Afrika maakt sprong naar hernieuwbare energie
Miriam Mannak
05 oktober 2010
Verscheidene Oost-Afrikaanse landen schakelen geleidelijk over van een klassieke elektriciteitsvoorziening met grote CO2-uitstoot naar een properder stroomnet. Vooral steenkool verliest aan belang als brandstof voor elektriciteitscentrales, ten voordele van het goedkopere aardgas.
“De belangrijkste drijfveer achter de ontwikkeling zijn de stijgende elektriciteitsprijzen”, verklaart Mark Hankins, een consulent die in de voorbije twintig jaar werkte rond hernieuwbare energie in Oostelijk en Zuidelijk Afrika. “In Oost-Afrika liggen de energieprijzen twee tot vijf keer hoger dan in Zuid-Afrika. Dat is een slechte zaak voor zowel de industrie als consumenten.”
Een andere reden voor de groeiende aandacht voor hernieuwbare energie in Oost-Afrika is de toenemende vraag naar elektriciteit, als gevolg van de snelle economische groei. “De diamant-, olie- en landbouwindustrie zijn sectoren die meer energie nodig hebben”, legt Hankins uit. “Verschillende regeringen in Oost-Afrika beseffen dat het huidige stroomnet niet volstaat voor de groeiende vraag. Daarom werd geleidelijk meer een beroep gedaan op hernieuwbare bronnen zoals zon, wind en water.”
Minder steenkool
Vorig jaar zag Hankins zes windmolens verrijzen op de heuvels van Ngong in het zuiden van Kenya. De turbines voegen 5,1 MW vermogen toe aan het nationale stroomnet, en zijn onderdeel van het eerste Keniaanse windmolenpark. Dat is niet alles. Er bestaan plannen voor een ander windmolenpark in Kenia, dat met een vermogen van 310 MW meteen het grootste van Afrika wordt. Dit project zal driehonderd windmolens tellen en wordt geraamd op 408 miljoen dollar, waarvan de Afrikaanse Ontwikkelingsbank 70 procent heeft gefinancierd. Nederlandse en Keniaanse investeerders betaalden de rest.
“Kenia is niet het enige land dat voor hernieuwbare energie kiest”, benadrukt Hankins. “Oeganda, Rwanda, Ethiopia en Tanzania overwegen ook groene stroom. Dat laatste land heeft een windmolenpark met een vermogen van 50 MW en plant een ander project voor 50 MW.”
Met een overvloed aan zon, water en wind heeft Afrika van alle regio’s ter wereld het grootste potentieel om snel van conventionele energie over te schakelen op propere energievormen”, verklaart Christopher Clarke van Inspired Evolution Investment Management.
“De Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap zal op termijn minder elektriciteit uit steenkool halen”, aldus Clarke. “Momenteel is dat nog 70 procent. In 2025 kan dat 42 procent zijn. We voorspellen ook dat tegen 2025 de elektriciteit uit waterkracht en gas met respectievelijk met 60 en 150 procent zal toenemen.”
Lokale grondstof
Tanzania is zo’n land dat wil inzetten op gas. Hoewel stroom uit aardgas geen hernieuwbare energie is, blijft het procédé veel minder vervuilend in vergelijking tot steenkool of vloeibare brandstoffen.
De groeiende vraag naar stroom uit gas in plaats van conventionele brandstoffen heeft veel te maken met de prijs. “Niet alleen is gas goedkoper, voor ons is het een lokale grondstof die we niet hoeven te importeren, in tegenstelling bijvoorbeeld diesel of kerosine. Zo zijn we niet afhankelijk van de schommelingen op de internationale oliemarkt.” legt Oswald Mutaitina uit, manager bij het Tanzaniaanse gas- en elektriciteitsbedrijf Songas. Songo Songo is een eiland voor de kust van hoofdstad Dar-Es Salaam, waaronder 1,2 triljoen kubieke meter aardgas opgeslagen ligt.
Het gevolg is dat de productie van elektriciteit uit aardgas de helft goedkoper is, namelijk 0,06 dollar per kilowatt in plaats van 0,11 dollar en 0,12 dollar bij concurrenten Independent Power Tanzania en Tsavo. Nog een voordeel volgens Mutaitina is dat meer Tanzanianen toegang krijgen tot elektriciteit. “Momenteel is dat slechts een tiende van het land, maar dit zal in de komende jaren verbeteren.”