Argentijns onderzoek naar Franco-regime schakelt versnelling hoger
Marcela Valente
12 april 2012
Het Argentijnse onderzoek naar mensenrechtenschendingen tijdens de Spaanse burgeroorlog en de Franco-dictatuur is een versnelling hoger geschakeld. Steeds meer nabestaanden stappen naar de Argentijnse rechter.
Doordat de Spaanse rechter Baltasar Garzón op non-actief is gezet, schakelt de Argentijnse justitie een versnelling hoger in haar onderzoek naar mensenrechtenschendingen tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) en de dictatuur van Francisco Franco (1939-1975). Garzón had deze schendingen onderzocht maar werd in februari geschorst omdat hij zijn boekje te buiten was gegaan in een grote corruptiezaak.
Amnestiewet
Bij de Argentijnse justitie lopen ondertussen heel wat procedures over de Spaanse mensenrechtenschendingen. Een van die zaken werd aanhangig gemaakt door Inés García Holgado. Ze is Argentijnse maar twee van haar grootooms werden in 1936 en 1937 gefusilleerd in Spanje, een oom verdween; Elías García Holgado, een van de gefusilleerde grootooms, was burgemeester van de stad Salamanca.
“Voor Spanje behoort dit tot de geschiedenisboeken, ze gaan dit nooit onderzoeken of voor de rechtbank brengen.” Spanje beschouwt de schendingen als gewone misdaden, ze zijn verjaard en bovendien werd in 1977 een amnestiewet uitgevaardigd, zegt ze.
García Holgado legde in april 2010 een klacht neer, samen met Darío Rivas, een 91-jarige Spanjaard die al sinds zijn negende in Argentinië woont. Rivas’ vader werd in 1936 gefusilleerd. Zijn resten werden in 2005 gevonden in een massagraf. Meteen stapten nog vier familieleden van slachtoffers van het Franco-regime naar de rechtbank.
De Argentijnse rechter María Servini, die de zaak-García Holgado behandelt, stuurde in december een bevelschrift naar Spanje. Ze informeerde of deze misdaden door de Spaanse justitie onderzocht worden en vroeg namen van betrokken militairen, van gefusilleerden, van vermisten, van ontvoerde kinderen en van bedrijven die dwangarbeiders hebben ingezet.
Honderden klachten
Sinds dat bevelschrift stijgt het aantal klachten bij de Argentijnse justitie snel. Volgens advocaat Carlos Slepoy, die enkele nabestaanden vertegenwoordigt, “zijn er momenteel 20 klachten ingediend in Argentinië en we verwachten er nog 55 meer. Mettertijd kun het er honderden worden.”
Slepoy signaleert dat er deze maand ook verscheidene slachtoffers van het einde van de dictatuur naar Buenos Aires zijn gekomen om verklaringen af te leggen aan het gerecht. Sommige hebben volmachten bij zich om andere slachtoffers te vertegenwoordigen.
Er worden ook lijsten opgesteld van mogelijke Spaanse getuigen opdat rechter Servini hen in juni, wanneer ze naar Spanje reist, kan spreken in de Argentijnse ambassade.
Spanje heeft nog niet geantwoord op het bevelschrift van Servini, zegt Slepoy, maar hij verwacht dat dit snel gebeurt. “Waarschijnlijk zal het een antwoord van uitstel zijn, iets wat regeringen doen die niet willen antwoorden.”
Universele jurisdictie
Inés García Holgado vertrouwt erop dat het via het principe van de universele jurisdictie mogelijk is de zaak voor de Argentijnse rechtbank te behandelen. “Ik heb veel hoop. Als we slagen, dan wordt Argentinië het eerste Latijns-Amerikaanse land dat dit principe toepast.”
Volgens het principe van universele jurisdictie kan de strafwet worden toegepast op buitenlandse misdaden wanneer het gaat om terrorisme, misdaden tegen de menselijkheid en genocide. Die feiten kunnen dan niet afgedekt worden door verjaring of amnestiewetten.
Augusto Pinochet
Baltasar Garzón paste het principe van universele jurisdictie zelf toe toen hij de misdaden van de Argentijnse (1976-1983) en Chileense dictatuur (1973-1990) onderzocht. Hij vaardigde daarbij zelfs een arrestatiebevel uit tegen de voormalige Chileense dictator Augusto Pinochet.
Toen Garzón in een eigen land een gelijkaardig onderzoek begon, kreeg hij felle tegenkanting. Het Spaanse Hooggerechtshof aanvaardde de klacht van twee extreemrechtse organisaties dat Garzón zijn boekje te buiten was gegaan door de amnestiewet van 1977 naast zich neer te leggen. Begin dit jaar werd hij hiervoor echter vrijgesproken.