Alarmerende daling van condoomgebruik bij Europese jongeren

Nieuws

Onderzoek van Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 42 landen

Alarmerende daling van condoomgebruik bij Europese jongeren

Europese jongeren die seks hebben, gebruiken steeds minder vaak een condoom. Dat zegt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) na internationaal onderzoek in meer dan veertig landen. ‘Het risico op seksueel overdraagbare aandoeningen en onbedoelde zwangerschappen verhoogt sterk.’

De WHO deed onderzoek bij meer dan 242.000 15-jarigen in 42 landen. Het aantal seksueel actieve jongens dat een condoom gebruikt, lag in 2022 op 61 procent. Bij de meisjes was het gerapporteerde condoomgebruik 57 procent. In 2014 lag dat nog op respectievelijk 70 en 63 procent.

Volgens de WHO wijzen de resultaten erop dat overal in de brede regio van Europa (inclusief Centraal-Azië en Canada) jongeren van vijftien jaar die seksueel actief zijn, vaker onbeschermd vrijen. ‘Jongeren lopen op deze manier een aanzienlijk risico op soa's en ongeplande zwangerschappen’, zegt de WHO over de nieuwe cijfers.

Belgische jongeren

Uit het rapport blijkt dat Belgische jongeren van vijftien die seksueel actief zijn het nog minder goed doen dan de gemiddelden: 58 procent van de jongens en 54 procent van de meisjes rapporteert het gebruik van een condoom. De jongens en meisjes in het Franstalige landsdeel rapporteren respectievelijk in 63 en 58 procent van de gevallen het gebruik van een condoom.

‘Jongeren hebben veilige ruimtes nodig om onderwerpen als toestemming, intimiteit, genderidentiteit en seksuele geaardheid te bespreken.’

Belgische jongeren vrijen daarmee een stuk minder veilig dan 15-jarige jongens en meisjes in landen als Frankrijk (70/70 procent), Zwitserland (77/71 procent) of Hongarije (74/60 procent).

In het algemeen blijkt volgens het onderzoek ook dat jongeren uit arme gezinnen minder vaak voorbehoedsmiddelen gebruiken dan jongeren uit rijkere families (33 procent tegenover 25 procent).

Voorlichting en veiligheid

De WHO verwijt in het rapport dat seksuele voorlichting op school steeds meer verwaarloosd wordt in de landen waar het onderzoek gebeurde. En waar wel voorlichting is, ziet de organisatie veel onrechtmatige kritiek dat het seksuele handelingen zou aanmoedigen.

‘In realiteit zorgt voorlichting er juist voor dat jongeren weloverwogen beslissingen nemen over seks op een bijzonder kwetsbaar moment in hun leven, als ze de overgang maken van adolescentie naar volwassenheid’, zegt Dr. András Költő van de Universiteit van Galway, de hoofdauteur van het rapport.

‘Onderwijs moet ook meer zijn dan enkel informatie geven’, gaat hij verder. ‘Jongeren hebben veilige ruimtes nodig om onderwerpen als toestemming, intimiteit, genderidentiteit en seksuele geaardheid te bespreken. Regeringen, gezondheidswerkers en leerkrachten moeten hen helpen om die cruciale levensvaardigheden te ontwikkelen.’