Afrikaanse Unie wil marktkramers bewuster maken
Afrika werkt aan voedselveiligheid op zijn markten
© Busani Bafana / IPS
© Busani Bafana / IPS
Busani Bafana / IPS
20 augustus 2024 • 6 min leestijd
Lokale markten voeden miljoenen mensen in drukke Afrikaanse steden, maar de gevolgen van besmette etenswaren kunnen ziekte en dood betekenen voor nietsvermoedende consumenten. Daar wil de Afrikaanse Unie verandering in brengen.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) sterven jaarlijks meer dan 130.000 mensen in Afrika na het eten van onveilig voedsel. Daarbij kunnen bacteriën, parasieten, virussen, schimmels maar ook chemicaliën worden overgedragen.
Naar schatting 70 procent van de Afrikaanse stedelijke gezinnen koopt eten bij straat- en marktverkopers. Hoewel zulke markten van groot belang zijn voor de voedselzekerheid in de regio, zijn ze van oudsher verwaarloosd als het gaat om voedselveiligheid, aldus het International Livestock Research Institute (ILRI).
Informele voedselmarkten zijn dus economisch cruciaal omdat ze velen in hun levensonderhoud voorzien, maar problemen met hygiëne en onduidelijkheden in de regelgeving bedreigen de groei van deze markten.
Medische kosten
Viswerker Godknows Skota (zie foto) verkoopt kapenta en tilapia uit het Kariba-meer, ten noorden van Zimbabwe. De vis vindt zijn weg naar de publieke markten in de stad Bulawayo, meer dan 400 kilometer verderop naar het zuiden.
Slechte voedselveiligheid weegt op de gezondheidssystemen van het continent en komt met een hoge kostprijs.
‘Vis bederft snel als hij niet goed behandeld en bereid wordt. Ik moet er dus voor zorgen dat ik mijn vangst op een hygiënische manier verwerk, zodat ik niets hoef weg te gooien’, vertelt Skota, terwijl hij brasem schoonmaakt voor een klant in een visserskamp in Binga, ten zuiden van het Kariba-meer.
‘Ik zout de vis om hem te conserveren en ik neem voorzorgsmaatregelen om zeker te zijn dat de vis niet vervuild raakt tijdens het verwerken’, getuigt hij.
Slechte voedselveiligheid weegt op de gezondheidssystemen van het continent en komt met een hoge kostprijs. Door voedsel overgedragen ziekten veroorzaken jaarlijks ongeveer 15 miljard dollar aan medische kosten, volgens de Wereldbank, en leiden tot productiviteitsverliezen die oplopen tot 16 miljard dollar in heel Afrika.
Rauw voedsel
‘Niet dat de informele voedselsector verantwoordelijk is voor de ziektelast, maar we moeten ons meer op deze sector richten omdat hij belangrijk is en bijna 80 procent levert van het voedsel dat stedelingen consumeren’, zegt John Oppong-Otoo, voedselveiligheidsfunctionaris bij een partner van de Afrikaanse Unie.
Oppong-Otoo verklaart dat de Afrikaanse Unie, samen met het ILRI, met realistische en praktische richtlijnen zal komen om overheden te helpen samen te werken met de informele voedselsector om risico's te beperken en veilig voedsel te leveren.
Voedselrisico's kunnen voortkomen uit verwerkt of rauw voedsel dat besmet raakt, slechte behandeling van voedsel en infrastructuur, bijvoorbeeld op informele markten.
‘Het is heus niet zo dat mensen onveilig voedsel willen produceren, maar ze zijn zich er gewoon niet van bewust dat hun praktijken kunnen leiden tot de productie van onveilig voedsel en daarom moeten ze begeleid worden’, stelt hij.
Silvia Alonso, epidemioloog bij het ILRI in Nairobi, hoopt dat nationale regeringen zullen inzien dat een nieuwe benadering van informele voedselmarkten mogelijk is en volledig in hun voordeel.
Meer melk
ILRI heeft informele voedselmarkten in heel Afrika ondersteund met trainingen over voedselveiligheid. In Kenia bijvoorbeeld heeft het More Milk-project meer dan tweehonderd melkverkopers in Eldoret opgeleid om de hygiëne en de omgang met melk te verbeteren.
De Keniaanse melkverkoper Francisca Mutai zegt dat ze kennis heeft opgedaan over melkhygiëne en dat ze haar betrokkenheid bij klanten heeft verbeterd. Haar klantenbestand is gegroeid en ze heeft haar bedrijf uitgebreid, met meer winst tot gevolg.
‘Met deze kennis kan ik mijn leveranciers en klanten adviseren over hygiënisch omgaan met melk en de voedingswaarde van melk’, verklaart Mutai.
Een andere melkverkoper, Daniel Kembo, ook uit Kenia, stapte over van plastic verpakkingen op aluminium, wat heeft geleid tot een betere hygiëne en melkkwaliteit. Ook hij zag zijn melkverkoop stijgen.
In Ethiopië heeft een bewustwordingscampagne voor consumenten genaamd “Abo! Eat the Intact Ones” (Abo is een Amhaars woord dat lijkt op 'hé) de vraag naar intacte en dus veilige tomaten aangezwengeld in de gebieden Dire Dawa en Harar.
Akintayo Oluwagbemiga Elijah van een slagersvereniging op de Bodija-markt in Ibadan (Nigeria) kreeg meer inzicht in de hygiënische praktijken bij het hanteren en verwerken van vlees. Hij besteedt nu veel aandacht aan de reinheid van de slachterij waar koeien worden geslacht en hij gebruikt drinkbaar water om het vlees en de producten schoon te maken.
Vrijhandel
Oppong-Otoo wijst erop dat het bevorderen van voedselveiligheid op informele markten een van de doelen is van een lopend One Health-initiatief van de Afrikaanse Unie, omdat de handel in voedsel een kans is voor economische groei in het kader van de Pan-Afrikaanse Vrijhandelszone (AfCFTA).
‘Afrika heeft enorme agrarische hulpbronnen, maar we zijn niet in staat geweest om hun potentieel volledig te benutten vanwege de productie van onveilig voedsel.’
‘De informele voedselsector, die bestaat uit mensen die voedsel verwerken en produceren, vormt de kern van de AfCFTA. Als we hen kunnen ondersteunen om consistent veiliger voedsel te produceren en op de markt te brengen, kunnen er meer goederen verhandeld worden’, meent hij.
‘Afrika heeft enorme agrarische hulpbronnen, maar we zijn niet in staat geweest om hun potentieel volledig te benutten vanwege de productie van onveilig voedsel.’
Er wordt verwacht dat tegen 2030 de intra-Afrikaanse handel in landbouwproducten met 574 procent zal toenemen als de invoertarieven in het kader van de AfCFTA worden afgeschaft. Dit zou een geweldige stimulans zijn voor het continent dat jaarlijks meer dan 50 miljard dollar uitgeeft aan voedselimporten, volgens de Afrikaanse Ontwikkelingsbank.