Analisten bezorgd over Argentijns pensioenstelsel
Marcela Valente
25 mei 2012
In geen enkele Latijns-Amerikaans land krijgen meer ouderen een pensioen dan in Argentinië. Maar analisten zijn bezorgd over de houdbaarheid van het systeem.
Het Argentijnse pensioenstelsel werd in 2008 genationaliseerd en bezorgt nu meer dan 90 procent van de gepensioneerden een uitkering. Geen land in Latijns-Amerika doet beter.
“Maar de uitdaging zal zijn om het systeem op middellange termijn aan te houden, aangezien 35 procent van de werkers in de informele economie zit”, zegt expert Fabián Repetto. Hij is directeur van het Programma voor Sociale Bescherming van het Centrum voor Implementatie van Openbaar Beleid voor Gelijkheid en Groei (Cippec).
Diverse deskundigen delen die mening. Ze zeggen dat de groeiende dekking niet het gevolg is van de nationalisering, wel van de parallelle maatregel om mensen een pensioen te geven die tijdens hun loopbaan nooit hebben bijgedragen tot het systeem; gedurende vijf jaar wordt hen alsnog een bijdrage afgehouden van het pensioen.
Ingevoerd onder Kirchner
In 1996 kreeg slechts zeven op tien oudere Argentijnen een pensioen. Tijdens het centrumlinkse bestuur van president Néstor Kirchner en zijn vrouw en opvolger Cristina Fernández kwamen ineens 2,4 miljoen zestigjarigen in het pensioenstelsel terecht die nooit bijdragen hadden betaald.
Het systeem financiert zichzelf niet maar blijft overeind met belastinginkomsten, die goed zijn voor 42 procent van de pensioenen, waarschuwt econoom Luciana Díaz Frers, directeur van het fiscale programma van Cippec.
Het systeem is aanzienlijk verbeterd in vergelijking met de periode dat de pensioenen privé beheerd werden, zegt econoom Mariana González van het Onderzoeks- en Vormingscentrum van de Argentijnse Republiek (Cifra), verbonden aan de grote werknemersvakbond CTA. Maar om het systeem leefbaar te houden zal een grotere staatsbijdrage of een verhoging van de werkgeversbijdrage nodig zijn, zegt ze.