Afrikaanse kletskousen doen mobiele telefonie bloeien
James Hall
12 november 2002
Geen enkele andere technologie vindt
sneller ingang in Afrika dan de mobiele telefonie. De enerverende problemen
met vaste verbindingen op het zwarte continent verklaren dat verschijnsel
maar gedeeltelijk: ook de Afrikaanse communicatiecultuur werkt het gebruik
van de gsm in de hand. Mobieltjes gaan van hand tot hand in Afrika, en er
worden lange gesprekken mee gevoerd. Snel even e-mailen of een sms versturen
om tijd te sparen is niet vanzelfsprekend. Volgens een studie van de
investeringsbank Merrill Lynch is Afrika daardoor een ideale markt voor
mobiele telefonie.
De onderzoekers die door Merril Lynch werden ingeschakeld, stelden vast dat
een mobieltje in Nigeria gemiddeld 200 minuten per week wordt gebruikt.
Franse gsm-bezitters halen gemiddeld 154 minuten, hun Japanse collega’s
komen aan 149 minuten en Duitsers hangen maar 88 minuten aan de lijn.
Telecommunicatieondernemingen verdienen gemiddeld ongeveer het dubbele aan
een mobiele telefoon die ze in Nigeria verkopen dan aan een toestel dat in
de VS in omloop wordt gebracht. Telefoneren is natuurlijk extreem goedkoop
in de VS en relatief duur in Nigeria, maar toch is het verschil frappant,
vooral tegen de achtergrond van het enorme inkomensverschil tussen de twee
landen.
Volgens de studie van Merril Lynch ontvangen Nigerianen meer oproepen -
onder meer van geëmigreerde verwanten - dan ze zelf bellen. Maar mobiele
telefoons zijn in Afrika ook min of meer gemeenschapsbezit. De meeste
bezitters van mobiele telefoons in West-Afrika functioneren als
informatieknooppunt voor hun omgeving, zegt Francis Nyamnjoh, een socioloog
van de universiteit van Botswana. Andere mensen lenen hun gsm of betalen
zelfs om te kunnen telefoneren. Zowel de economische als de sociale waarde
van een mobiele telefoon is erg hoog in landen als Nigeria en Kameroen,
concludeert Nyamnjoh.
Afrika blijft ver achter in de telecommunicatierevolutie; het internet komt
er nauwelijks van de grond door de hoge prijzen van PC’s, de gebrekkige
stroomvoorziening, de slechte telefoonverbindingen en ellenlange wachttijden
voor nieuwe aansluitingen. Maar de mobiele telefonie groeit explosief: de
toestellen zijn niet overdreven duur en de ondersteunende infrastructuur kan
snel worden uitgebouwd. Kameroen telt bijvoorbeeld maar 87.000 vaste
telefoonlijnen; het aantal gsm-bezitters is 18 maanden na de introductie van
de mobiele telefonie al gestegen tot 200.000. In Swaziland overtrof het
aantal mobiele telefoons in twee jaar tijd de vaste verbindingen.
Nu de draadloze technologie de vroegere infrastructuurproblemen uit de weg
heeft geruimd, blijkt opeens hoe interessant de Afrikaanse telefoniemarkt
wel is. In de traditionele Afrikaanse cultuur neemt het vertellen van
verhalen een centrale plaats in; mensen voeren ook lange discussies om tot
een consensus te komen over problemen, zegt Connie Manuel, een consultant
in de Mozambikaanse hoofdstad Maputo. Die gewoonten worde weerspiegeld in
het telefoongebruik, zowel thuis als op het werk. Sociale contacten
onderhouden mag tijd kosten en wordt in het bedrijfsleven gezien als een
essentieel onderdeel van succesvol ondernemen.
Een mobiele telefoon is overigens een goede investering in Afrika. Volgens
Penangnini Touré, een Unicef-consultant in Mali, geven veel mensen die
helemaal geen telefoon bezitten het nummer van een familielid of een kennis
op als ze bereikbaar willen zijn. Die gsm-bezitter wordt dan een wandelende
telefooncel annex mailbox voor zijn omgeving. Sommigen vragen een kleine
bijdrage aan alle gebruikers, en verdienen op die manier makkelijk hun
kosten terug. In Mali floreert die handel omdat er maar één operator voor
mobiele telefonie actief is en nieuwe nummers erg traag worden toegekend.
Ook in Uganda verkopen gsm-bezitters gesprekken via hun eigen toestel. In
het bergachtige land bestaat er nog een andere manier om te verdienen aan
mobiele telefonie. In afgelegen streken is er vaak geen ontvangst omdat
omliggende heuvels de signalen blokkeren. Op strategisch gelegen hoogten
zijn er hoge houten torens neergezet; daar is er wel ontvangst. Tegen
betaling van 600 shilling (30 eurocent) kunnen gsm-beziters via een ladder
naar boven klimmen om hun gesprekken te voeren: veel makkelijker dan de bus
nemen naar een hoger gelegen plaats.