Anwar kan oppositie weer geloofwaardig maken - analyse
Baradan Kuppusamy
01 januari 1970
Het Maleisische hooggerechtshof wees gisteren (woensdag) een verzoek af om ook de tweede veroordeling tegen de dissident Anwar Ibrahim te vernietigen. De voormalige vice-premier kan daardoor de komende vijf jaar geen politiek mandaat opnemen. Maar toch is de kans groot dat Anwar de belangrijkste oppositieleider van Maleisië wordt.
Twee weken geleden oordeelde het hooggerechtshof dat de intussen vrijgelaten Anwar zes jaar geleden onterecht is opgesloten voor sodomie. Maar van de veroordeling voor corruptie wil het hoogste juridische orgaan in Kuala Lumpur hem dus niet verlossen. Daardoor kan Anwar tot vijf jaar na zijn vrijlating geen politieke mandaat uitoefenen, zo staat het in de wet.
De afwijzing is een streep door de rekening van Maleisiës belangrijkste dissident. Anwar heeft altijd beweerd dat beide beschuldigingen een verzinsel waren van zijn baas, de vorige premier Mahathir Mohamad. Hij heeft nog één theoretische kans om zijn burgerrechten terug te winnen: een pardon van koning Syed Sirajuddin Syed Putra Jamalullail. Anwar zelf sluit amnestie uit; hij wil geen vergiffenis voor wat hij niet gedaan heeft. Bovendien is de kans op een pardon klein omdat de Maleisische vorst niets kan ondernemen zonder goedkeuring van de nieuwe Maleisische premier, Abdullah Ahmad Badawi.
De veroordeling kan Anwar er niet van weerhouden om de belangrijkste leider te worden van de Maleisische oppositie. Niets weerhoudt hem ervan te spreken, te organiseren en leiding te geven. Hij kan alles doen, behalve op de lijst gaan staan, zegt professor Murugesu Pathmanaban, het hoofd van het Center for Policy Studies, een denktank in Kuala Lumpur.
Anwars vrijlating kan het begin betekenen van een geloofwaardige oppositie tegen het Nationaal Front dat Maleisië al sinds de onafhankelijkheid in 1957 regeert. Het NF is een coalitie van veertien partijen met de Verenigde Maleisische Nationale Organisatie (UMNO) van premier Abdullah Ahmad Badawi als belangrijkste. De charismatische Anwar kan de leider worden van het Alternatieve Front, een coalitie van oppositiepartijen.
Tot nog toe kon het Alternatieve Front geen vuist maken. Bij de parlementsverkiezingen van maart 2004 haalde de oppositie in het totaal 20 van de 219 zetels. De grootste oppositiepartij is de Democratische Actiepartij met twaalf zetels. De fundamentalistische Islamitische Partij van Maleisië (PAS) haalde er zeven. Anwars Keadilan-partij haalde één zetel binnen. De harde standpunten van de PAS, die van Maleisië een islamitische theocratie wil maken, waren de voornaamste oorzaak van het magere oppositieresultaat.
Na zes jaar gevangenschap schreef Anwar deze week zijn eerste opiniestuk op de website Malaysia Today onder de titel ‘Gematigdheid is de sleutel’. Het streven naar winst moet aangevuld worden met rechtvaardigheid en sociale bekommernissen, schrijft Anwar. Er moet een evenwicht komen tussen de krachten van de markt en overheidsinterventie. Zijn pleidooi voor sederhana, het bewandelen van de gulden middenweg, maakt goede kans om veel kiezers te bekoren.
De UMNO zegt niet bang te zijn van Anwar. Op een speciale vergadering onder leiding van premier Abdullah besliste de partijtop unaniem om hem noch tot haar rangen noch tot de regering toe te laten. Een vreemde beslissing, want Anwar had helemaal niet om die toegang gevraagd. (MM/ADR)