Afrikaanse landen opvallend open over militaire uitgaven

Nieuws

Wereldwijd is het beeld echter anders

Afrikaanse landen opvallend open over militaire uitgaven

Afrikaanse landen opvallend open over militaire uitgaven
Afrikaanse landen opvallend open over militaire uitgaven

IPS

27 november 2018

Afrikaanse landen zijn opvallend transparant over hun militaire uitgaven, blijkt uit gegevens van het Stockholm International Peace Research Institute (Sipri).

AU-UN IST PHOTO / STUART PRICE (Public Domain CC0 1.0)

AU-UN IST PHOTO / STUART PRICE (Public Domain CC0 1.0)

Burkina Faso, Tsjaad, de Democratische Republiek Congo (DRC), Ivoorkust, Ghana, Namibië, Zuid-Afrika en Tanzania behoren tot de landen die relatief open zijn over hun defensie-uitgaven. Tot de Afrikaanse landen die het minst transparant zijn, behoren Eritrea, Ethiopië, Malawi, Lesotho, Gambia, Equatoriaal Guinea en Djibouti.

Klimaatverandering

Toen het VN-Bureau voor Ontwapening (Unoda) in 1981 besloot jaarlijks te gaan rapporteren over wat landen uitgeven aan wapens, werkten niet alle lidstaten hier vrijwillig aan mee. De meeste regeringen wilden geen informatie delen over hun defensie-uitgaven en wapenaankopen.

Transparantie op het gebied van bewapening draagt volgens de VN ook bij aan de internationale veiligheid: het kweekt vertrouwen tussen landen.

Volgens Unoda was het doel van de rapportages destijds om de militaire budgetten te reduceren. Jaarlijks worden er duizenden miljarden dollars uitgegeven aan defensie. In 2017 ging het om 1.700 miljard dollar. De VN pleiten al jaren, zonder succes, voor een verschuiving van uitgaven voor defensie naar ontwikkelingshulp, inclusief 100 miljard die voor 2020 nodig is om CO2-uitstoot te beperken en de impact van de klimaatverandering te verminderen.

Transparantie op het gebied van bewapening draagt volgens de VN ook bij aan de internationale veiligheid: het kweekt vertrouwen tussen landen. Tegelijkertijd kan het regeringen helpen om te bepalen wanneer de groei van het aantal wapens een excessief of destabiliserend punt bereikt.

126 landen

Unoda zegt dat in totaal 126 VN-lidstaten minstens één keer een rapport hebben ingediend bij de VN. Slechts een klein aantal landen rapporteert jaarlijks en er zijn grote verschillen tussen regio’s. Landen in Afrika ten zuiden van de Sahara doen het relatief goed, blijkt uit een vorige week verschenen rapport van het Stockholm International Peace Research Institute (Sipri).

De transparantie in Afrika ten zuiden van de Sahara is hoger dan verwacht, zegt onderzoeker Nan Tian van het Sipri. Tussen 2012 en 2017 publiceerden 45 van de 47 onderzochte landen minstens eenmaal, tijdig een officieel budgetdocument online.

“Anders dan algemeen wordt aangenomen, laten landen in Afrika ten zuiden van de Sahara een hoge graad van transparantie zien als het gaat om defensie-uitgaven”, zegt Tian.

Europa

Wereldwijd is het beeld echter anders en tonen veel landen zich weinig open over hun militaire uitgaven. “Volgens onze meest recente informatie hebben in 2018 slechts 32 landen data geleverd over hun militaire uitgaven in 2017.”

Wereldwijd is het beeld echter anders en tonen veel landen zich weinig open over hun militaire uitgaven.

In de periode 2008-2017 rapporteerden in Afrika ten zuiden van de Sahara slechts vijf landen minimaal één keer. Tussen 2015 en 2017 werden geen rapportages ingediend. “Het jaar 2018 is nog niet voorbij, maar voor zover we weten heeft dit jaar nog geen Afrikaans land gerapporteerd.”

Uit de data van Sipri blijkt echter dat regeringen in 45 landen in de regio informatie over militaire budgetten of over werkelijke defensie-uitgaven openbaar hebben gemaakt in de periode 2012-2016.

Rapportagemoeheid

Natalie Goldring, verbonden aan het Security Studies Program van de Edmund A. Walsh School of Foreign Service van de Georgetown University, zegt dat Sipri-rapport goed nieuws bevat voor analisten en campagnevoerders die zich zorgen maken over transparantie op militair gebied.

Europese landen behoren tot de meest transparante, zegt ze, maar elders in de wereld is het vaak veel slechter gesteld. “Sipri heeft de publicatie van rapporten over militaire uitgaven in 45 van 47 landen in Afrika ten zuiden van de Sahara gedocumenteerd, in minstens 1 jaar tussen 2012 en 2017,” zegt Goldring.

Ze wijst erop dat veel landen in Afrika rapporten over militaire uitgaven publiceren, maar ervoor kiezen diezelfde data niet te rapporteren aan de Verenigde Naties. VN-lidstaten klagen geregeld over “rapportagemoeiheid”, zegt ze. De talloze, soms elkaar overlappende rapportages, leggen zware druk op bureaus en departementen die al onderbezet zijn.

“Een mogelijke oplossing is het aantal rapporten te beperken en standaardformulieren te gebruiken om gegevens te verzamelen die anders via verschillende rapporten worden ingediend.”

Militaire macht

Hoewel het goed nieuws is dat vrijwel alle landen in Afrika ten zuiden van de Sahara genoemd worden in het Sipri-rapport, is informatie over het militaire budget maar een deel van het verhaal, constateert Goldring. “Cijfers over defensie-uitgaven zeggen niet altijd iets over de militaire macht van een land.”

“Cijfers over defensie-uitgaven zeggen niet altijd iets over de militaire macht van een land.”

De destructieve kracht van kleine en lichte wapens die in conflicten in de hele wereld worden gebruikt, staat totaal niet in verhouding tot de bescheiden kosten van die wapens, voegt ze eraan toe.

Op de vraag hoe de meeste Aziatische, Latijns-Amerikaans landen en landen in het Midden-Oosten het doen qua transparantie in verhouding tot Afrika, zegt Tian in het rapport geen vergelijkingen worden gemaakt. “Maar afgaand op de continue monitoring van het Sipri, is wel iets te zeggen over de situatie in andere regio’s.”

De uitgaven in Latijns-Amerika zijn relatief hoog. Over alle landen is bruikbare en vaak gedetailleerde informatie beschikbaar. In Azië varieert het beeld sterk. Overheden in India, Pakistan, Bangladesh, de Filipijnen, Maleisië, Kazachstan en Indonesië geven zeer bruikbare informatie over hun militaire uitgaven.

Vietnam, Cambodja, Laos, Noord-Korea, Oezbekistan en Turkmenistan houden hun uitgaven daarentegen geheim. De informatie uit China is onvolledig.

Ook in het Midden-Oosten varieert de mate van geheimhouding. Turkije, Israël, Iran en Jordanië maken vrij gedetailleerde informatie openbaar, maar de rapportages van Saoedi-Arabië, Marokko, Egypte en Irak zijn zeer beperkt. “Over de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar hebben we geen bruikbare informatie over militaire uitgaven”, zegt het Sipri.