Amnesty bekritiseert Birma in aanloop naar verkiezingen

Volgens het nieuwe rapport van Amnesty International, The repression of ethnic minority activists in Myanmar, worden in Birma activisten van etnische minderheden zwaar onderdrukt.  Ze worden zonder duidelijke reden opgepakt, gevangen gezet, gefolterd en soms zelfs gedood.
Deze bevolkingsgroepen spelen een belangrijke rol in de oppositie van het land en maken ongeveer veertig procent van de bevolking uit. Met het rapport wil Amnesty de discriminatie en onderdrukking aankaarten en men vreest dat, in de aanloop naar de verkiezingen, de druk enkel zal toenemen.

Amnesty International onderzocht van 2007 tot 2009 de situatie in Birma en stelde op basis van getuigenissen en informatie van meer dan zevenhonderd leden van etnische minderheden het rapport op. De mensenrechtenorganisatie veroordeelt de overtredingen van een aantal fundamentele vrijheden (vrijheid van meningsuiting, van vereniging, van religie…) en het feit dat deze zelden worden bestraft. De Birmese militaire overheid claimt nochtans een ‘Roadmap to Democracy’ te volgen en de politieke participatie te willen verhogen.

Verkiezingen

De verkiezingen die in het najaar van 2010 zullen worden georganiseerd, zijn de eerste in twintig jaar. Bij de vorige verkiezingen won de National League for Democracy (NLD) maar deze uitslag werd verworpen door de junta. Oppositieleden werden massaal gearresteerd en gevangen gezet, met als bekendste voorbeeld oppositieleidster Aung San Suu Kyi (NLD), die nog tot halfweg 2011 onder huisarrest staat.  Eerder deze week is de drieëntachtig jarige Tin Oo, de tweede man van NLD, weer vrijgekomen. Na zeven jaar werd zijn huisarrest opgeheven. Birma telt in totaal meer dan tweeduizend politieke gevangenen.

Volgens Amnesty ziet de militaire overheid de nieuwe verkiezingen als een manier om de oppositie en etnische minderheden nog meer onder druk te zetten en verdere kritiek, nationaal en internationaal, tegen te gaan. De junta staat ervoor bekend elke persoon of instantie die zijn legitimiteit in twijfel durft trekken, hard aan te pakken.
Daarnaast wil men de macht van het leger behouden en versterken, wat enkele jaren geleden ook in de grondwet werd gegarandeerd. Zo moeten presidentskandidaten voldoen aan zeer strenge voorwaarden en zijn een aantal zetels voorbehouden voor het leger, wat trouwens zelf de eigen zaakjes mag beheren en de controle over de ministeries voor veiligheid behoudt. De nieuwe grondwet werd goedgekeurd in met een niet onbesproken referendum in 2008. Er kwam vooral veel kritiek op het feit dat de oppositie geen inspraak had bij het opstellen ervan.

Mensenrechten

De onderdrukking van minderheidsgroepen betekent volgens Amnesty een verdere schending van de mensenrechten en op dat vlak scoort Birma al slecht. Miljoenen mensen leven in armoede, de voorzieningen voor volksgezondheid  zijn ontoereikend en het land is er economisch zeer slecht aan toe.

Ondertussen is een VN-mensenrechtengezant op bezoek in het land. De Argentijn Tomas Ojea Quintana zal gedurende vijf dagen het land bezoeken en zegt dat de verkiezingen een cruciaal moment zullen zijn voor Birma. Tijdens zijn bezoek spreekt hij onder meer met advocaten van de NLD, een aantal rechters en twee regeringsfunctionarissen. Het ijveren voor de vrijlating van politiek gevangenen staat hoog op zijn prioriteitenlijstje.

Advies

Amnesty formuleert in haar rapport enkele aanbevelingen voor zowel de regering van Birma zelf als voor de Association of South East Asian Nations (ASEAN), India, China en de Verenigde Naties. De organisatie vraagt de overheid om de beperking van enkele fundamentele rechten op te heffen, politieke gevangen die onterecht worden vastgehouden vrij te laten, de schending van de mensenrechten te onderzoeken en vervolgen, onafhankelijke media en buitenlandse journalisten in het land toe te laten om de verkiezingen te volgen enz. R
ecent werd Ngwe Soe Lin nog veroordeeld tot dertien jaar cel omdat hij voor buitenlandse media zou hebben gewerkt. Volgens zijn advocaat is hij onschuldig. Aan ASEAN vraagt Amnesty de Birmese overheid onder druk te zetten om de politieke participatie van minderheden toe te laten. Aan China, India en de lidstaten van de Verenigde Naties vraagt de organisatie om de toevoer van militair materiaal stop te zetten en aan de VN zelf vraagt Amnesty tenslotte om de situatie op vlak van de mensenrechten strenger te gaan monitoren.