Activisten houden alternatieve top naast Rio+20
Fabiola Ortiz
28 maart 2012
Maatschappelijke organisaties en sociale bewegingen uit de hele wereld organiseren een alternatieve milieutop naast de VN-Conferentie over Duurzame Ontwikkeling (Rio+20) in juni. Die laatste top zal in hun ogen onvermijdelijk op een mislukking uitlopen.
De Volkstop vindt net als de VN-top plaats in juni in Rio de Janeiro. Daar werd twintig jaar geleden ook de VN-Conferentie voor Milieu en Ontwikkeling, ook bekend als de Aardetop, gehouden. Deze conferentie wordt gezien als een keerpunt in de architectuur van de internationale milieuwetgeving.
De alternatieve top wordt van 15 tot 23 juni gehouden in het park Aterro do Flamengo en zal naar verwachting zo’n 10.000 deelnemers trekken. Afgevaardigden van ongeveer twintig sociale organisaties, zoals vakbonden, vrouwen- en boerenorganisaties, kwamen deze week bijeen om hun kritiek op de officiële top te verwoorden en voorbereidingen te treffen voor de grootschalige mobilisatie in juni.
Inheemse volken
Een van de uitdagingen is het verwerken van de rechten van inheemse volken in het concept voor duurzame ontwikkeling, zegt activist Sander Otten, lid van de technische commissie van Coordinadora Andina de Organizaciones Indigenas (CAOI), een overkoepelend orgaan van inheemse groepen uit Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru. “Deze mensen moeten werkelijk invloed krijgen op projecten die op hun grondgebied worden uitgevoerd”, zegt Otten.
Inheemse organisaties in de Andesregio willen bijdragen aan de discussie over de groene economie - een van de centrale thema’s van Rio+20 - en alternatieven voorstellen op grond van hun eigen kosmologie. Het gaan dan onder meer om management met respect voor ‘Moeder Aarde’ en ‘goed leven’, een holistische levensfilosofie waarin gestreefd wordt naar materiele, sociale en spirituele welvaart voor alle leden van een samenleving, maar niet ten koste van andere mensen of het milieu.
Schaduwonderhandelingen
De CAOI staat voor een minder economisch-georiënteerde benadering om te komen tot werkelijke oplossingen voor de milieucrisis. “We zien momenteel in Zuid-Amerikaanse landen geen implementatie van het groene economische model”, zegt Otten. “Precies het tegenovergestelde gebeurt. De winning van grondstoffen staat centraal en dat kun je niet groen noemen.”
Sandra Morán van Sector de Mujeres uit Guatemala, benadrukt dat er ook aandacht voor gendergelijkheid moet zijn in de alternatieve voorstellen. Dat is nodig om een betere kwaliteit van leven voor vrouwen te garanderen, zegt ze. Feministische organisaties werken samen met andere sociale bewegingen aan “een alternatief voor de huidige situatie die zich kenmerkt door extreme armoede, geweld, militarisering, controle en autoritarisme.”
Morán verwacht weinig van Rio+20, omdat de conferentie vooral gaat over het ondertekenen van besluiten die al eerder zijn genomen. “En daar kunnen wij geen invloed op uitoefenen.”
Ook sommige Braziliaanse parlementariërs zijn kritisch over het slagen van Rio+20. Zij organiseren tussen 14 en 17 juni een eigen bijeenkomst om de aandacht van de media en het publiek te trekken, de Rio Climate Challenge. Doel van die bijeenkomst is om de klimaatonderhandelingen tussen landen over de CO2-uitstoot op realistische wijze na te bootsen en te proberen een consensus te bereiken, zegt Alfredo Sirkis van de Groene Partij.
Voor deze schaduwonderhandelingen worden vertegenwoordigers uit Brazilië, Zuid-Afrika, India en China, de Europese Unie, de Verenigde Staten, Canada, Australië, Japan, Indonesië, Rusland, de Arabische Liga en de kleine eilandstaten uitgenodigd.