Afghanen houden van VS

Nieuws

Afghanen houden van VS

Jim Lobe

12 januari 2006

Als president George W. Bush goed nieuws zoekt, moet hij minder over Irak en meer over Afghanistan praten. Vier op vijf Afghanen vinden dat hun land de goede kant opgaat en keurt de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in hun land goed. Dat blijkt uit een Amerikaanse opiniepeiling die eind november en begin december werd afgenomen bij ruim 2.000 Afghanen.

Afghanistan kampt met schrijnende armoede, een groeiende kloof tussen rijk en arm en de voortdurende macht van regionale krijgsheren. Toch is de opiniepeiling opvallend optimistisch, ook tegenover de Amerikanen. 81 procent denkt positief over de Verenigde Staten. 83 procent heeft een positief beeld over de Amerikaanse troepen in Afghanistan, 39 procent zelfs een heel positief beeld.

Bijna vier op vijf ondervraagden zeggen dat ze de militaire operaties tegen Al-Qaeda goedkeuren. Zelfs in regio’s waar bij dergelijke operaties soms onschuldige burgers werden gedood, staat meer dan tweederde van de respondenten erachter. En meer dan driekwart is blij met de internationale pogingen om de opiumteelt in het land terug te dringen.

Verrassing

Dat maakt van Afghanistan een totaal ander verhaal dan Irak. In november zei bijna tweederde van Iraakse deelnemers aan een peiling van ABC News dat ze tegen de aanwezigheid van de coalitietroepen in Irak waren. En in een peiling betaald door het Britste ministerie van Defensie in oktober; zei zelfs 82 procent van de Iraakse respondenten dat ze zich erg verzetten tegen de aanwezigheid van buitenlandse troepen in hun land, en keurde 45 procent de aanslagen tegen hen goed.

De Afghaanse resultaten zijn een echo van een eerdere ABC-peiling bij net iets meer dan 1.000 Afghanen begin oktober. Toch kwamen ze als een kleine verrassing voor Barnett Rubin, een Afghaanse expert aan de universiteit van New York die de Verenigde Naties heeft geadviseerd over hun werk ter plaatse.

Alle peilingen zijn wat positiever dan mijn eigen indrukken, zegt hij. De mensen ginder klagen nogal veel. Maar het is een feit dat ze denken dat de huidige situatie beduidend beter is dan hoe het vroeger was (ten tijde van de Taliban, de ultraorthodoxe Islamitische beweging die het land regeerde van begin 1996 tot ze eind 2001 werden verdreven door de rebellen en het Amerikaanse leger toen ze weigerden bin Laden over te dragen aan de VS, red.).

De buitenlandse aanwezigheid in Afghanistan wordt beduidend meer als gelegitimeerd beschouwd dan die in Irak, verklaart Rubin het verschil met Irak. Om te beginnen was de interventie daar gesteund op werkelijke feiten; toen ze Afghanistan binnenvielen, vonden ze Al-Qaeda werkelijk daar. Bovendien is de troepenaanwezigheid in Afghanistan erg onopvallend, behalve in een paar provincies. De Afghanen hadden niet het gevoel dat hun land voordien erg soeverein was, omwille van alle buitenlandse inmenging (van de buurlanden). Ze vinden deze interventie, die technisch onder controle van de VN en niet de VS staat, veel beter - dat de troepen er zijn om de Afghaanse soevereiniteit te beschermen tegen buitenstaanders.

Blij met Karzai

Bijna negen op tien ondervraagden hadden een slecht beeld van de Taliban, die nog steeds het leven zuur maakt van de overheid van de door de VS gesteunde premier Hamid Karzai, vooral in de regio’s in het zuiden en langs de oostelijke grens met Pakistan. Amper acht procent had een goed woord over voor bin Laden. Bijna tweederde noemt ook de invloed van Pakistan op hun land negatief. Karzai zelf kan dan weer rekenen steun van 83 procent van de ondervraagden - 68 procent was hem zelfs erg goedgezind. En maar liefst 91 procent beschouwt zijn regering als erg effectief (55 procent) of redelijk effectief.

De Afghaanse peiling bestond uit face-to-face interviews bij mensen in 30 van de 34 provincies. Ze werd uitgevoerd door het Programme on International Policy Attitudes uit Washington, een samenwerkingsverband tussen sociologen en onderzoekers verbonden aan het Centrum voor Internationale en Veiligheidsstudies op de Universiteit van Maryland.

Er werden evenveel mannen als vrouwen bevraagd, evenredig verdeeld over stad en platteland. Vijftig procent van de ondervraagden is analfabeet, 20 procent heeft de lagere school afgemaakt, 26 procent de middelbare school en vijf procent genoot een hogere opleiding. Meer dan 90 procent van de aangezochte mensen waren bereid mee te werken. Etnische Pashtins, de grootste minderheidsgroep in Afghanistan, waren met 37 procent van de ondervraagden licht ondervertegenwoordigd; 39 procent van de deelnemers waren Tajikken, de tweede minderheid.

VS gaat weg

Washington maakte recent bekend dat het de troepensterkte in Afghanistan gaat terugbrengen van de huidige 19.000 manschappen tot 16.500 en meer verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de Pashunregio’s gaat doorschuiven naar de Navo. De Amerikanen willen bovendien hun ontwikkelingssteun aan Afghanistan terugbrengen van iets meer dan een miljard dollar vorig jaar naar zo’n 400 miljoen dollar in 2006. (ADR)