Afrikaanse groei sterk, maar onvoldoende en kwetsbaar
Met een groei van meer dan 5 procent, voor het derde jaar op rij, doet de Afrikaanse economie het erg goed, zegt het Internationaal Muntfonds. De piek in de olieprijzen is daar voor een goed deel verantwoordelijk voor. Bovendien groeit de handel met Azië exponentieel. Veel kansen dus, maar ook gevaren.
Het rapport _Sub-Saharan Africa Regional Economic Outlook -Spring 20_07 van het Africa Department van het IMF werd deze ochtend voorgesteld door Benedicte Vibe Christensen, onderdirecteur van het Afrika Departement. Het IMF is blij met de sterke groei van de Afrikaanse economie, al zou die boven de 7 procent moeten liggen om de Afrikaanse landen in staat te stellen de millenniumdoelstellingen te halen. Bovendien wordt het hoge gemiddelde vooral gehaald dankzij de exponentiële groei van olie-exporterende landen als Nigeria, Angola en Equatoriaal Guinea. De olie-importerende landen zien hun groei licht dalen naar 4 procent.
Ander goed macro-economisch nieuws voor Afrika is de scherpe daling van de inflatie naar gemiddeld zowat 7 procent op jaarbasis -tegenover 17 procent in 2000. Om dat mooie cijfer te kunnen tonen, moest natuurlijk Zimbabwe uit de statistieken gehaald worden. Dat land heeft officieel een inflatie van 2200 procent en wellicht ligt het reële cijfer nog veel hoger.
Calvin MacDonald waarschuwde overigens dat de meeste olie-exporterende landen meer uitgeven dan ze op de lange termijn, volgens IMF-berekeningen, duurzaam aankunnen. Een van de knelpunten daarbij is de zwakke capaciteit van de openbare instellingen en administraties om investeringen te beoordelen en te implementeren. Op onze vraag of het IMF dan vindt dat de Afrikaanse olielanden op de korte termijn hun middelen vooral moeten gebruiken om een efficiënt en effectief overheidsapparaat op te bouwen dat die screenings en procedures goed kan doen verlopen, antwoordde Benedicte Christensen bevestigend. Dat het IMF, door de structurele aanpassingsprogramma’s van de jaren 80 en 90, mee verantwoordelijk is voor het afbouwen van overheidsadministraties, werd niet vermeld.
‘Afrika is er nog steeds niet in geslaagd om ten volle deel te nemen aan de geglobaliseerde wereldeconomie’, zei MacDonald. Gemiddeld is de Afrikaanse export goed voor slechts 2 procent van de wereldhandel, terwijl dat in 1970 nog 4 procent was. Er is wél een scherpe groei van de export naar Azië, al is dat wellicht te danken aan de duurdere olieprijzen en de grotere olieproductie, en minder aan een productdiversificatie. In 1985 exporteerde Afrika zo goed als niets naar China of geïndustrialiseerd Azië, in 2005 ging het al om respectievelijk 19 miljard en 14 miljard dollar. Opvallend is overigens ook dat het aandeel van de VS in de export vanuit Afrika toenam van 27,4 procent in 1990 tot 34,9 procent in 2005. Het Europese aandeel kromp in die periode van 60,3 procent naar 37,3 procent.