Eindelijk vredesakkoord tussen FARC en Colombiaanse regering
Sylvie Desfosses
28 juni 2016
Het rebellenleger FARC legt de wapens neer en wil zich omvormen tot een geweldloze politieke beweging. Dat staat in het historische vredesakkoord met de Colombiaanse regering dat wellicht op 20 juli plechtig ondertekend wordt.
De Colombiaanse president Juan Manuel Santos en de leider van het rebellenleger FARC, Rodrigo Londoño Echeverri oftewel Timochenko (Timoleón Jímenez), hebben op 23 juni een akkoord ondertekend in Havana. De onderhandelingen waren al sinds 2012 aan de gang in de Cubaanse hoofdstad Havana en hadden als doel een einde te maken aan meer dan vijftig jaar geweld. President Santos wil de uiteindelijke overeenkomst liefst op 20 juli ondertekenen onder toezicht van de Verenigde Naties.
De guerrillabeweging moet de wapens neerleggen en alle criminele activiteiten stopzetten.
Daarna moeten de Colombiaanse overheid en de FARC een officieel staakt-het-vuren naleven. De guerrillabeweging moet de wapens neerleggen en alle criminele activiteiten stopzetten. Internationale observatoren van de VN zullen erop toezien dat de strijders de wapens aan hen overdragen in aangeduide zones binnen de 180 dagen. Met de ingeleverde wapens zal de VN drie vredesmonumenten maken.
De burgeroorlog met de FARC eiste tot 260.000 doden en verjoeg meer dan 7 miljoen inwoners van het platteland naar de steden, waar het Colombiaanse leger de rebellen wist tegen te houden. Het geweld trof voor het grootste deel burgers. 45.000 mensen verdwenen, volgens het Rode Kruis loopt dat aantal zelfs op tot 100.000.
Het vredesakkoord komt tot stand na 30 jaar zonder succes te onderhandelen. De laatste 15 jaar had een Colombiaans militair offensief het linkse rebellenleger verzwakt met steun van de VS, waardoor onderhandelingen opnieuw noodzakelijk werden om een uitweg uit de impasse te vinden.
Eindelijk vrede?
De FARC wil in de toekomst een legale politieke organisatie worden voor het Colombiaanse volk. Volgens commandant Carlos Antonio Lozada kunnen ze met verschillende groepen samenwerken en op een democrtatische manier opkomen tegen het huidige regeringsmodel.
Ook de guerrillabeweging ELN wil opnieuw onderhandelen over een staakt-het-vuren.
De regering wil eveneens in debat treden om de politieke geschillen op te lossen. Dat zegt Santos in de Spaanse krant El País. Ze hopen te werken aan de ontwikkeling van het platteland en de sociale ongelijkheid die aan de basis ligt van guerrillabewegingen zoals de FARC. Daarvoor zal de regering internationale financiële steun ontvangen. Bovendien belooft de regering veiligheid en steun voor de leden van de FARC bij hun integratie in de maatschappij en hun overgang naar een democratische politieke partij.
Ook de guerrillabeweging ELN wil opnieuw onderhandelen over een staakt-het-vuren. Dat schrijven de Colombiaanse kranten El Espectador en Infolatam op basis van twitterberichten die ELN verstuurde. ELN was al eerder betrokken bij onderhandelingen over vrede met de regering, maar het proces verliep moeizaam. Nu de dreiging van FARC verdwijnt, kan de regering meer middelen inzetten om andere misdaad en armoede te bestrijden, bericht de New York Times. Zo kunnen ze de voedingsbodem van de ELN en andere gelijkaardige rebellengroepen wegnemen.
Cubaans president Raúl Castro leidde de onderhandelingen mee in goede banen. Volgens hem is het vredesakkoord niet alleen een overwinning voor Colombia, maar voor heel Zuid-Amerika en toont het de ‘hoop’ op vrede van de hele wereld. Ook vijf andere Latijns-Amerikaanse presidenten, diplomaten van de VS en VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon waren aanwezig en steunen het ‘historisch’ akkoord.
Kritiek op het akkoord
Veel Colombianen daarentegen vinden het akkoord niet rechtvaardig. Ook voormalig president Alvaro Uribe bekritiseerde de overeenkomst en lanceerde een campagne tegen het akkoord. ‘Het doet het woord vrede geweld aan dat degene die verantwoordelijk zijn voor misdaden tegen de mensheid zoals ontvoering, autobommen, rekrutering van kinderen en verkrachting, nog geen dag naar de gevangenis moeten, laat staan verkozen kunnen worden voor politieke functies.’
‘Woorden zijn beter dan kogels.’
Zelf leidde Uribe tot 2010 een meedogenloze strijd tegen de rebellen, waarbij veel onschuldige jongeren om het leven kwamen. Voor hem geeft de overheid nu toe aan terrorisme. Hij gaf ook kritiek op de ‘bloedige tirannie’ van de Venezolaanse Hugo Chávez, diens opvolger Nicolás Maduro en de ‘communistische dictatuur’ van Castro.
Bovendien klaagt Uribe aan dat de FARC, de ‘op twee na rijkste terroristische groep van de wereld’, de slachtoffers niet moet vergoeden. ‘Als ze hun geld mogen bijhouden, kunnen ze wapens kopen om te vervangen wat ze moeten afgeven.’ De FARC beweert echter geen geld te hebben, staat te lezen in de Colombiaanse krant El Espectador, maar zegt wel bereid te zijn om te helpen met werkkracht.
Volgens de Colombiaanse politicus Humberto De La Calle is het niet anders dan realistisch dat de FARC deelneemt aan de politiek. De La Calle leidt de onderhandelingen en gelooft dat die noodzakelijk zijn om een akkoord te bereiken. Dat zegt hij in een interview met El Tiempo. ‘Het einde van het conflict is niet alleen een kwestie van een staakt-het-vuren, maar hangt af van de ingesteldheid van de Colombianen, en een belangrijk aspect daarvan is deelname aan het politieke proces. Woorden zijn beter dan kogels.’