Amerikaans handelspact met Afrika geen onverdeeld succes

Nieuws

Amerikaans handelspact met Afrika geen onverdeeld succes

Farah Khan

06 juni 2002

Is het Amerikaans handelspact met Afrika gebakken lucht? Die vraag stellen Zuid-Afrikaanse handelsexperts zich twee jaar nadat de Verenigde Staten de Wet voor Afrikaanse Groei en Kansen (AGOA) in het leven riepen. De Amerikaanse regering vorig jaar een positieve balans op van het initiatief.

Volgens het evaluatierapport van 2001 is de Amerikaans-Afrikaanse handel die onder AGOA valt toegenomen met 58 procent. Maar dat betekent nog niet dat de globale export van Afrika naar de VS is gestegen, zo benadrukt de Afrikaanse Coalitie van de Handel, een Amerikaanse lobbygroep.

Het handelsakkoord is nu bijna twee jaar oud en loopt tot 2008. AGOA zorgt ervoor dat bepaalde producten uit 35 Afrikaanse landen tegen gunsttarieven op de Amerikaanse markt kunnen op voorwaarde dat die landen de democratie en de vrije markt respecteren. Dertien Afrikaanse landen haalden de vastgelegde normen niet.

De Amerikaanse regering vindt het systeem een succes. In 2001 werden 1800 producten opgenomen in de lijst van taksvrije exportgoederen. Daarnaast geldt er voor 4.600 producten een systeem van verlaagde invoertarieven. In de praktijk worden de geldende regeltjes niet altijd toegepast. Het Zuid-Afrikaanse Bureau of Standards zegt dat Afrikaanse exporteurs nog steeds worstelen met het papierwerk dat aan de taksvrije export voorafgaat. Bovendien zijn veel Afrikaanse bedrijven zich niet bewust van de voordelen, hoewel de VS geld hebben vrijgemaakt voor een bewustmakingscampagne.

Al is de stijging van de producten die onder AGOA vallen substantieel, het handelsvolume stelt nog steeds weinig voor. Zo verdriedubbelde de export van Ghana in 2001 maar de vergelijkingsbasis is erg laag. Een land als Ethiopië voerde vorig jaar amper voor 800.000 dollar uit. Oeganda exporteerde voor slechts 141.000 dollar. Het mini-koninkrijkje Lesotho staat in pole-positie en heeft relatief het meest gewonnen bij AGOA.

Matthew Stern en Nnzeni Netshitomboni van het Secretariaat voor Handel en Industriebeleid (TIPS) stelden een diepgaander rapport op voor Zuid-Afrika en kwamen tot een conclusie die te vatten is met het gezegde ‘veel geblaat maar weinig wol’. De voordelen van AGOA zijn vooral van toepassing op minder belangrijke producten of producten die al lage invoertarieven genoten. De echt belangrijke producten (aluminium, electro-transformatoren, rietsuiker, leer, ijzer en siliconen) staan niet op de lijst. Minder dan een tiende van de Afrikaanse textielproducten komt tegen voorkeurtarief op de Amerikaanse markt. Slechts van minder belangrijke producten als ingeblikte peren werd veel meer geëxporteerd.