Chaos dreigt in Congolese basisonderwijs
Tshisekedi kan gratis basisonderwijs niet betalen
Beeld: Rosalie Colfs, Handicap International (CC BY-NC 2.0)
Gratis basisonderwijs! Dat beloofde de nieuwe Congolese president aan zijn kiezers. Alleen ontbreekt het geld om die klus te klaren. Gevolg: ouders betaalden geen schoolgeld, maar scholen kampen met een tekort aan werkingsmiddelen. Het dreigt een woelig schooljaar te worden in Congo.
Ook in Congo is het schooljaar een maand geleden begonnen, en sindsdien neemt de onvrede in het basisonderwijs toe. De nieuwe Congolese president Felix Tshisekedi (UDPS) beloofde gratis basisonderwijs aan zijn kiezers, en hij loste meteen de belofte in. Alleen ontbreken de financiële middelen om die klus geklaard te krijgen.
De gevolgen: ouders betaalden geen schoolgeld, maar scholen kampen met een tekort aan werkingsmiddelen. Een op de drie leerkrachten wordt niet betaald, en de nieuwe regering weet niet waar ze de rest van het geld zal halen. De eerste stakingen zijn al een feit. Het lijkt nog maar het begin van wat een woelig schooljaar kan worden.
De eerste stakingen zijn al een feit. Het lijkt nog maar het begin van wat een woelig schooljaar kan worden.
Net voor de start van het nieuwe schooljaar deelde de secretaris-generaal van het ministerie van Basis-, secundair en beroepsonderwijs (EPSP) mee dat het basisonderwijs per 1 september gratis zou worden. Ouders hoefden het inschrijvingsgeld niet te betalen, wie reeds betaald had mocht het terugvorderen. Het zorgde vrijwel meteen voor onrust. Wat en hoeveel zou de overheid dan wel betalen? Het schooljaar startte voor de basisscholen in een totale financiële onduidelijkheid.
Weg begroting
De minister van Begroting, Pierre Kangudia (FCC), had de maand voordien nog becijferd dat de verkiezingsbelofte van de nieuwe president in het beste geval slechts gradueel kon worden ingevoerd. Het EPSP had het kostenplaatje van gratis basisonderwijs namelijk op net geen vier miljard dollar geraamd. Gezien de totale Congolese begroting voor 2020 op zeven miljard dollar zou worden begroot, en ook het secundair en hoger onderwijs in het verleden een miljard dollar kostten, kan je begrijpen waarom Kangudia financiële bedenkingen had. Tshisekedi’s verkiezingsbelofte zou ineens meer dan zeventig procent van de begroting opslokken.
Maar die rekening vond Tshisekedi kennelijk zelf niet problematisch. Eerst doen, dan betalen, lijkt hij wel te hebben gedacht. De kersverse president wil in de eerste plaats doen wat zijn voorganger Joseph Kabila ook ooit beloofde, maar nooit wist waar te maken: het bij grondwet verankerde recht op gratis basisonderwijs in de praktijk omzetten. De schoolgaande jeugd lijkt op die manier de inzet te worden van een machtsstrijd tussen de oude en de nieuwe president.
Machtsstrijd wordt schoolstrijd
Felix Tshisekedi was eind vorig jaar in alle waarschijnlijkheid niet de winnaar van de presidentsverkiezingen. Vermoed wordt dat hij het op een akkoordje gooide met de aftredend president, Joseph Kabila (FCC), wiens stroman nog verder van de overwinning was gestrand. In ruil voor het behoud van de meerderheid in het parlement, de regering en de provinciebesturen bleek Kabila bereid Tshisekedi het presidentschap te gunnen. Zo werd de vermoedelijke echte winnaar, Martin Fayulu (LAMUKA), buitenspel gezet.
‘We vrezen dat deze aanpak ondoordacht is. Op deze manier leidt het enkel tot onzekerheid.’
Tshisideki doet nu zijn uiterste best om het beeld van de president zonder macht weg te werken. De scholen voor alle Congolese kinderen gratis maken zou hem ongetwijfeld veel legitimiteit opleveren. ‘Gratis basisonderwijs zou een enorme vooruitgang betekenen voor ons land. Indien het goed georganiseerd wordt,’ stelt Valéry Madianga van Observatoire de la Dépense Publique (ODEP), een onafhankelijke waakhond van de Congolese overheidsfinanciën. ‘Maar we vrezen dat deze aanpak ondoordacht is. Op deze manier leidt het enkel tot onzekerheid.’
De nieuwe regering werd pas op eind augustus bekendgemaakt. De minister van Onderwijs en die van Begroting komen uit het kamp van oud-president Kabila. Dat verkleint waarschijnlijk nog eens de slaagkansen van Tshisekedi.
Een op de drie leerkrachten niet langer betaald
Het schooljaar begon voor de leerlingen van het lager onderwijs dan toch zonder inschrijvingsgeld. Publieke en erkende private scholen konden in september rekenen op de maandelijkse vergoeding van amper 26,9 dollar functioneringskosten. Daarmee moeten ze de uitgaven voor de infrastructuur, administratie en lesmateriaal dekken. ‘Amper genoeg om de krijtjes te betalen,’ werd geopperd.
Door het wegvallen van het inschrijvingsgeld was het inkomen van een op de drie leerkrachten plots onzeker
De enige echte bijdrage van de staat bestaat uit het vergoeden van de salarissen van directie en leerkrachten. Maar dat is niet nieuw. De overheid betaalde al het loon van iets meer dan 400.000 leerkrachten in het basisonderwijs. In werkelijkheid betaalden scholen met het inschrijvingsgeld de lonen van nog eens 230.000 leerkrachten. 130.000 van hen werden officieel wel erkend door de overheid, maar simpelweg niet betaald. De andere 100.000 leerkrachten zijn niet officieel erkend, maar stonden in de realiteit wel voor de klas. Door het wegvallen van het inschrijvingsgeld was het inkomen van een op de drie leerkrachten plots onzeker.
‘Bovendien gaven de meeste katholieke en protestantse scholen nog een extra vergoeding aan de leerkrachten, omdat het staatsloon ontoereikend was’, vult Madianga nog aan. ‘Ook die extra toelage is nu verdwenen. Ook zijn er regionaal grote verschillen in de salarissen, een erfenis van Mobutu. Die verschillen werden via motivatiepremies in veel scholen weggewerkt. Ook kregen leerkrachten soms premies voor huisvesting en verplaatsingen. Deze premies verdwijnen nu plots.’
Meer stakingen verwacht
Als bij wonder openden de meeste scholen vorige maand toch de deuren. De nieuwe regering ging pas in de loop van de maand september aan de slag. Het was voor veel leerkrachten afwachten naar het standpunt van de nieuwe minister van Basisonderwijs, Willy Bakonga (FCC). Die liet ondertussen verstaan dat de werkingskosten per school naar vijftig dollar per maand worden opgetrokken. Leerkrachten die les geven in de provinciale hoofdsteden zouden extra reis- en verblijfskosten krijgen. Aan de lijst van betaalde leerkrachten worden 35.000 namen toegevoegd. Alle lonen zouden in de toekomst worden opgetrokken, deelde hij mee.
Maar die mededeling deed de onrust vooral toenemen. Voor sommige scholen was het nu duidelijk dat de middelen ontoereikend zouden zijn. Veel ouders kregen te horen dat ze alsnog het inschrijvingsgeld zouden moeten ophoesten. Andere scholen legden dan weer het werk neer. In Zuid-Kivu riepen de onderwijsvakbonden van het protestantse en katholieke net op tot stakingen.
Het is totaal onduidelijk waar de middelen voor 2019 vandaan moeten komen
‘We horen uit verschillende hoeken van het land dat er stakingen op til zijn’, waarschuwt Madianga. ‘Voor dit schooljaar vrees ik het ergste. Er is weinig hoop dat zelfs voor dit scenario voldoende middelen gevonden zullen worden. Het is zelfs totaal onduidelijk waar de middelen voor 2019 vandaan moeten komen. Het nieuwe parlement start binnenkort de werkzaamheden. Hopelijk zullen de volksvertegenwoordigers inzage krijgen in de begrotingscijfers.’
De Wereldbank zou met een investering een miljard dollar misschien soelaas kunnen bieden. ‘Slechts een deel daarvan zou naar onderwijs kunnen gaan en bovendien dreigen de voorwaarden die de Wereldbank aan de steun verbindt, in het beste geval, voor vertraging te zorgen. De overheid weet bijvoorbeeld niet precies hoeveel kinderen vandaag zijn ingeschreven’, verduidelijkt Madianga. ‘En bovendien weet ze niet wat de impact is van het afschaffen van het inschrijvingsgeld. Hoeveel kinderen die voorheen geen school liepen, zullen daardoor wel hun kans wagen?’ Het dreigt een harde leerschool te worden voor Congo’s nieuwe president.