Ahmadinejad is de reïncarnatie van Adolf Hitler - analyse

Nieuws

Ahmadinejad is de reïncarnatie van Adolf Hitler - analyse

Jim Lobe

25 januari 2006

Ik moet er geen tekeningetje bij maken: de man is een godsgeschenk, schreef de Golfstatenexpert Reuel Marc Gerecht maandag in de Weekly Standard, een lijfblad van de Amerikaanse neoconservatieven. God zij dank voor Mahmoud Ahmadinejad, ging zijn geestesgenoot Ilan Berman hem vorige week vooraf in de National Review Online. Rechtse haviken en de joodse lobby hebben opeens veel betere argumenten om de Amerikaanse regering te overtuigen hard uit te halen tegen Iran.

De Iraanse president komt als geroepen. Die bedenking duikt de laatste tijd bijna dagelijks op in publicaties, op websites en in praatprogramma’s die een forum bieden aan Amerikaanse opiniemakers die al lang een harde aanpak van Iran voorstaan. Vooral sinds Teheran besliste de zegels te verbreken op zijn installatie voor de verrijking van uranium in Natanz, wrijven de haviken in Washington zich in de handen.

Gerecht heeft het over de razende retoriek van Ahmadinejad tegen Amerika, Israël en de Joden”. “Samen met de beslissing van het islamitische regime om de verrijking van uranium weer op te nemen”, heeft die volgens hem “weer een gevoel van dringendheid doen ontstaan rond de inspanningen om Teheran tegen te houden.

Niet weinig Amerikaanse commentatoren stellen de Iraanse president al gelijk met Adolf Hitler en zijn uitlatingen als de aanzet van een heruitgave van Mein Kampf. Ahmedinejad suggereerde onder meer om Israël van de kaart de vegen en stelde dat de moord op 6 miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog een mythe is. De neoconservatieve commentaarschrijvers halen Hitler overigens vrij snel uit de kast - amper drie jaar geleden schilderden ze ook Saddam Hoessein af als de laatste incarnatie van de Führer. Maar zelfs een gematigde conservatief als senator John McCain vergelijkt de huidige situatie in Iran met de jaren 30 in Europa.

Experts gaan ervan uit dat de taal die Ahmadinejad gebruikt zeker evenveel verband houdt met zijn binnenlandse politieke strategie als met zijn opvattingen over hoe de wereld in elkaar zit. Maar ook de over het algemeen eerder verzoenend ingestelde joodse gemeenschap in de VS reageert bezorgd. Hun invloed bij de Democraten heeft ervoor dat Hillary Rodham Clinton en verscheidene andere zwaargewichten in de partij president George W. Bush onder vuur nemen omdat hij te weinig onderneemt tegen de dreiging die uitgaat van de nucleaire programma’s van Iran. De Democraten vinden dat Washington er dringend voor moet zorgen dat Iran voor de VN-Veiligheidsraad verschijnt en dat Rusland en China instemmen met verregaande sancties tegen het regime in Teheran.

Die eis komt overeen met wat het American Israel Public Affairs Committee (AIPAC) vraagt, de sterkste pro-Israëlische lobby in de Amerikaanse hoofdstad. In november nam die groep de Amerikaanse regering publiek onder vuur omdat ze niet meer daadkracht toont tegen Iran. Ook het invloedrijke American Jewish Committee (AJC) heeft een internationale campagne aangekondigd om een diplomatiek en economisch embargo af te dwingen tegen Iran tot dat land zijn kernprogramma stopzet.

Het is ironisch dat de regering van president George W. Bush, de uitvinder van de doctrine van de preventieve oorlog, nu van alle kanten het verwijt krijgt dat ze te passief blijft. Maar de problemen die de oorlog in Irak blijft veroorzaken, lijken Washington veel realistischer te hebben gemaakt over wat militaire macht vermag. De enige optie die volgens regeringsmedewerkers open blijft in verband met Iran, zijn luchtbombardementen om alle kerninstallaties in het land te vernietigen. Maar de Amerikaanse regering ziet dat als de absoluut laatste mogelijkheid. De mogelijke kosten - hogere olieprijzen, meer steun voor het Iraanse regime, onrust onder sjiieten in het zuiden van Irak, een terroristisch offensief van de Hezbollah in Libanon en nieuwe scheuren in de Navo - zouden wel eens veel zwaarder kunnen doorwegen dan de baten.

Tijdens al mijn gesprekken met hoge regeringsmedewerkers heb ik nog hen nog nooit zo hard horen twijfelen over wat ze weten en wat ze kunnen bereiken, schreef David Brooks, een columnist van de New York Times, zondag. De regering wil niet beginnen aan brede economische sancties of aan preventieve aanvallen, concludeert Brooks. (PD/ADR)