Alvaro Noboa dreigt uit te glijden over bananencrisis
Kintto Lucas
18 oktober 2002
Ongeveer acht miljoen Ecuadoranen trekken zondag
naar de stembus om een nieuwe president en vice-president, een nieuw
parlement en provincie- en gemeenteraadsleden te kiezen. De problemen in de
bananensector lijken de overwinningskansen van bananenmagnaat Alvaro Noboa,
in september nog favoriet, in het gedrang te brengen.
Noboa treedt in de verkiezingen aan voor de Partij voor Nationale Actie en
Institutionele Hervormingen. Sinds 1 oktober mogen geen resultaten van
opiniepeilingen meer worden bekendgemaakt, maar de laatste gegevens van
voor die datum wijzen op een gestage daling van Noboa’s aanhang na het
protest van ontslagen arbeiders van zijn plantages. In september lag Noboa
nog ruim op kop in de polls met 24 procent van de stemmen. Op drie weken
tijd is hij teruggevallen op 14 procent. Hij staat nu op de tweede plaats,
achter voormalig president Rodrigo Borja die 17 procent haalt en net voor
de gepensioneerde kolonel Lucio Gutiérrez van de Linkse Patriottische
Partij met 12 procent.
Ecuador is de grootste exporteur van bananen ter wereld en Noboa’s bedrijf
Bonita is de belangrijkste bananenproducent in het land, voor het
consortium La Favorita en de Amerikaanse multinationals Chiquita, Dole en
Del Monte. Ecuador telt ongeveer 180.000 ha bananenplantages, die in
eigendom zijn van zo’n 6000 boeren.
Begin deze week probeerden zo’n 400 bananenkwekers de kathedraal van de
economische hoofdstad Guayaquil te bezetten. Zij eisten dat de huidige
regering de noodtoestand zou uitroepen in de bananensector en dat de
exporteurs de prijs betalen die de regering heeft vastgelegd. Als de
overheid geen interesse toont, zullen wij volgende week drastischer
maatregelen moeten nemen, waarschuwde Juan Alvaro Trujillo,
vice-voorzitter van de Vereniging van Bananenproducenten. Ook in de
zuidwestelijke provincie El Oro hebben bananenboeren geprotesteerd door het
verkeer te blokkeren in het centrum van de provinciehoofdstad Machala. De
boeren krijgen van de exporteurs een prijs die niet eens volstaat om de
productiekosten te dekken. Vele kleine en middelgrote bananenproducenten in
El Oro willen hun bananen niet oogsten omdat ze alleen maar geld verliezen
als ze de arbeiders moeten betalen.
De crisis in de bananensector door de prijsdaling heeft zowel gevolgen voor
de producenten als voor de plantagearbeiders. Twee weken geleden ontving
Marcos Jaramillo, die op een plantage in El Oro werkt, nog vier keer zoveel
als vandaag voor hetzelfde werk. Hij denkt er ernstig aan om mijnwerker te
worden, omdat hij dan veel meer kan verdienen. Sommige arbeiders hebben het
in deze crisis nog harder te verduren. Mauro Romero verloor een been
tijdens een staking op een Los Alamos-plantage, die eigendom is van Noboa.
In mei gingen de arbeiders op verschillende Los Alamos-plantages in
staking. Ze eisten een driejarig arbeidscontract in plaats van de
tijdelijke contracten, de heraanwerving van 129 arbeiders die in maart
waren ontslagen, de bouw van een medische hulppost, de uitbetaling van hun
overwerk en vakantie en een aansluiting bij het nationale systeem van
sociale zekerheid, waar zij wettelijk gezien recht op hebben. Een grote
groep gemaskerde mannen viel al schietend de plantage binnen om de stakers
te verdrijven, vertelt Romero. Hoewel de arbeiders geen weerstand boden,
werden verscheidene onder hen gewond, onder wie dus Romero zelf. Stakers
die in een huis van het bedrijf woonden, werden uit hun woning gezet en met
behulp van stakingsbrekers werd de productie opnieuw op gang gebracht.
Het hele incident werd op video opgenomen en uitgezonden in het journaal
van Ecuavisa TV. Noboa ontkende evenwel alle verantwoordelijkheid. Volgens
hem maken de beschuldigingen deel uit van een lastercampagne tegen zijn
kandidatuur voor het presidentschap. ‘Ecuavisa heeft me internationaal in
diskrediet gebracht. Ik heb de kranten uitgenodigd en we hebben een feest
georganiseerd voor de arbeiders van Los Alamos. Noboa liet ook een
videofilm maken van dat feest, compleet met live muziek, en liet die
uitzenden op de nationale televisie. Daarin kwamen ook arbeiders aan het
woord die verklaarden dat alles in orde was op de plantages. Noboa zei ook
nog dat er een miljoen mensen rechtstreeks of onrechtstreeks voor zijn
bedrijven werken en dat het dus heel onwaarschijnlijk zou zijn als er niet
enkelen misnoegd zouden zijn. Die 80 ontevreden werknemers hebben hun
eisen uiteengezet. Ik heb naar hen geluisterd, maar toch probeerden zij
mijn plantage te bezetten. Op bevel van de overheid heeft de politie
ingegrepen om de plantage te beschermen. Ecuavisa heeft alleen maar naar
die 80 ontevredenen geluisterd.
Noboa ligt ook nog van een andere kant onder vuur. De
mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft hem samen met andere
bananenproducenten in Ecuador beschuldigd van het inzetten van
kindarbeiders. Uit een studie van Human Rights Watch blijkt dat de
minderjarigen op de plantages moeten werken in gevaarlijke omstandigheden
en dat zij het slachtoffer zijn van grove schendingen van de mensenrechten.
In de studie komen 45 minderjarigen aan het woord die twaalf uur per dag
moeten werken, worden blootgesteld aan pesticiden en andere giftige
producten en gedwongen worden zware lasten te dragen. Bovendien verdienen
de jongeren zestig procent minder dan het nationale minimumloon.