Afrikaanse huishoudhulpen belanden in Golfstaten in de hel
IPS
28 maart 2018
Verschillende Aziatische landen zien er tegenwoordig mee op toe dat hun onderdanen met een baan in het Midden-Oosten een minimumloon en menselijke arbeidsomstandigheden krijgen. Sinds die verscherpte controle richten rekruteerders van goedkope arbeidskrachten zich op Oost-Afrika, de armste landen met een hoge werkloosheidsgraad eerst.
Brian Evans (CC BY-ND 2.0)
Wereldwijd leven en werken steeds meer mensen buiten hun geboorteland. Zo is een op de vijf huishoudhulpen migrant. De Global Compact on Migration van de Verenigde Naties voorziet in een pakket aan maatregelen om de lidstaten aan te sporen om de mensen- en arbeidsrechten van deze arbeidsmigranten te respecteren.
‘Het is belangrijk om de specifieke situatie van arbeidsmigranten in het Midden-Oosten in herinnering te brengen’, zegt Somayya Mohammed, een juriste gespecialiseerd in arbeidsmigratie in het Midden-Oosten. ‘Huishoudhulpen zijn talrijk aanwezig in de informele economie. Ze zijn de meest kwetsbare groep arbeiders.’
In het Midden-Oosten zijn naar schatting 2,4 miljoen migranten actief als huishoudhulp. Ze komen vooral uit Azië – met name de Filipijnen, Indonesië en India.
Alle buitenlandse arbeiders vallen onder het systeem van de kafala (een soort visum), dat hen niet toestaat om te vertrekken of van baan te veranderen zonder de toestemming van de oorspronkelijke werkgever. Als de migranten dat toch doen, riskeren ze een arrestatie met boetes, opsluiting of repatriëring als gevolg.
Absolute macht van de werkgever
De meeste Golfstaten hebben het afgelopen jaar echter een aantal hervormingen doorgevoerd met betrekking tot de rechten van arbeidsmigranten.
Vorig jaar keurde de Federale Nationale Raad van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) een wetsontwerp goed over huishoudelijk personeel dat hen voor het eerst een wekelijkse rustdag garandeert, 30 dagen betaald verlof per jaar, betaald en onbetaald ziekteverlof en twaalf uur rust per dag.
Ook Qatar heeft onlangs een wetsvoorstel aangenomen dat huishoudelijk personeel een wekelijkse rustdag garandeert, 30 dagen betaald verlof, werkdagen van tien uur en een vergoeding aan het einde van de dienst.
‘Vooral huishoudelijk personeel wordt vaak gedwongen om in afzondering en in moeilijke omstandigheden te werken. Ze zijn ook kwetsbaar voor seksuele en andere vormen van misbruik.’
‘Deze wetsontwerpen zijn een belangrijke stap voorwaarts maar nog steeds niet helemaal conform de Conventie voor Huishoudhulp van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), omdat ze minder bescherming bieden dan werknemers genieten onder de nationale arbeidswetgeving’, verklaarde Human Rights Watch.
In Oman staan de werkvoorschriften voor huishoudelijke hulp bijvoorbeeld nog erg zwak. Er bestaan geen sancties voor inbreuken door de werkgever en het is het laatste land in de Golfregio zonder wettelijk vastgelegde arbeidsrechten.
‘Niettegenstaande sommige van de Golfstaten hervormingen in hun arbeidswetgeving hebben doorgevoerd, is de essentie van het kafala-systeem hard en berust het op uitbuiting’, zegt Mohammed. ‘De werkgever heeft in feite de absolute macht over zijn werknemers.’
‘Vooral huishoudelijk personeel wordt vaak gedwongen om in afzondering en in moeilijke omstandigheden te werken. Ze zijn ook kwetsbaar voor seksuele en andere vormen van misbruik.’
Dood in vriezer
Deze maand nog raadden de Filipijnen werkzoekenden af om een baan in Koeweit aan te nemen nadat een Filipijnse huishoudhulp dood was teruggevonden in de vriezer van haar werkgever. Volgens Manilla was dit slechts een van vele onaanvaardbare incidenten in de Golfstaat.
Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe overeenkomst tussen Koeweit en de Filipijnse autoriteiten. Die moet migranten beter beschermen en voorziet ook in striktere arbeidsregelgeving.
Verschillende Aziatische landen checken tegenwoordig ook zelf de contracten van hun onderdanen om te zien of het minimumloon en de vereiste werkomstandigheden daarin vermeld staan. Pas daarna krijgen ze toestemming om te vertrekken. India en Sri Lanka vragen ook om een waarborg te storten die pas wordt terugbetaald als de werknemer weer veilig thuis is.
Verschillende rapporten, waaronder een van HRW, stellen dat de verscherpte regelgeving in Azië ertoe heeft geleid dat rekruteerders van goedkope arbeidskrachten hun pijlen nu richten op Oost-Afrika – en dan met name de landen in deze regio waar veel armoede en een hoge werkloosheidsgraad heerst.
‘Mensen denken dat ze veel geld gaan verdienen en rijk kunnen worden. Ze beseffen niet dat ze terechtkomen in een hel’, zegt Fatima (schuilnaam), een voormalige huishoudhulp uit Tanzania die in Oman heeft gewerkt.
Toen Fatima in 2014 uit Tanzania vertrok om als kindermeisje en meid in Oman te werken, dacht ze dat ze een droombaan had gevonden die haar in staat zou stellen om haar familie thuis financieel te ondersteunen. In plaats daarvan bracht ze twee jaar door als gevangene in het huis van haar werkgever. Ze werd uitgebuit en mishandeld, moest het hele huishouden doen en voor vier kinderen zorgen, inclusief een pasgeboren baby.
Fatima mocht twee keer per dag wat restjes eten en de communicatie met haar familie was beperkt tot tien minuten per twee maanden.
Zeven op zeven werken
Patricia Lawson, een onderzoeker bij de ngo Domestic Workers Coalition in Tanzania, heeft onlangs vijftig Tanzaniaanse arbeidsmigranten ondervraagd die hebben gewerkt in Oman of Koeweit.
Van 43 van hen kreeg ze te horen dat hun paspoorten in beslag werden genomen door de werkgever, dat ze zeven op zeven moesten werken en bijna de helft mocht het huis nooit verlaten.
‘Minstens de helft van de vrouwen gaf aan dat ze absoluut geen privacy hadden en ze werden gedwongen om op de grond te slapen’, zegt Lawson.
De vrouwen werden het slachtoffer van seksuele intimidatie en mishandeling. Mannelijke familieleden kwamen ‘s avonds laat hun kamer binnen.
‘De mannen werden gewelddadig of dreigden ons eruit te gooien als we niet ingingen op hun avances’, zegt Aisha, een andere Tanzaniaanse, die een jaar in de VAE werkte als huishoudster en daarna twee jaar in Oman. ‘Tegen hun vrouw zegden ze dat ik hen had proberen verleiden.’
Ruim 2000 Filipijnse vrouwen werden gerepatrieerd uit Koeweit op aangeven van de president Duterte
© Reuters
Verschillende vrouwen vertelden dat als ze vroegen om te mogen vertrekken, hun werkgevers of agenten een terugbetaling van de wervingskosten eisten. Vaak was dat bedrag hoger dan wat ze hadden verdiend.
In een HRW-rapport uit 2017 is sprake van een Tanzaniaanse huishoudhulp die in 2016 een klacht indiende bij de politie van Oman wegens seksuele mishandeling. De politie vertelde haar dat haar werkgever klacht tegen haar had ingediend omdat ze was weggelopen. Ze moest een boete betalen of drie maanden naar de gevangenis gaan. Oman zet geen straf op niet-penetrerende seksuele mishandeling of seksuele intimidatie, zoals in haar geval.
In de Golfregio is het zo dat als de autoriteiten je niet geloven, een verkrachting aangeven kan gezien worden als een bekentenis van overspel. Het slachtoffer zelf kan dan worden aangeklaagd.
Geen regels
Het werk van Lawson bestaat er onder meer in om vrouwelijke migranten te leren bij seksueel misbruik contact op te nemen met hun ambassade.
Tanzania vraagt aan werknemers om hun aanvraag om te migreren via het ministerie van Arbeid te doen, maar de realiteit is dat veel werknemers op eigen houtje wegtrekken. De autoriteiten raden vrouwen ook aan om via een wervingsbureau werk in het buitenland te zoeken maar ze hebben geen regels vastgelegd voor de manier waarop die agentschappen werknemers bijstaan in geval van misbruik.
‘Ik dring erop aan dat er onderzoek naar het misbruik wordt verricht, maar dat is tot nu toe tevergeefs gebleken’, zegt Mickness Mahera, een Tanzaniaanse politicus die hulp heeft geboden aan vrouwen die vastzitten in het Midden-Oosten.
Mahera roept momenteel de regering van zijn land op om arbeidsovereenkomsten met de Golfstaten overeen te komen en de huishoudhulpen in het buitenland de bescherming te bieden die ze verdienen.