken om onze landbouwsystemen in een groenere, meer duurzame richting te duwen kan zowel de productie als het milieu ten goede komen’, zegt UNDP-hoofd Achim Steiner. ‘Het kan ook het inkomen van de vijfhonderd miljoen kleine boeren wereldwijd opkrikken, onder wie heel wat vrouwen, en zo een eerlijker speelveld creëren.’