Akkoord met Iran heeft veel te maken met B-52’s in Azië

Nieuws

Akkoord met Iran heeft veel te maken met B-52’s in Azië

Akkoord met Iran heeft veel te maken met B-52’s in Azië
Akkoord met Iran heeft veel te maken met B-52’s in Azië

Jim Lobe

02 december 2013

Van het Midden-Oosten tot de Oost-Chinese Zee: de gebeurtenissen vorige week hebben zeer duidelijk laten zien hoe het Amerikaanse buitenlandbeleid drastisch aan het veranderen is. Voor Israël en Saoedi-Arabië voorspelt dat weinig goeds.

Eerst kondigden de Verenigde Staten en hun P5+1-partners (P5+1 = VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en China plus Duitsland) een historisch akkoord met Iran aan over diens nucleaire programma. Dat akkoord effent volgens veel analisten het pad naar een strategische toenadering tussen Washington en Tehran.

Strijd tegen Al Qaeda

Nauwelijks twee dagen later stuurde de regering-Obama twee B-52-bommenwerpers over de omstreden eilanden in de Oost-Chinese Zee. Ze daagde daarmee China uit. Dat had eerder in de week een luchtverdedigingszone ingesteld boven het gebied. Door dat niet te respecteren wilden de Amerikanen hun solidariteit tonen met hun bondgenoten in Oost-Azië.

Ondertussen vloog Susan Rice, Obama’s nationaal veiligheidsadviseur, naar Kaboel om president Hamid Karzai persoonlijk te waarschuwen: Washington is van plan Afghanistan na 2014 helemaal aan zijn lot over te laten als Karzai voor het einde van dit jaar het bilaterale veiligheidsakkoord niet ondertekent. Volgens dat akkoord blijven tienduizend Amerikaanse soldaten in het land om hun Afghaanse collega’s op te leiden en te adviseren in hun strijd tegen Al Qaeda en zijn vertakkingen.

De drie feiten samen laten op dramatische wijze zien hoe Washington erop gebrand is om zich militair uit het Midden-Oosten terug te trekken en zijn focus en middelen naar Azië en de Grote Oceaan te richten.

Steun aan Israël

Omdat Washington de status heeft van ’s werelds enige militaire supermacht, krijgt zo’n strategieverandering onvermijdelijk weerklank in de regio’s in kwestie. Kleinere landen gaan de hakken in het zand zetten om hun eigen belangen te beschermen.

Die weerklank is het duidelijkst hoorbaar in het Midden-Oosten. De Iraanse revolutie van 1979 had daar de bestaande Amerikaanse banden met Israël en Saoedi-Arabië versterkt en van Teheran, ooit een strategisch partner, publieke vijand nummer 1 gemaakt.

In de 34 jaar die daarop volgden genoten Israël en de soennitische Golfstaten zo goed als onvoorwaardelijke steun van de VS, ook wanneer hun beleid de belangen van Washington ondermijnde, bijvoorbeeld met de Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden en de agressieve export van het wahabisme door Saoedi-Arabië. Door de macht van de VS helde de balans in de regio naar hen over.

Balans verandert

Het akkoord tussen de P5+1 en Iran, hoe voorzichtig ook, kan die balans fundamenteel veranderen, vooral als het leidt tot nauwere samenwerking tussen Washington en Teheran rond cruciale thema’s in Zuid-Azië en het oosten van de Middellandse Zee.

Vooral voor Saoedi-Arabië voorspelt dat weinig goeds. “De Saoedi’s zien hoe Iran, dat al dominant is in Irak en Libanon en zijn bondgenoot in Syrië niet laat vallen, nu een relatie met Washington opbouwt. Iran wordt een rivaal, niets staat zijn regionale dominantie nog in de weg”, schreef Gregory Gause, Saoedi-kenner van de University of Vermont, in The New Yorker.

Iran veel meer potentieel

Ook voor Israël kan het akkoord slecht uitpakken. Als het akkoord de spanningen over Teherans nucleaire programma ontmijnt, dan zou de internationale aandacht wel eens opnieuw naar de bezetting van de Palestijnse gebieden kunnen gaan.

Bovendien heeft Iran, met zijn 80 miljoen inwoners, die relatief goed zijn opgeleid, en zijn grote olie- en gasreserves, “veel meer machtspotentieel dan alle andere staten in de regio”, zegt Stephen Walt, expert internationale politiek van de Harvard-universiteit op zijn blog Foreign-policy.com.

Israël en Saoedi-Arabië “vrezen dat een sterk Iran uiteindelijk in alle mogelijke opzichten grotere invloed zal hebben in de regio. Tel Aviv en Riyad willen Iran zo lang mogelijk afgezonderd houden, geïsoleerd, zonder vrienden, kunstmatig verzwakt.”

Steun aan Assad

Voor de Amerikanen heeft de toenadering tot Teheran grote voordelen. Op regionaal niveau elimineert het de kans op een zoveelste Amerikaanse oorlog tegen een moslimland en kan het het ruimere conflict tussen soennieten en sjiieten helpen oplossen, een conflict dat zo’n zware tol eist in Syrië en steeds meer de hele regio dreigt te destabiliseren.

Het voorbije jaar is duidelijk geworden dat de Syrische president Bashar al-Assad langer aan de macht kan blijven dan gedacht dankzij de steun van Teheran. Washington lijkt daaruit te hebben geleerd dat het met Iran moet samenwerken om de regio te stabiliseren.

De samenwerking met Iran is ook van cruciaal belang voor Obama’s strategie in Azië. Twee jaar geleden kondigde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton voor het eerst aan dat de VS daar het evenwicht wilden herstellen. Aziatische analisten vonden dat ongeloofwaardig omdat Washington zich te veel bezig bleef houden met het Midden-Oosten.

Maar als je alles samen bekijkt – het akkoord te elfder ure met Rusland om een Amerikaanse aanval op Syrië te vermijden, het akkoord met Iran en de boodschap van Rice aan Karzai – dan is Obama inderdaad vastbesloten om zijn militaire inspanningen in het Midden-Oosten te verkleinen. In die context leken de B-52’s boven de Senkaku/Diaoyu-eilanden vooral bedoeld om die indruk te versterken.