De reële dodentol zou kunnen oplopen tot 48.308 burgers
Amerikaanse luchtaanvallen na 11 september maakten minstens 22.000 burgerslachtoffers
IPS
10 september 2021
Hoeveel burgers zijn er gedood door Amerikaanse luchtaanvallen tijdens 20 jaar "War on Terror"? Volgens de onafhankelijke waakhond Airwars minstens 22.679, maar de werkelijke dodentol kan dubbel zo hoog zijn.
Tussen 2001 en 2020 zouden minstens 22.679 en mogelijk tot 48.308 burgers zijn gedood door de Amerikaanse luchtcampagnes.
USAF / SSGT Jacob N. Bailey (CC BY-NC-ND 2.0)
Hoeveel burgers zijn er gedood door Amerikaanse luchtaanvallen tijdens 20 jaar War on Terror? Volgens de onafhankelijke waakhond Airwars minstens 22.679, maar de werkelijke dodentol kan dubbel zo hoog zijn. ‘Strijdende partijen brengen zelden de gevolgen van hun acties in kaart.’
Op de vooravond van de twintigste verjaardag van de aanslagen van 11 september komt Airwars met een rapport dat de menselijke kost probeert te schetsen van de zogeheten “Forever Wars”, de reeks conflicten in het bredere Midden-Oosten en Afrika in de nasleep van 9/11.
Het Nederlands-Britse onderzoekscollectief monitort sinds 2014 de impact op de burgerbevolking van internationale luchtaanvallen in verschillende conflictzones, waaronder Syrië, Irak en Libië. De bewijzen worden verzameld via open bronnen op het web en via getuigenissen vanop het terrein.
De groep concludeert in zijn rapport dat tussen 2001 en 2020 minstens 22.679 en mogelijk tot 48.308 burgers zijn gedood door de Amerikaanse luchtcampagnes.
Burgerdoden monitoren
Het verschil tussen de boven- en ondergrens verklaart de organisatie door de vele onbekende factoren als het gaat om burgerschade in conflicten. ‘Strijdende partijen brengen zelden de gevolgen van hun acties in kaart, en als ze het doen, gebeurt het vaak onzorgvuldig’, zegt de organisatie in een verklaring.
‘Strijdende partijen brengen zelden de gevolgen van hun acties in kaart, en als ze het doen, gebeurt het vaak onzorgvuldig.’
Volgens de onderzoekers is het aan lokale gemeenschappen, het middenveld en internationale instanties om de menselijke kost te berekenen. ‘Verschillende bronnen kunnen echter verschillende aantallen dodelijke slachtoffers aangeven, waardoor monitorgroepen zowel minimale als maximale schattingen zullen vastleggen.’
Op basis van onder meer officiële gegevens van het Pentagon concludeert het rapport dat minstens 91.340 Amerikaanse luchtaanvallen hebben plaatsgevonden in 7 grote conflictgebieden.
Irak, Syrië en Afghanistan
Het overgrote merendeel van de burgerslachtoffers, 97 procent, viel tijdens de interventie in Irak tussen 2003 en 2009, de twintigjarige oorlog in Afghanistan en de bombardementen tegen Islamitische Staat in Irak en Syrië. De andere conflictzones zijn Jemen, Somalië, Pakistan en Libië.
De cijfers omvatten alleen burgers die zijn gedood als direct gevolg van Amerikaanse luchtaanvallen, niet degenen die zijn gedood door andere vormen van geweld of door luchtaanvallen uitgevoerd door bondgenoten van de VS.
Het Amerikaanse ministerie van Defensie geeft zelf geen exacte gegevens over burgerdoden vrij. In een eigen rapport over mogelijke burgerslachtoffers staat wel het volgende te lezen: ‘In de afgelopen jaren hebben we onze praktijken en procedures voor het beoordelen van meldingen van burgerslachtoffers en het uitvoeren van beoordelingen van burgerslachtoffers verder verfijnd’.
Hoewel Joe Biden de oorlog in Afghanistan vorige maand na 20 jaar beëindigde, gaf Washington al aan dat de VS nog steeds droneaanvallen in het land kunnen uitvoeren.
Belgisch gebrek aan transparantie
Ook België hoort bij de 15 Amerikaanse bondgenoten tijdens operatie Inherent Resolve, dat onder meer de campagnes tegen Islamitische Staat in Irak en Syrië omvat.
Officieel hebben Belgische militaire acties in Syrië en Irak nog geen enkel burgerslachtoffer gemaakt, maar dat is onmogelijk te verifiëren.
Airwars hekelt ook al jaren het totale gebrek aan transparantie van België over de deelname van de Belgische luchtmacht aan de operaties boven Irak en Syrië. Officieel hebben Belgische militaire acties in Syrië en Irak nog geen enkel burgerslachtoffer gemaakt, maar dat is onmogelijk te verifiëren omdat de exacte locaties of data van de Belgische luchtaanvallen niet vrijgegeven worden.
Airwars stelt dat het volgens internationaal onderzoek - en gezien de hoge activiteit van de Belgische gevechtsvliegtuigen boven dichtbevolkt gebieden zoals Mosoel en de Syrisch-Iraakse grens - statistisch onwaarschijnlijk is dat er geen enkele burger omgekomen is door Belgische militaire acties. Ons land is volgens de monitoringsgroep een van de minst transparante landen van de internationale coalitie.