Angst voor nieuwe pandemie neemt toe nu WHO-verdrag uitblijft

Nieuws

Gesprekken over wereldwijd pandemieverdrag uitgesteld tot 2025

Angst voor nieuwe pandemie neemt toe nu WHO-verdrag uitblijft

IPS / SciDev / Deborah MacKenzie

07 juni 20248 min leestijd

Na een mislukte WHO-top dreigen gesprekken rond een verdrag om toekomstige pandemieën beter te bestrijden in het slop te raken, waarschuwen volksgezondheidsexperts. Nu de angst voor uitbraken van vogelgriep en apenpokken groeit, kan de wereld dat missen als kiespijn.

Dichtbevolkte steden, intercontinentale reizen en klimaatverandering: ze verhogen stuk voor stuk het risico op zogenaamde zoönotische virussen – die overspringen van dier op mens. Daardoor neemt de dreiging toe van een nieuwe pandemie, zoals die van covid-19 of zelfs erger.

Vogelgriep en apenpokken

Wetenschappers zijn vooral bezorgd over het toenemend aantal gevallen van vogelgriep (H5N1) onder vee in de Verenigde Staten.
'H5N1 klopt op de deur', zegt Ayoade Alakija. Zij is voorzitter van FIND, een ngo gebaseerd in Genève die ijvert voor de ontwikkeling van diagnostische technologie. “We hebben geen tijd te verliezen.”

Ook een uitbraak van Mpox, in de volksmond bekend als apenpokken, woedt momenteel in de Democratische Republiek Congo, waarshuwen de Amerikaanse Centers for Disease Control (CDC). De Mpox-stam genaamd clade I Mpox is aanzienlijk ernstiger is dan de clade II stam die zich in 2022 wereldwijd verspreidde.

'Het toenemende aantal gerapporteerde vermoedelijke gevallen van clade I Mpox in de Democratische Republiek Congo vormt een bedreiging voor een potentiële verspreiding over heel de wereld', stelde de instelling afgelopen maand. Sinds januari 2023 heeft het land meer dan 20.000 vermoedelijke gevallen en 975 sterfgevallen gemeld.

Mislukte top

Tegen die achtergrond hebben de 194 lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hun jaarlijkse bijeenkomst in het Zwitserse Genève zaterdag juni beëindigd zonder overeenstemming over het veelbesproken Verdrag voor Preventie, Voorbereiding en Reactie op Pandemieën. Nochtans was dat het uitgesproken doel van de WHO-top.

De onderhandelingen gaan door, dankzij het onverwachte succes van een minder opvallende, parallelle poging in Genève om de Internationale Gezondheidsregelingen (IHR) te updaten. Dat zijn een reeks regels om de verspreiding van ziekten over grenzen heen te voorkomen.

Verschillende medische experts hebben tijdens de vergaderingen echter gewaarschuwd dat beide overeenkomsten vijgen na Pasen dreigen te worden gezien de gezien de huidige pandemiebedreigingen. Geen van beide zal namelijk voor 2027 in werking kunnen treden.

Voorraadbeheer

Na tekortkomingen in de internationale respons op covid-19 is zowat iedereen het erover eens dat de wereld een beter plan nodig heeft om pandemieën te beheersen. Tijdens de pandemie waren vooral minder welvarende landen niet in staat om voldoende vaccins te verkrijgen, terwijl rijke landen miljoenen doses hamsterden.

De rijke landen zijn terughoudend om producten weg te geven, vooral kennis die wordt beschermd door intellectuele eigendomsrechten.

In december 2021, nog in volle pandemie, werden daarom al onderhandelingen voor een nieuw verdrag gestart, met 2024 als deadline.

Eind mei meldden onderhandelaars in Genève dat ze 80 procent van hun meningsverschillen hadden opgelost. De VS noemde het 'een integraal onderdeel van een bredere inspanning om de mondiale gezondheidsinfrastructuur te verbeteren'. Alle 55 leden van de Afrikaanse Unie verklaarden dat ze 'met één stem spraken' in steun van het verdrag.

Maar de Amerikaanse minister van Volksgezondheid Xavier Becerra zei ook meteen dat er 'fundamentele verschillen blijven bestaan in cruciale kwesties'. Die kwesties hebben voornamelijk betrekking op wat afgevaardigden in Genève de 'grote deal' van het verdrag noemen: toegang tot pathogenen en de verdeling van opbrengsten.

Dat houdt in dat landen, ook lage-inkomenslanden waar het risico op nieuwe ziekten het grootst is, pathogeenmonsters en genoomgegevens moeten delen zodat wetenschappers ze kunnen monitoren en vaccins, geneesmiddelen en diagnostiek kunnen ontwikkelen. In ruil daarvoor beloven de meer welvarende landen die middelen te delen met lage-inkomenslanden. Ook de knowhow om ze zelf te produceren zou gedeeld moeten worden.

Het verdrag roept ook op tot een wereldwijd netwerk van toeleveringsketens en logistiek om ervoor te zorgen dat essentiële voorraden, zoals vaccins, ampullen en spuiten, worden verzonden naar waar ze nodig zijn.

De rijke landen zijn echter terughoudend om producten weg te geven, vooral kennis die wordt beschermd door intellectuele eigendomsrechten. In de onderhandelingen beschuldigde Thiru Balasubramaniam van Knowledge Ecology International beleidsmakers ervan 'prioriteit te geven aan zakelijke belangen ten koste van gezondheid'.

Verlies van momentum

Toen middernacht naderde in Genève op 1 juni, vertelde WHO-directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus uitgeputte afgevaardigden dat de verdragsonderhandelingen zouden doorgaan tot de vergadering van “ten laatste” 2025. Dat was een compromis tussen Afrikaanse landen, die hamerden op een deadline in december, en de VS, die waarschuwden dat de ingewikkelde kwesties twee jaar zouden duren om op te lossen.

Als de gesprekken blijven aanslepen 'zal het bijna zijn alsof covid nooit is gebeurd'.

Maar velen vrezen dat het momentum nu zal afnemen. 'Toen we besloten dit akkoord op te stellen, droegen we nog allemaal maskers', zegt Precious Matsoso uit Zuid-Afrika, co-voorzitter van de onderhandelingen, in Genève. Nu, met het einde van de noodsituatie, 'zijn er steeds minder opportuniteiten om tot een akkoord te komen.'

Als de gesprekken blijven aanslepen 'zal het bijna zijn alsof covid nooit is gebeurd', vreest ze.

Onderhandelaars zijn echter aangemoedigd door de last minute overeenkomst in Genève over herzieningen van de IHR. Die verplichten landen om alle uitbraken die handel en reizen kunnen beïnvloeden te detecteren, te rapporteren en erop te reageren, niet alleen potentiële pandemieën.

Noodsituatie

In 2005 werd het kader bijgewerkt om de Public Health Emergency of International Concern (PHEIC) te definiëren, de sterkste waarschuwing die de WHO kan geven voor een uitbraak - wat ook gebeurde voor covid-19 in januari 2020.

Maar na gekibbel over de uitbraak van de Mexicaanse griep in 2009 schrapte de WHO het woord 'pandemie' uit de IHR. Zonder dat woord namen veel landen de waarschuwingen voor covid-19 niet serieus totdat de WHO het in maart 2020 eindelijk een pandemie noemde. Maar toen was het al te laat voor veel landen om doeltreffend te reageren.

Nu zal de IHR een 'pandemische noodsituatie' definiëren als een 'PHEIC-plus' voor ziekten die wereldwijd zouden kunnen uitbreken.

Het grootste probleem met verdragen is echter de handhaving, zegt Mark Eccleston-Turner, universitair hoofddocent op het gebied van wereldwijde gezondheidswetgeving aan het King’s College in Londen.

Hij zegt dat de herziene IHR of het ontwerpverdrag inzake pandemieën te weinig rekening houdt met landen die de regels negeren wanneer het hen uitkomt. Dat is nochtans precies wat er gebeurde tijdens de covid-19-pandemie, te beginnen met de traagheid van China om de wereld te waarschuwen.

'Moeten' of 'zou moeten'

Een extremistische campagne op sociale media beweerde dat de IHR en het pandemieverdrag door de WHO in het leven waren geroepen om de soevereiniteit van landen aan te tasten. Die beweringen werden herhaald op een bus die tijdens de vergadering in Genève rondreed.

Afgevaardigden van de lidstaten vertelden de vergadering herhaaldelijk dat geen enkele gezondheidsmaatregel inbreuk zou maken op hun soevereiniteit, terwijl WHO-topman Tedros die beweringen op sociale media fake news noemde.

In de bijgewerkte IHR staat dat de WHO meldingen van een ziekte-uitbraak zal verifiëren door aan te bieden het betrokken land te helpen bij het onderzoek.

Als het land toegang weigert, zoals China begin 2020 deed, 'zou de WHO andere landen hiervan op de hoogte moeten stellen'. Een andere formulering, dat de WHO dit 'moet' doen, werd als te extreem verworpen.