Amnesty International bezorgd over uitwijzingen naar Kosovo

Nieuws

Amnesty International bezorgd over uitwijzingen naar Kosovo

Lieselot Vandierendonck

28 september 2010

Amnesty International spreekt zich in een nieuw rapport uitdrukkelijk uit tegen de gedwongen terugkeer van Roma naar Kosovo. Zolang er mensenrechten geschonden worden in Kosovo, mogen er geen verdere uitwijzingen gebeuren, aldus de mensenrechtenorganisatie.

In het rapport ‘No welcome anywhere: Stop the forcible return of Roma to Kosovo’ pleit Amnesty International voor een betere bescherming van minderheidsgroepen die naar Kosovo teruggestuurd worden. Amnesty International is vooral bezorgd over de Roma, de Ashkali, de Egyptenaren en de Serviërs omdat zij –in Kosovo– het meeste gevaar lopen om vervolgd te worden. Amnesty International beschrijft situaties waar mensen hals over kop uit hun huis gezet worden en teruggestuurd worden richting Kosovo. Eens ze daar aankomen, wacht hen onzekerheid, angst en een grote kans op vervolging. Slechts enkelen hebben het geluk daar hulp aangeboden te krijgen.

Weggerukt uit de schoolbanken

De uitwijzingen vinden plaats onder bilaterale akkoorden tussen Kosovo en de EU-lidstaten. België tekende het akkoord in oktober 2009, daarna werden al  25 mensen teruggestuurd. 
Ook Duitsland tekende het akkoord en alleen daar al riskeren zo’n tienduizend Roma teruggestuurd te worden. Amnesty International besteedt in haar rapport ook aandacht aan een onderzoek van UNICEF. Dat toont aan dat in Duitsland bijna de helft van al wie uitgewezen wordt, een kind is en dat twee derde daarvan geboren en onderricht werden in Duitsland. Slechts een derde van alle kinderen kan in Kosovo een verdere opleiding genieten. 
Naast het onderwijs worden ook de huisvesting, de arbeidsmarkt en de gezondheidszorg onder de loep genomen. In geen enkele van die sectoren scoort Kosovo goed.

Internationale wetgeving en non-refoulement

In samenspraak met de Verenigde Naties werd in 2008 een Strategie voor Re-integratie en Gerepatrieerde Personen voor Kosovo goedgekeurd. In de Strategie wordt gewezen op de verantwoordelijkheid van de Kosovaarse regering over de re-integratie van de terugkerende vluchtelingen. Echter, tot op de dag vandaag is de uitvoering van het actieplan ondermaats. 
Net daarom pleit Amnesty International voor een betere bescherming voor diegenen die teruggestuurd worden naar Kosovo. Amnesty wijst daarbij op het Internationaal Recht. Dat bepaalt dat Europa verplicht is hulp te bieden aan minderheidsgroepen die niet in veiligheid kunnen leven.  Bovendien vraagt de organisatie om het ‘non-refoulement’ principe te respecteren. Dit houdt in dat mensen niet teruggestuurd mogen worden naar gebieden waar ze kans lopen vervolgd of gekwetst te worden.
Amnesty International stelt dat ‘zolang de Kosovaarse autoriteiten er niet in slagen om de mensenrechten van Roma en andere minderheden te garanderen, de EU-lidstaten hen internationale bescherming moeten bieden.’