Amerikaanse hulp aan Afghanistan duur en inefficiënt

Nieuws

Amerikaanse hulp aan Afghanistan duur en inefficiënt

Pratap Chatterjee

08 februari 2010

De VS hebben in de buurt van de Afghaanse hoofdstad Kaboel een peperdure elektriciteitscentrale gebouwd waar niemand echt om gevraagd had. Vergelijkbare flaters in Irak beletten de Amerikaanse ontwikkelingssamenwerking niet in Afghanistan even zwaar in de fout te gaan.

De dieselcentrale zal de Amerikaanse belastingbetalers waarschijnlijk drie keer meer kosten dan vergelijkbare maar beter geplande projecten. En de kans is groot dat de centrale nooit in gebruik zal worden genomen. Dat blijkt uit drie onafhankelijke onderzoeken en gesprekken die IPS voerde met Afghaanse experts.

Onderaanneming

De Afghaanse regering en USAID, het Amerikaanse agentschap voor ontwikkelingssamenwerking, tekenden het contract voor de bouw van de centrale in Tarakhil in mei 2007. Het project werd toegewezen aan twee Amerikaanse bedrijven, Louis Berger en Black & Veatch.
Black & Veatch schakelde Symbion Power, een derde Amerikaans bedrijf, in als onderaannemer. Symbion, dat eerder voor de Amerikaanse overheid grote projecten uitvoerde in Irak, deed dan weer een beroep op verscheidene bedrijven uit Kaboel om de nodige plaatselijke arbeiders bij elkaar te krijgen.
Die verschillende lagen van onderaanneming dreven de kostprijs van het project aanzienlijk op. Bovendien besliste USAID dat het project klaar moest zijn voor de Afghaanse verkiezingen in augustus 2009. Black & Veatch deed de turbines daarom in Duitsland bouwen en naar Kaboel vliegen – een snelle maar heel dure oplossing.
Toen het project officieel van start ging, bedroeg het prijskaartje al 259 miljoen dollar (190 miljoen euro), ongeveer 2,5 keer meer dan de kost van vergelijkbare centrales in het Midden-Oosten of Azië. Intussen is de te verwachten eindprijs al opgelopen tot meer dan 300 miljoen dollar (220 miljoen euro).

Vertragingen

De ingewikkelde onderaanneming zorgde voor aanzienlijke vertragingen. Black & Veatch had een jaar nodig om alle contracten met Symbion rond te krijgen. In juni 2008 was dat papierwerk klaar, maar toen deed Symbion er nog drie maanden over om alle Afghaanse uitvoerders te vinden. Negen maanden later was het project amper voor 60 procent klaar.
In mei 2009 legde Symbion de werken stil omdat Black & Veatch zijn onderaannemer al vier maanden niet meer betaald had. Een officieel Amerikaans onderzoek wees in november vorig jaar uit dat Black & Veatch “USAID kosten in rekening had gesteld die het zelf niet aan zijn onderaannemer had vergoed”. De twee bedrijven proberen nu een oplossing te vinden voor hun geschil.
Waarschijnlijk zal de centrale deze lente klaar zijn. Intussen heeft Kaboel de stroom niet meer echt nodig. Een jaar geleden werd een hoogspanningsleiding van Oezbekistan naar de Afghaanse hoofdstad opgeleverd. Dat project, dat gefinancierd werd door de Wereldbank, Duitsland en India, kostte maar 35 miljoen dollar (26 miljoen euro). De hoogspanningsleiding brengt veel goedkopere stroom naar Kaboel dan de dieselcentrale ooit zal doen.

Nooit gevraagd

Afghaanse ambtenaren zeggen dat ze nooit hebben gevraagd om de centrale van  Tarakhil. Juma Nawandish, een voormalige onderminister van Energie en Water die vier jaar lang verantwoordelijk was voor de elektriciteitssector in zijn land, zegt dat hij USAID had aangeraden stroom op te wekken met gas uit de velden in het noorden van Afghanistan. “Als ze daarvoor plaatselijke ingenieurs hadden ingezet, hadden we veel geld kunnen uitsparen”.
De Amerikaanse overheid heeft intussen ook ernstige vragen bij het project. De Speciale Inspecteur-Generaal voor de Heropbouw van Afghanistan (SIGAR) oordeelde dat de centrale gebruik maakt van “ingewikkelde brandstoftechnologie” en daardoor misschien niet draaiend kan worden gehouden door de Afghaanse partners. Het rapport van de SIGAR legt ook een verband tussen de vertragingen en de escalatie van de kosten.
Frappant is dat Black & Veatch enkele jaren geleden ook in Irak in de fout ging in een gelijkaardig project in Irak. Black & Veatch leverde toen turbines voor een gascentrale in de buurt van Bagdad die niet geschikt bleken voor het gas waarover Irak beschikt, en schoot ook tekort bij de opleiding van de werknemers van de centrale. 
De onderneming ligt ook onder vuur in verband met een ander project in Afghanistan. Black & Veatch kreeg in februari 2008 de opdracht een studie uit te voeren over de exploitatie van de gasvelden van Shebhergan in het noorden van Afghanistan. Nadat het bedrijf al 7,1 miljoen dollar (5,2 miljoen euro) had uitgegeven, maakte USAID in juni 2009 een einde aan de overeenkomst omdat de doelstellingen niet werden gehaald. Black & Veatch wijt dat aan veiligheidsproblemen en zegt ook dat de apparatuur die het nodig had werd tegengehouden aan de grens.