Diverse landen perken vrijheden van activisten in met wetgeving
Activisten doelwit smeercampagnes door politici
IPS - A. D. McKenzie
12 april 2019
Diverse landen perken de vrijheden van activisten in met nieuwe wetgeving. En activisten zijn ook steeds vaker doelwit van smeercampagnes door politici.
Protestactie tegen de onopgeloste moord op Marielle Franco
PCdoBnaCamara CC BY-NC 2.0
Diverse landen perken de vrijheden van activisten in met nieuwe wetgeving, zegt Michel Forst, de speciale VN-rapporteur voor mensenrechtenactivisme. En activisten zijn ook steeds vaker doelwit van smeercampagnes door politici.
De moord op de Braziliaanse politicus en mensenrechtenactivist Marielle Franco een jaar geleden, en aanvallen op andere activisten wereldwijd, nopen ngo’s tot actie. Sommige landen lijken echter weinig geïnteresseerd in samenwerking met ngo’s of internationale organen. Ze houden zich zelfs bezig met smeercampagnes tegen mensenrechtenactivisten, constateert Forst.
“Ze willen geen speciale rapporteurs meer in hun land uitnodigen om rapporten te schrijven”, zei hij tijdens de International Civil Society Week (ICSW) in Belgrado (Servië). De ICSW duurt nog tot en met 12 april.
Straffeloosheid
Forst zegt bij de ICSW te zijn om te leren van de deelnemers, veelal afgevaardigden van ngo’s. Zijn volgende rapport, dat dit najaar gepresenteerd wordt bij de Algemene Vergadering van de VN, richt zich op straffeloosheid. Bij slechts 5 procent van de aanvallen op mensenrechtenactivisten volgt onderzoek en veroordeling van de daders, zegt hij.
“Waar ik me ook zorgen over maak, is dat deze campagnes geleid worden door politici, premiers, ministers van Buitenlandse Zaken en ministers van Defensie”
Een groeiend probleem bij de bescherming van de rechten van activisten is de manier waarop sommige landen activisten in diskrediet brengen, zegt Forst.
In regio’s van Europa tot Latijns-Amerika is sprake van campagnes tegen mensenrechtenactivisten en de publieke opinie kan beïnvloed worden door denigrerende terminologie. “Deze campagnes zijn gevaarlijk voor activisten”, zegt hij. “Ze worden ‘staatsvijanden’ genoemd en ‘promotors van westerse waarden’ en zouden ‘tegen ontwikkeling’ zijn.”
In sommige landen worden activisten er bovendien van beschuldigd links te hebben met terrorisme, en worden ze gezien als degenen die vooruitgang tegenhouden doordat ze projecten blokkeren die desastreus zijn voor het milieu of inheemse bevolkingsgroepen.
“Waar ik me ook zorgen over maak, is dat deze campagnes geleid worden door politici, premiers, ministers van Buitenlandse Zaken en ministers van Defensie”, zegt Forst.
Bruggen bouwen en Gele hesjes
De bijeenkomst in Belgrado is belangrijk voor activisten, zegt hij, zodat ze kunnen zien dat wat zij ervaren in hun thuisland, ook elders speelt. Het is een plaats om bruggen te bouwen en contacten te versterken.
In Belgrado bleek dat de repressiemethoden in de hele wereld overeenkomen. Het gaat niet alleen om fysieke aanvallen, maar ook om controle, reisverboden, online intimidatie en gebruik van overheidsstructuren en wetgeving om vrijheden te onderdrukken.
Eerder deze week waarschuwde mensenrechtenorganisatie PEN America, dat de manier waarop de regering-Trump journalisten aanvalt “een nieuw niveau heeft bereikt.”
PEN verwijst in verband daarmee naar rapporten over de Amerikaans-Mexicaanse grens (en gelekte documenten van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid) die erop wijzen dat de Amerikaanse overheid vijftig individuen in de gaten houdt die zich bezighouden met de humanitaire situatie bij de grens, het merendeel journalisten en immigratie-advocaten.
In Frankrijk is de nationale afdeling van Amnesty International kritisch over de Franse wet om rellen tegen te gaan. Volgens die wet kan de politie relschoppers systematisch oppakken. Ondanks bepaalde garanties, vindt Amnesty die wet “een serieuze inbreuk op de publieke vrijheid en machtsbalans.”
De wet is een reactie op gewelddadig gedrag van de zogenoemde ‘gele hesjes’, die nog steeds wekelijks demonstreren in Parijs en andere steden. Sommige parlementariërs noemen de wetgeving echter noodzakelijk om verdere vernielingen en brandstichting door de demonstranten tegen te gaan.
Forst wijst ook op wetgeving in Frankrijk die het mogelijk maakt mensen die migranten helpen die via de Middellandse Zee naar Europa komen, aan te pakken. “Er is een trend naar criminalisering van mensenrechtenactivisten”, constateert hij.
Shelter cities
In Servië bereiden anti-overheidsdemonstranten zich voor op het intensiveren van hun acties op 13 april, de dag na het einde van de ICSW. Het moet de grootste demonstratie worden sinds de protesten in het land begonnen afgelopen december.
De demonstranten eisen vrije en eerlijke verkiezingen en grotere mediavrijheid. Vorige maand drongen enkele demonstranten binnen in het kantoor van de Servische staatstelevisie, om hun ongenoegen te uiten over de eenzijdige berichtgeving.
Repressiemethoden komen in de hele wereld overeen. Het gaat niet alleen om fysieke aanvallen, maar ook om controle, reisverboden, online intimidatie.
De ontwikkelingen in diverse landen laten zien dat het noodzakelijk is om grensoverschrijdende oplossingen te vinden, zegt Forst. Zo heeft de Europese Unie richtlijnen voor ambassades van lidstaten in het buitenland, als het gaat om het verdedigen van de rechten van activisten. Er is geld beschikbaar voor ambassades om individuen die risico lopen, naar een andere locatie te brengen, zegt Forst. Ook bestaat er een netwerk van ‘shelter cities’, dat steeds groter wordt naarmate aanvallen op activisten toenemen.
Maar het is moeilijk om bijvoorbeeld een vrouwelijke activist met kinderen te verhuizen, en het ontbreekt vaak aan samenwerking of overeenstemming over asielaanvragen. Daar waar sommige landen effectief hulp kunnen bieden aan activisten uit verafgelegen landen, lijken ze machteloos als het gaat om hun eigen buurlanden.
Netwerken
Toch worden ook activisten zelf “efficiënter” in het vormen van plaatselijke, nationale en internationale netwerken, zegt Forst. “Het is een strijd, en solidariteit is belangrijk.”
Het goede nieuws is volgens hem dat sommige landen die in het verleden “geblokkeerd” waren, nu internationale organen toegang verlenen om activisten te ondersteunen en een einde te maken aan straffeloosheid.
In tegenstelling tot landen zoals de Filipijnen, die gevaarlijk zijn voor activisten en ook “niets willen doen om dat probleem op te lossen”, zijn er landen die een opener houding laten zien. Forst noemt Mexico, Colombia, Honduras en Brazilië als voorbeelden van landen die meer geneigd zijn te erkennen dat ze een probleem hebben. Maar zo zegt hij, ook in Brazilië is nog steeds geen antwoord op de vraag: Wie heeft Marielle Franco vermoord?