Afrikaanse vredesmacht voor Darfur machteloos door gebrek aan steun
Thalif Deen
02 maart 2005
De vredesmacht van de Afrikaanse Unie voor Darfur is onderbemand en te slecht uitgerust om het geweld in het westen van Sudan te stoppen. De Europese Unie en de VS, de belangrijkste donors voor dergelijke initiatieven, laten het grotendeels afweten. Het is alsof de internationale gemeenschap erop aanstuurt dat de Afrikaanse Unie mislukt, zegt Emira Woods van het Institute for Policy Studies in Washington.
De troepenmacht van de Afrikaanse Unie (AU) in Darfur is officieel een observatiemissie, maar de troepen hebben een mandaat om in te gaan tegen gewelddaden waarvan ze getuige worden. Alleen: dat lukt nauwelijks. Amper de helft van de geplande 3.320 soldaten zijn ter plaatse, en de vredesmacht worstelt met een gebrek aan geld, logistieke steun en communicatieapparatuur.
De uitbreiding van de vredesmacht was beloofd in oktober, zegt Adrian McIntyre van de internationale hulporganisatie Oxfam. Elke dag dat de versterking op zich laat wachten, lopen honderdduizenden burgers het risico van gewelddadige aanvallen.
Vorige week nog beschreef VN-secretaris-generaal Kofi Anan de humanitaire crisis in Darfur als bijna de hel op aarde. De burgeroorlog in Darfur, een conflict tussen rebellen die uit de zwart-Afrikaanse bevolking komen en regeringstroepen die samenwerken met Arabische milities, heeft sinds begin 2003 al aan 300.000 mensen het leven gekost. Meer dan twee miljoen mensen zijn op de vlucht gegaan voor het geweld.
Ook Emira Woods, van het Institute for Policy Studies in Washington, klaagt de onderbezetting van de vredesmacht aan. Het is alsof de internationale gemeenschap erop aanstuurt dat de Afrikaanse Unie mislukt, zegt Woods. In Liberia, een land met drie miljoen inwoners, verhindert een VN-vredesmacht van 15.000 manschappen dat de burgeroorlog weer opflakkert. Maar in Darfur moet de Afrikaanse Unie met iets meer dan 1.000 manschappen toekijken op een gebied dat even groot is als Frankrijk.
Volgens Caroline Nursey, de regionale directeur van Oxfam voor de Hoorn van Afrika, helpt de aanwezigheid van AU-soldaten wel degelijk de dreiging van verdere gewelddaden te verminderen op de plaatsen waar ze worden ingezet. Maar er is veel meer nodig om het werk goed te doen. Er moeten meteen bijkomende troepen, waarnemers die toekijken op het staakt-het-vuren en politie-eenheden komen, vindt Nursey.
Baba Gana Kingibe, de speciale gezant van de AU voor Sudan, verklaarde vorige maand voor de VN-Veiligheidsraad dat de Afrikaanse Unie alles op alles zet om de vredesmacht tegen midden april op volle sterkte te brengen. Maar daarvoor is volgens de diplomaat steun nodig van de grote donors - de VS, de Europese Unie, Canada en individuele Europese landen als Groot-Brittannië, Duitsland en Nederland. Maar die steun komt blijkbaar tergend langzaam, of helemaal niet.
De EU en de VS hebben tot hiertoe slechts kleine bedragen toegezegd. Van het geld dat Washington ter beschikking stelt, gaat dan nog een belangrijk deel naar Amerikaanse onderaannemers als Pacific Architects and Engineers, die volgens Woods gepeperde facturen voorleggen, inefficiënt blijken en met vertraging werken.
De vredesmacht van de AU in Sudan bestaat uit eenheden uit verschillende Afrikaanse landen. Nigeria en Rwanda leveren de meeste manschappen. Zuid-Afrika en Tsjaad zullen later bijkomende troepen sturen. Verschillende Afrikaanse landen willen wel troepen leveren, maar het ontbreekt hen aan voldoende opgeleide eenheden en de nodige logistiek om dergelijke manschappen snel voor te bereiden en ter plaatste te sturen. Ter plaatse staan de Afrikaanse vredeshandhavers ook voor de nodige logistieke problemen: er zijn nauwelijks verharde wegen in Darfur en de controle van het uitgestrekte gebied is eigenlijk enkel doenbaar als de vredesmissie ook vliegtuigen kan inzetten en over satellietbeelden kan beschikken. Ten slotte kan de Afrikaanse Unie ook zelf hulp gebruiken: in het hoofdkwartier van de AU in Addis Abeba ontbreken naar verluidt de mensen en de technische middelen om een grote vredesmissie als die in Darfur te coördineren.
De kans dat de VN het in Darfur snel zullen overnemen van de Afrikaanse Unie, lijkt klein. Vorige week stelde VN-secretaris-generaal Kofi Annan de oprichting van een vredesmacht van 10.000 manschappen voor Sudan voor, maar die troepen zullen enkel waken over het vredesakkoord tussen de regering en troepen in het zuiden van het land. Het eerste jaar van die vredesoperatie zou al één miljard dollar kosten.
De VN-Veiligheidsraad is het niet eens over de aanpak van Sudan in verband met het conflict in Darfur. Pogingen om sancties af te kondigen tegen de regering in Khartoem kregen vorig jaar tegenwind van vier leden van de raad: China en Rusland - twee landen met een vetorecht - en Pakistan en Algerije. China en Rusland hebben economische en militaire belangen in Sudan. Ze leveren wapens aan het regime in Khartoem, en China is ook van plan Sudanese aardolie in te voeren. (PD/ADR)