Afrikaanse rivieren verzuurd en verkleurd door westerse kledingproductie

Nieuws

Hoe duurzaam is de watervoetafdruk van onze garderobe?

Afrikaanse rivieren verzuurd en verkleurd door westerse kledingproductie

Afrikaanse rivieren verzuurd en verkleurd door westerse kledingproductie
Afrikaanse rivieren verzuurd en verkleurd door westerse kledingproductie

Europese en Amerikaanse kledingmerken verkleuren, verzuren en verbleken Afrikaanse rivieren. Met dank aan onze honger naar fast fashion. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Water Witness International.

Volgens het rapport zijn grote modeketens mee verantwoordelijk voor de vervuiling van rivieren in onder meer Zuid-Afrika, Lesotho, Tanzania, Kenia en Ethiopië.

Pixabay

Hoe duurzaam is de watervoetafdruk van onze garderobe? Die vraag stelt de Britse ngo Water Witness International in een nieuw rapport over de impact van kledingproductie op rivieren in Afrika.

Uit hun analyse blijkt dat grote modeketens mee verantwoordelijk zijn voor de vervuiling van rivieren in onder meer Zuid-Afrika, Lesotho, Tanzania, Kenia en Ethiopië.

De rivieren blijken bijvoorbeeld blauwe kleurstof te bevatten, zoals in Lesotho. Of ze verbleken, tot hetzelfde niveau als bleekwater, zoals onderzoekers ontdekten in Dar es Salaam. In de Tanzaniaanse rivier Msimbazi maten zij een pH-waarde van 12 in de buurt van textielfabrieken. De bevolking in Dar es Salaam gebruikt de Msimbazi onder meer om zich te wassen en hun velden te irrigeren.

Van Adidas tot Zara

In totaal is de Afrikaanse textielproductie 2,5 miljard dollar (ruim 2,1 miljard euro) waard. De sector stelt 75 miljoen arbeiders tewerk. Water Witness International stelt dat voornamelijk Europese – en nog het meest van al Franse, Britse, Duitse en Italiaanse – fastfashionmerken in Afrika produceren. Daarnaast produceert Afrika ook voor de Oost-Aziatische en Amerikaanse markt.

In totaal zou de textielindustrie verantwoordelijk zijn voor maar liefst een vijfde van alle waterverontreiniging in de wereld.

In de VS alleen al gaat het om bestellingen ter waarde van 685 miljoen dollar per jaar. Betrokken Europese en Amerikaanse merken zijn Adidas, ASOS, Calvin Klein, GAP, H&M, Hugo Boss, Levi’s, Marks and Spencer, Next, Primark, Puma, Reebok, Ralph Lauren, Tesco, Tommy Hilfiger, Walmart en Zara.

Van China naar Afrika

Het is niet de eerste keer dat kledingmerken verantwoordelijk geacht worden voor de verkleuring van waterlopen in productielanden in het globale Zuiden. In totaal zou de textielindustrie verantwoordelijk zijn voor maar liefst een vijfde van alle waterverontreiniging in de wereld.

Eerder al trok Greenpeace aan de alarmbel in China en in Indonesië. Greenpeace waarschuwde voor de aanwezigheid van chemicaliën, hormoonverstoorders en zware metalen. Ook hierbij waren merken als Adidas, H&M en GAP betrokken.

Dat nu ook Afrikaanse rivieren getroffen worden, heeft volgens Water Witness International alles te maken met een “race to the bottom” die kledingmerken aangaan om tegen de laagst mogelijke prijs textiel te produceren.

De ngo noemt het continent de ‘rijzende ster’ van de textielproductie. De 75 miljoen jobs die daarmee samengaan, zijn cruciaal voor de Afrikaanse economie, maar nefast voor het milieu. En ook de verloning laat te wensen over, bleek uit eerderen rapporten.

Van Ethiopië, een van de in het rapport genoemde landen, is al langer bekend dat textielarbeiders er onder de armoedegrens van 1 dollar per dag kleding in elkaar weven of naaien. Dat bleek al in 2019 uit een studie van het New York University Stern Center for Business and Human Rights.

Positieve impact genereren

Wereldwijde kledingmerken zouden betere praktijken kunnen afdwingen, zegt Nick Hepworth, directeur van WWI en auteur van het rapport. ‘Maar tot nu toe heeft hun aanwezigheid in Afrika weinig bijgedragen, behalve wijdverbreide vervuiling en het hamsteren van water. In fabrieken is er niet eens voldoende water en sanitaire voorzieningen voor het personeel.’

‘Fast fashion kan juist een drijvende kracht zijn voor verandering.’

Niet enkel retailers zijn daarvoor verantwoordelijk, blijkt uit het rapport. Ook investeerders en consumenten moeten verantwoordelijkheid nemen om beter waterbeheer af te dwingen, stelt Sareen Malik, hoofd van het African Civil Society Network for Water and Sanitation, in het rapport.

Uit onderzoek van consultancybedrijf McKinsey, geciteerd door WWI, blijkt dat zowel consumenten als investeerders geneigd zijn om bedrijven te belonen als zij zich inzetten voor zowel het milieu als voor het personeel in kledingfabrieken.

‘Fast fashion kan juist een drijvende kracht zijn voor verandering’, besluit WWI-directeur Hepworth, die onder meer lidmaatschappen bij het Alliance for Water Stewardship aanbeveelt om zeker te zijn van goed waterbeheer. ‘Maar dan moeten merken en investeerders het voortouw nemen.’